Gisteravond zijn we na een goede reis aangekomen in de hoofdstad van Jordanië, Amman. Na een lekkere falafel sliepen we in het door de reisgids aanbevolen Palace hotel.
Vandaag zijn we na het ontbijt verhuisd naar het goedkopere en naar onze smaak sfeervollere Baghdad Grand hotel even verderop.
Rond het middaguur bezochten we de grote citadel op Jebel al-Qala’a (ca. 850 m), één van de oorspronkelijk zeven heuvels waarop Amman gebouwd werd. De geschiedenis gaat terug tot de bronstijd. Zichtbaar zijn nog de gerestaureerde resten uit het Romeinse tijdperk, o.a. een paleis van Heracles, een audiëntie hal, een enorme cistern (waterreservoir) en een Byzantijnse Basilica. Er is een mooi uitzicht op diverse delen van Amman en op de grootste vlag van Jordanië (135 meter hoog en 60 bij 40 meter groot). Het nabij gelegen nationale archeologische museum was overzichtelijk en zeer de moeite waard. Een verrassing was een aantal leren bladzijden van de Dode Zee rollen.
Na een laat middageten en thee met baklava bezochten we eerst het Nymphaeum en daarna het sfeervolle Romeinse theater. Er zijn zo’n 6000 zitplaatsen en het werd oorspronkelijk gebouwd in de tweede eeuw na Christus.
Het weer is heel aangenaam, het is zonnig, zo’n 25° en er staat een licht briesje. De mensen zijn bijzonder vriendelijk. Ik voel mij hier heel welkom.