Eergisteren hebben we het gezellige en fotogenieke bergstadje Ooty (voluit Udhagamandalam) in de Nilgiri hills verkend. Het is hier vooral in de avond en de ochtend behoorlijk koud. Het gras is ’s ochtends bevroren. Een warme chai smaakt dan extra lekker. De mensen zijn hier heel gemoedelijk. Zelfs de rickshaw chauffeurs dringen niet aan. De uitgebreide fruit-, groente,- vis-, vlees- en spullenbazaar is een lust voor het oog. Een gedeelte van de bevolking is hier moslim. In de middag werden de moslims en christenen toevallig tegelijk opgeroepen; de moslims beginnend met ‘Allah Akbar‘ en de christenen met een kerkklok. De hindoes kennen geen oproep.
Gisteren hebben we met de goed bekendstaande gids Sheriff een dagtrekking gedaan. We gingen door natuurlijke bossen, door de Engelsen aangelegde eucalyptusbossen en half rondom een prachtig blauw meer. Bijzonder was een bezoek aan een tempel en dorpje van de Toda people. We mochten in één van de huisjes, waar we thee met buffelmelk van een oud Toda-vrouwtje kregen. De binnenkant van het huisje was zwart geblakerd door het vuur.
Een Toda-huis wordt in een week van bamboe, riet en buffelhuid met klei gebouwd. Elk jaar wordt het waterdichte dak van riet vervangen. De huizen zien er erg stevig uit. De Toda people mochten zelf hun partners kiezen en ook scheiden. Het oude vrouwtje (70 jaar), met haar in de Engelse tijd aangebrachte tatoeages in de nek en op de enkels, had zes of zeven partners gehad. De Toda people hebben een eigen taal. De gids, die overigens ook uitstekend Engels sprak, communiceerde in het Tamil met haar. Hun religie draait om de buffels. De enige attributen die daarvoor gebruikt worden, zijn een ghee-lampje en een fraai gebogen draad die de horens van een buffel voorstelt. De deur van de tempel is erg klein, omdat jonge jongetjes de priesters zijn. We bezochten ook nog een kleine eucalytus-distilleerderij. Er zijn nog ongeveer 65 dorpjes met in totaal 1000 mensen.
De tocht deden we samen met een Engels/Duits stel. ’s Avonds hebben we nog gezellig uitgebreid met ze gegeten in een restaurant waar ze ook Noord-Indiase gerechten, zoals Paneer Mutter, serveren. Het was een heel gedoe om al het gewenste te krijgen. Ze hadden het niet, wel, later en dat ene gerecht toch weer niet.
Vandaag zijn we met de bus via Coimbatore (3 uur) naar Pollachi (een uur) gereisd met als doel om morgen naar het Indira Ghandi National Park te gaan. De bus gaat vanuit Pollachi naar het plaatsje Topslip dat in het park ligt. We slapen vannacht in prima hotel Sakthi. Daarna gaan we waarschijnlijk door naar Munnar. Helaas konden we niet mee met de beroemde miniatuurtrein naar Mettupalayam, want die is de komende dagen volgeboekt. De weg naar beneden met de bus was met zijn vele haarspeldbochten en mooie uitzichten echter ook de moeite waard!
Ik heb het nog steeds erg goed naar mijn zin in India!