jun 082018
 

We werden langzaam wakker van het vroege ochtendlicht. We pakten onze spullen in en liepen naar het kleine busstation achter het politiebureau. We waren ruim op tijd voor de enige dagelijkse directe marshrutka, weer een oud Ford transit busje, naar de grootste stad van de streek: Telavi (tijd heen: 9:20, tijd terug 15:00). Na het regelen van het transport kochten we in een supermarktje, dat ook dienstdeed als bakkerij, vers gebakken brood en kaas als ontbijt, dat we bij het busje aten. We sloegen bewust het ontbijt van het hostel over om te voorkomen dat we teveel zouden eten. De porties zijn hier vaak groot en erger: heel lekker. Veel Georgiërs zijn aan de dikke kant, omdat ze nog de eetgewoonten van een actieve agrariër hebben, terwijl ze nu een passief stadsleven leiden. De wat oudere chauffeur maakte niet veel vaart, een heel verschil met de dollemansrit van de dag ervoor. Oude, langzaam rijdende Lada’s werden nog wel ingehaald. Hier en daar stapten mensen in een uit. Je moet betalen bij het uitstappen, hoewel wij vooraf handgeschreven (!) kaartjes kochten om zeker te zijn van een plekje, dat we markeerden door onze waterflessen op de gewenste stoelen neer te leggen. De muziek was aangenaam, de uitlaatgassen die af en toe in het oude busje waaide waren minder aangenaam. De geasfalteerde weg van redelijke kwaliteit ging door de uitlopers van de bergen door diverse dorpjes. Langs de weg werd overal groenten en fruit verkocht, onder andere grote, rode tomaten en gele pruimen. In totaal duurde de reis ruim twee uur. We werden bij het oude busstation nabij de markt afgezet (er zijn in Telavi drie busstations, die gelukkig dicht bij elkaar liggen).

We dronken eerst koffie en we aten allebei de helft van een heerlijk, niet te zoet walnotengebakje. Oploskoffie is hier de norm en we moesten zoeken naar echt gezette koffie. We vonden vers gezette LavAzza koffie in een restaurantje, waar we later ook heerlijke lokale hapjes aten. Hanneke mocht bij uitzondering de WC van het personeel gebruiken.

We liepen rond de muren van het grote fort van de geliefde koning Heraclius II naar beneden, eigenlijk de enige bezienswaardigheid als je de christelijk orthodoxe kerken niet meetelt. Overigens waren deze kerken waarschijnlijk de eerste christelijke kerken in Europa, ervan uitgaande dat Georgië Europees is.

Wij vonden het vooral leuk om de sfeer van het provinciestadje te proeven. Op de markt zagen we naast verse groenten en fruit vooral praktische dingen zoals hoefijzers en -nagels, pannen en andere huishoudelijke artikelen. In het oog sprongen biefstukchampignons (oesterzwammen) en gepickelde groenten, zoals gepickelde lindebloesem (heel lekker!) en gepickelde hele tomaat. We mochten diverse soorten Tsjoertsjchela en Tklapi proeven. Tsjoertsjchela zijn walnoten aan een touwtje met gedroogd en gebonden sap, bijvoorbeeld van granaatappels. Tklapi is zongedroogd fruitsap in de vorm van vellen. In eerste instantie denk je niet dat het eetbaar is. Er was vers gemalen, heerlijk geurende koffie was te koop op de markt en in kleine winkeltjes. In een enkele winkel was er witgoed te koop.

Door het midden van de stad loopt een rivier in een grote betonnen bak naar beneden. Toen wij er waren, was er maar een klein stroompje, dat ’s ochtends wel wat toegenomen was door de regen, maar aan het formaat van de bak te zien, is dat soms nog wel eens heftiger.

’s Avonds aten we in het ruime en schone restaurant Dzveli Galavani, waar de ober zijn best deed om met Google translate uitleg te geven bij de menukaart. Ik at Khatchapuri Mingrelian (een soort pannenkoek gevuld met kaas) en Hanneke at gebakken forel waarvan het oogje afgedekt was met een halve olijf. We dronken Kazbegi, een licht Georgisch biertje uit een halve liter glas waarvan je het handvat met je hele hand kon pakken. Aan de citroengele muren hingen oude zwart-wit foto’s van de stad. Er stond een oude Russische radio met lange-, midden- en kortegolf banden en een ingebouwde platenspeler, waar de ober een langspeelplaat van Vladimir Vysotsky op legde toen ik ernaar ging kijken. Later werd er een oude plaat met onder andere een instrumentale versie van Let it be van de Beatles gedraaid.

We sliepen in hostel Heart of Telavi in een rustige zijstraat, waar we ontvangen werden door een oudere, wat kortademige vrouw met de naam Lia. Ze sprak een beetje Duits. We hielpen haar met het opmaken van het bed. De deuren, ook de buitendeur, zijn altijd open en Lia is altijd aanwezig. De kamer was bijzonder ruim. Op de houten vloer lagen grote oosterse tapijten. De hoge ramen hadden uitzicht op de grote Kaukasus bergen. Er was een grote kast met persoonlijke spullen aan één wand en een kleiner kastje aan een andere wand. Op reis gebruiken we overigens nooit een kast om te voorkomen dat we wat vergeten. ’s Avonds kregen we nog wijn, thee en wat van de ’s middags gemaakte aardbeienjam. Wij deelden de Tklapi met haar.

Er brak een stukje van een kies van Hanneke, dus we maakten een afspraak bij een goed bekend staande, Engels sprekende tandarts in Tbilisi voor de volgende middag. Sommige mensen komen hier om goedkoop kronen te laten zetten.

Het was zonnig en later op de middag bewolkt. Het werd 30 graden en omdat de stad aan de rand van een grote vallei ligt, was het wat benauwd door de wat vochtige lucht. ’s Ochtends regende het pijpestelen.

De toeristen die we tot nu toe tegenkwamen waren vaak Pools. Ze kunnen hier waarschijnlijk makkelijk communiceren in het Russisch en Georgië is voor hun waarschijnlijk ook goed betaalbaar.

Het Georgische valutasymbool lijkt een beetje op een gedraaid euroteken: ₾

Telavi, Kakheti · 81 nieuwe items · Album van Marcel Bokhorst
Telavi, Kakheti · 81 nieuwe items · Album van Marcel Bokhorst