Bij de dienstuitgang van Jerash gingen we met een minibusje naar het busstation. Hier aten we wat en spraken met een meisje dat Engels met ons wilde oefenen. Van verschillende mensen kregen we verschillende aanwijzingen over waar de bus naar Irbid (إربد) zou vertrekken. Uiteindelijk reed de bus naar de andere kant van het kleine station dan waar we stonden, wat verder geen problemen opleverde.
Het hotel dat we hadden uitgekozen, al-Ameen al-Kabeer bleek vol te zijn (later bleek dat de kamers opnieuw geverfd werden). Het kostte enige tijd om een ander, niet al te duur hotel te vinden. Na een Turkse koffie met kardemom, werden we door 3alaa, die ons aansprak, naar het eenvoudige hotel Turism gebracht (zonder warm water).
3alaa bood ons aan om de volgende dag met ons naar Umm Qais te gaan. Ook nodigde hij ons uit om mee te gaan naar zijn huis. We kregen thee en wat later een maaltijd aangeboden. We werden voorgesteld aan de mannelijke helft van de familie, waaronder een jongen met de naam Noosh, die zichzelf een romanticus vond. Hanneke heeft ook een poosje bij de vrouwen in een ander vertrek gezeten. Het was heel gezellig! Uiteindelijk bleek 3alaa een examen op de universiteit te hebben, zodat het helaas praktisch gezien niet mogelijk was om samen naar Umm Qais te gaan.
Irbid is een grote, maar geen ongename stad. Zo’n 60% van de Jordanen woont in Irbid (600.000 inwoners), Amman (2,5 miljoen inwoners) of Zarqa (750.000 inwoners).