Het busstation van Qena was op een heel andere plaats dan de reisgids aangaf. Eigenlijk is de reisgids hier slecht bruikbaar, omdat toerisme hier eigenlijk niet toegestaan is. Gelukkig zorgt dat er juist voor dat de mensen bijzonder aardig en behulpzaam zijn, vooral als ze merken dat je een paar woordjes Arabisch spreekt. Een taxi bracht ons naar het bijna buiten de stad gelegen busstation.
Ook hier moesten we geduld hebben. Het probleem was hier niet de prijs, maar meer dat de chauffeurs het niet aandurfden om ons mee te nemen. Ik liet mijn paspoort met het visum van Egypte zien, compleet met glimmend hologram en vette stempel. Het maakte wel indruk, maar het hielp niet. Op een gegeven moment kwam er een mini-busje vol met militairen aan. Ik ging er bewust bij staan. De chauffeur van dit busje had waarschijnlijk net goed verdiend. Er waren op dat moment verder geen passagiers voor Port Safaga. Na even aarzelen mochten we met de vriendelijke man mee terugrijden naar Port Safaga voor de gewone prijs. We hadden dus het busje voor ons zelf. Slechts twee sardientjes in een groot blik 😉
Bij het verlaten van het Qena-district werden we bij een controlepost aangehouden. De chauffeur praatte eerst met de officier en daarna werd ik erbij gehaald. Ik groette alle mannen keurig in het Arabisch. De officier vroeg mij in vloeiend Engels, waar ik hem voor complimenteerde, of ik wist dat het ons niet toestaan was dat we hier reisden. Ik zei dat ik dat niet wist. Na nog een aantal vragen over hoe we daar gekomen waren en of we nog terug zouden komen, mochten we gelukkig door. We schudden handen en zeiden vriendelijk gedag tegen elkaar. De controlepost van het Rode Zee district wilde mij wel even zien, maar deed niet moeilijk.
We reden ongeveer 2,5 uur (ca. 175 km) met wisselende snelheden door een leeg, woest woestijnlandschap, met aan het einde oude, enigszins dreigende, zwarte bergen. Bijzonder mooi!
In Port Safaga vroeg ik de geen woord Engels sprekende chauffeur om ons af te zetten bij een eetgelegenheid. We aten lekkere foul met patat (dunne plakjes gebakken aardappel), gebakken, gelukkig niet te vette aubergine en sterke geitenkaas met pita-broodjes bij een uitzonderlijke combinatie van ahwa (koffiehuis) en restaurantje. In Egypte heeft elke zaak normaal gesproken slechts één functie. Als je koffie met baklava in een ahwa wilt gebruiken, dan moet je de baklava eerst ergens anders kopen en meebrengen.
We reisden verder naar Hurghada met een service-taxi (ca. een uur). In dit geval met een heel oude Peugeot 504 met ons voorin en nog zes andere mensen (twee kinderen) achterin op de banken. Langs de Rode Zee kust zagen we echt overal resorts. Veel zijn er niet afgebouwd, omdat de koralen hier inmiddels zwaar beschadigd zijn. Het is hier nog steeds lekker weer, zonnig en ruim boven de 20 graden, hoewel hier veel meer wind is dan landinwaarts. We hoorden dat het vorige week twee dagen geregend had, waarschijnlijk de enige twee dagen van het jaar.
We sliepen in het eenvoudige, maar niet slechte Happy Land hotel in de oude wijk ad-Dahar, waar we heel gastvrij ontvangen werden. We hebben een poosje gezellig op de gemeenschappelijke bank zitten praten. We ontmoetten daar ook een aardige 50-jarige Duitse man die blij was dat hij even Duits met ons kon spreken. Later spraken we in de souq nog met twee jonge Amsterdammers die in een resort verbleven. Ze vonden het “echte” Egyptische eten lekker. We zijn daar maar niet op ingegaan.
Hurghada is een aardig stadje om een dagje extra te blijven. Zo kunnen we ook meteen de was doen. In het eerste gedeelte van de souq zijn er veel toeristische winkeltjes, maar als je doorloopt wordt het authentieker. Een souq kan je je het beste voorstellen als een Oosterse straatmarkt met winkeltjes waar de waren ook buiten staan. Denk er ook ongelijke, stoffige straatjes en rondslingerend vuil bij. Naast kraampjes met kruiden, groenten en fruit, welke vaak alleen uit een kleedje bestaan, zijn er ook winkeltjes met kleinhuishoudelijke en luxere artikelen, zoals mobiele telefoons. Hier en daar kan je een broodje vlees, falafel of foul eten. De olie is vaak oud. Dit is iets waar we altijd goed op letten. Verder zijn er hier en daar ahwa’s (koffiehuisjes), waar voornamelijk thee wordt gedronken en shisha (waterpijp) wordt gerookt. Hierdoor zijn er veel mensen die enkele lelijke voortanden hebben of ze gewoon missen.
We hebben geprobeerd om langs de Rode Zee te lopen, maar die wordt vrijwel geheel aan het gezicht onttrokken door de vele resorts, die hier vooral populair bij de Russen zijn.
@Khaled en Jannie: bedankt voor het achterlaten van de dompelaar en de thee, we gebruiken hem vaak!