sep 252010
 

Over een bochtige weg reisden we met de bus in ca. 3 uur van Plovdiv naar het in het Rodopi-gebergte gelegen dorpje Smolyan (Смолян; 1000 m). De temperatuur was daar wat lager en heel aangenaam (zo’n 20 graden). We sliepen in het goed bekend staande Three Fir Trees house. De vrouwelijke eigenaar, Milena, is reisleidster geweest en sprak aardig Duits en wat Engels. Het ontbijt was overdadig goed! Banitsas (Баница; Balkan pasteitjes van bladerdeeg), pannekoekjes, twee soorten taart, eieren, ham, kaas, feta, tomaatjes, tapenade,  geroosterd brood, muesli, yoghurt, druiven; alles keurig gepresenteerd.

Overdag wandelden we door het nabij gelegen watervallen-ravijn (ca. 7 km heen) met vele kleine en grote kletterende watervalletjes in een prachtig bosachtig gebied met veel geurige dennen. Het beekje zijn we vele keren via kleine, houten bruggetjes overgestoken. Het pad is onderdeel van een wandeltocht van twee weken via allerlei bergdorpjes naar de Griekse grens, waarvoor ik misschien nog wel eens beter voorbereid terugkom. Terug naar het stadje kwamen we langs lelijke, verlaten industrieterreinen en -gebouwen, waarschijnlijk uit de Sovjet-tijd. Zelfs in kleine stadjes zijn er in die tijd lelijke, grijze betonnen flats gebouwd, waar nu vaak stukken beton door de betonrot vanaf brokkelen. Toch heeft die lelijkheid een bepaalde charme die Bulgarije maakt zoals het nu is. Je kan hier een stapel hout voor de kachel in de winter onder een airco voor de zomer tegenkomen.

De volgende, wat bewolkte dag huurden we een oude, benzine-slurpende Peugeot om de met het openbaar vervoer moeilijk bereikbare omgeving te verkennen. Ons eerste bezoek was aan een grot bij het plaatsje Yagodina. Om daar te komen moesten we een kilometers lange, smalle, weg volgen door een hoog en smal ravijn langs een riviertje. De grot was bijzonder mooi, anders dan ik tot nog toe gezien heb, al was het alleen maar vanwege de unieke “parels” die in een paar honderd jaar gevormd worden door marmer dat zich afzet rond een zandkorrel. Verder waren er veel verschillende formaties, zoals dendrieten (korreltjes die aan de muren groeien) en luipaardhuid (een een soort kuiltjes). Het is de langste grot van het Rodopi-gebergte en de diepste van Bulgarije.

Een klein stukje verderop bezochten we ook een wat kleinere grot die 6000 jaar geleden al bewoond werd door kleine groepjes mensen. Er waren potscherven, botjes, schelpen, vuurstenen, vuurplaatsen, etc. van zo’n 800 jaar oud, die een goed beeld gaven van in welke omstandigheden de mensen toen leefden.

Na een heerlijke lunch (bonensoep, forel en zelfgemaakte patat) bezochten we een grotere grot, genaamd Devils’ Throat (Пещерата Дяволското гърло), met binnenin een hoge (45m), bulderende waterval in de buurt van het plaatsje Trigrad. We moesten een steile trap bestaande uit zo’n 300 treden beklimmen om naar de andere uitgang te komen.

Het warme mineraalbad bij het plaatsje Devin (Девин) was helaas leeg en gesloten. Dat was niet zo erg, want het was toch al laat geworden. Bovendien was de slechte weg er naartoe op zich al de moeite waard. De Romeinse boogbruggen in Shiroka Luka (Широка лъка) waren in onze ogen niet zo heel bijzonder. Nog voor het donker waren we weer terug in Smolyan. Gezien de slechte staat van de wegen was dat ook het beste. Bij elkaar was het een heel leuke dag!