okt 012011
 

In het dorpje Magdalena de Cao was niet zoveel te beleven, daarom reisden we door naar de grotere stad Chiclayo (totaal ca. 3 uur). De bus die langs de Pan Americana in Chocope stopte vroeg teveel geld. Door simpelweg te wachten met instappen ging de prijs met 50% omlaag. Er zijn hier maar weinig dingen waar de prijs van vaststaat. Over de prijs van een hotel heb ik ook al diverse malen onderhandeld. Ik ben niet uit op de laagste prijs, maar wel op een normale prijs. De mensen zijn hier arm, ongeveer 5% van de mensen leeft op het randje van het bestaan en ongeveer 40% van de mensen leeft onder de armoedegrens. Vaak geef ik daarom achteraf toch de gevraagde prijs of leuke fooi. Een paar dagen geleden betaalde ik de busrit van een oude, tandeloze man naast mij. Hij zat letterlijk de weinige centjes die hij had te tellen om de bus te betalen. Hij was echt heel erg blij. Volgens de Peruanen is de economie in Peru gestabiliseerd. Er is hier geen financiële crisis of, zoals mijn aardrijkskunde leraar ooit over de Sovjet Unie zei, er is hier altijd crisis. Voor het idee: we geven hier samen ongeveer 25-30 euro per dag uit.

We slapen in hotel Pyramide Real. De kwaliteit van de voorzieningen voor de toeristen en de wat rijkere Peruanen zijn sinds wij hier samen meer dan 10 jaar geleden waren enorm vooruit gegaan. De bussen zijn vaak modern, schoon en voorzien van video. Voor een klein beetje meer geld kun je in lange afstand bussen zelfs een bed krijgen (de afstanden zijn hier groot en anders is de reistijd wel lang). De goedkopere hotels waar we tot nu toe in hebben geslapen zijn allemaal heel netjes. Geen stoffige kamers met doorhangende bedden en vuile lakens meer (hoewel die er in het allergoedkoopste segment best zullen zijn).

Chiclayo is een grote, maar gemoedelijke handelsstad voor landbouwproducten en producten uit het Amazone gebied. Het is hier weer wat warmer, want we zijn weer een stukje dichterbij de evenaar gekomen (die ligt in Ecuador ten noorden van Peru). ‘s-Ochtends is het nog wel mistig, maar in de loop van de ochtend breekt de zon door en wordt het lekker warm.

We bezochten de grote Mercado Modelo (één van de grote, levendige markten). Ook hier is de vooruitgang goed te zien. Je kunt hier alles kopen wat je voor je huishouding nodig hebt en nog heel veel meer. De groenten worden aangeprijsd met een kleine omroepinstallatie. We zagen meloentjes van slechts twee vuisten groot en een jongen met een kruiwagen vol met bananen voorbij komen. Ook zagen we één curandero bezig met het mengen van … geen idee. Ik vermoed dat er hier niet zoveel meer van deze genezers zijn en dat de mensen eerder naar één van de vele farmacias (apotheken) gaan. De volgende dag ontdekten we nog een gangetje in de overdekte markt met de waren van/voor curanderos. Een gedeelte van de waren zijn potjes uit moderne fabrieken.

‘s-Avonds aten we heerlijk vegetarisch in het Hare Krisna restaurant Govinda. Weer eens wat anders dan rijst met bonen, hoewel ik ‘s-middags gefrituurde vis met rijst en dikke erwtensoep at, ook eens wat anders 😉 Dat is de reden dat we steeds op zoek zijn naar menu (van de dag). Het is steeds een verrassing wat je krijgt, maar het is vrijwel altijd goed en heel goedkoop. Je kunt meestal kiezen uit een aantal voor- en hoofdgerechten en er zit vrijwel altijd een zelfgemaakt drankje bij. De mensen zijn bijna altijd blij dat je komt, want ze moeten er van leven.

De volgende dag bezochten we met een colectivo het stadje Lambayeque, vooral bekend om zijn musea en houten balkons. We bezochten museo de las Tumbas Reales de Sipán. Er is een enorme collectie met prachtig aardewerk in allerlei wonderlijke vormen, koralen halskettingen, vele koperen, zilveren en goude sieraden en ceremoniale voorwerpen en een paar halfvergane skeletten. Deze schatten zijn gevonden in de dertien tombes van de piramide tempel Sipán. Het museum was donker en de voorwerpen goed verlicht. Ook hingen overal foto’s van de verschillende stadia van de opgravingen. Het museum zelf bestaat uit drie verdiepingen en is piramide-vormig. Het is zonder meer een prachtig museum.

We zagen het waarschijnlijk langste koloniale balkon van Zuid-Amerika van Casa de la Logia o Montjoy (64 meter). Op ons maakte het geen grote indruk, omdat we al zoveel koloniale steden hebben gezien.

Voor de afwisseling reizen we morgen door naar Cajamarca in de Andes.