Lima is de één na droogste hoofdstad van de wereld, alleen Caïro is droger. Hoewel je daar weinig van merkt, ligt Lima in een gebied met een perfect woestijnklimaat. De temperatuur is echter altijd aangenaam. De vaak aanwezige mist zorgt voor een wat somber aanzien, waar je doorheen moet leren kijken. De ochtend dat het volle maan was, was er een minimale motregen. Pas laat in de middag kwam het licht van de zon door de wolken. Het historische centrum van Lima is voor een stad waar het vrijwel nooit regent redelijk schoon en door de vele agenten redelijk veilig.
We liepen op zondagavond, met vrijwel volle maan, door de “barrio chino”, de Chinese wijk. We aten bij één van de vele “chifas” (Chinese restaurants). We kozen een iets betere chinees in de hoofdstraat onder de Chinese poort door, waar we “pescado tamarindo” (vis met tamarinde) met “chaufa” (nasi) aten. Weer eens iets anders. 🙂 We dronken er een Cusqueña Negra bij, een donker biertje, dat minstens zo lekker smaakt als in Nederland. In Lima zijn er meer mogelijkheden om het eten af te wisselen dan elders in Peru. Voor lekker eten kun je overigens in het algemeen beter naar Azië dan naar Zuid-Amerika gaan.
Op maandag bezochten we El museo de artes y tradiciones populares del instituto Riva-Agüero (Jr Camaná 459), waar mooi keramiek tentoongesteld werd. We probeerden el museo etnográfico José Pío Aza (Jr Callao 562) te bezoeken, maar dat was in tegenstelling tot wat op de deur stond tussen de middag gesloten. (We mompelen iets over arbeidsproductiviteit.) De meeste musea zijn helaas op maandag gesloten. Op dinsdag bezochten we nog het uitstekende Museo Banco central de Reserva del Perú, met een interessante, heel diverse collectie. Letterlijk in de oude kluis van de centrale bank konden we een collectie gouden voorwerpen bewonderen, die we in tegenstelling tot andere musea mochten fotograferen.
We zagen een bedelaar met een kleine geluidsinstallatie, we geloofden zijn zielige verhaal met allerlei referenties naar het geloof gelijk, maar niet heus.
We ontbeten in ons “stamcafé” Yabiku (Jr Ica 300), waar sommige “Limeños” (inwoners van Lima) ook hun dag beginnen. We aten vegetarisch bij het restaurant Los Frutales dat beter is dan El Paraiso de la Salud aan de overzijde, dat we eerder bezochten. ’s Avonds liepen we een lang stuk naar restaurant Vrinda, een ander filiaal van het ’s avonds gesloten Govinda, dat zo teleurstellend was dat we bij de naastgelegen chinees heerlijke (!) vis met veel groenten aten. De volgende dag aten we onze laatste lunch bij het Indiase Govinda (Jr Callao 480, sinds 1987), waar het eten in orde was en waar we lang geleden ook al eens aten. We aten o.a. samosa‘s. Als laatste kochten we nog een lekker appelgebakje bij een goede bakker en een Chanchomayo (een streek in Peru) koffie in een plastic isoleerbekertje bij een klein winkeltje. De laatste vijf sol besteedden we aan de laatste Peruaanse chocolaatjes.
We sliepen weer in het aangename, mooi gedecoreerde, betaalbare hostal España, waar we op de laatste dag ’s middags onze bagage bewaakt konden achterlaten.
We kochten zo’n 35 plastic 2,5 literflessen met mineraalwater, bij elkaar zo’n 25 euro. We deden talloze keren boodschappen in een kleine of grotere supermarkt, waar we vaak de plastic zakjes, die als snoepjes worden uitgedeeld, weigerden.
Na 35 dagen lichamelijke en geestelijke ‘loutering’ vliegen we op de langste dag van het jaar in Europa, maar de kortste dag van het jaar in Zuid-Amerika, terug naar huis. Met een beetje geluk krijgen we niet te maken met stakingen. Inderdaad niet.
De belangrijkste elektronische hulpmiddelen die ik tijdens onze reis door Peru gebruikte waren:
– Lonely Planet Peru
– OsmAnd (benodigde kaarten van tevoren downloaden)
– BackPackTrack II
– WordPress (ongeschikt voor offline gebruik!)
Daarnaast hadden we een recente, papieren Rough guide Peru bij ons. De Lonely Planet gebruikten we vaak om te bepalen waar we niet gingen slapen en verder voor details die soms niet in de Rough guide stonden (vooral over kleine, meer afgelegen plaatsjes, waar overigens de Footprint guide beter voor is). De volgende keer neem ik waarschijnlijk geen papieren reisgids meer mee.
Enige tips voor andere reizigers:
– Neem zo weinig mogelijk spullen mee. Wij reisden ieder met één 30-35 literrugzakje.
– Neem wat contact geld (euro’s, niet teveel) mee voor het geval er geen of een niet werkende geldautomaat is.
– Eet eerst iets voor je een overnachtingsplek gaat zoeken.
– Eet alleen in restaurants waar andere mensen zijn, bij voorkeur een vastgesteld menu (vooral in kleinere plaatsjes).
– Probeer overdag te reizen en de reisduur te beperken. Er is overal wat te zien.
– Specifiek voor Peru: gebruik geen geldautomaten van GlobalNet. De kleine lettertjes zeggen dat een geldopname 17,50 sol (bijna vijf euro) kost.
De volgende websites zijn handig voor reizigers:
– Travel Independent
– World standards – plug & socket types
– Prepaid Data SIM Card Wiki