Vandaag bezochten we Gocta. Afhankelijk van hoe er gemeten wordt, is dit de derde hoogste waterval van de wereld. De waterval bestaat uit twee delen. Het bovenste deel is 231 meter hoog, het onderste 540 meter. De waterval werd pas in 2002 “ontdekt” door een niet bijgelovige Duitser. De ‘locals’ hebben de waterval lange tijd geheim gehouden, omdat ze geloofden dat ze vervloekt zouden worden door de meerminnen die onderaan de waterval zouden leven als ze over de waterval zouden vertellen.
Om de waterval te bereiken gingen we met een mototaxi naar het dorpje San Pablo de Valera (1900 m). In zo’n drie uur gingen we over een goed pad omhoog naar de bovenste waterval (ca. 2220 m). Het eerste gedeelte van het pad was open. We konden het dorpje Cocachimba en diverse watervallen aan de overkant zien. Het tweede deel van het pad ging door dichte begroeiing. Af en toe konden we de bovenste waterval tussen de bomen door al zien.
Aan het eind van het pad ervaar je pas hoe hoog de waterval is. Helemaal aan het einde is er nog een trap omhoog en als je wilt, kun je zelfs onder de waterval komen en zwemmen in het koude water. Het water valt letterlijk maar beneden en verstuift gedeeltelijk, wat een mooi lichteffect in de zon geeft. Afhankelijk van hoe de wind staat, wordt je een beetje of heel erg nat van de spetters.
Terug omlaag lopen naar het dorpje kostte een uur minder. Gelukkig was het half bewolkt. In het kleine dorpje wachtten we bij een vervallen adobe kerkje een poos op een colectivo, maar de enige colectivo van de middag vond dat er niet genoeg passagiers waren om weer naar beneden te rijden. We konden dus niet anders dan lopen naar de geasfalteerde weg beneden om verder te liften. Gelukkig kwam er ongeveer halverwege toch nog een auto naar beneden, die ons het laatste stuk naar de weg bracht. Daar hadden we geluk, want we mochten meteen achterop een gemotoriseerde bakfiets mee. De lading bestond uit caña (suikerriet) en paltas (avocado’s). Krap een half uur later waren we terug in Pedro Ruiz (ca. 16 km).
Omdat we de hele dag op een half broodje, een paar bananen (eigenlijk platanos, bakbananen) en een paar handjes ongebrande pindas hadden geleefd, gingen we meteen eten. Het restaurant schuin aan de overkant kan goed papas fritas (verse patat) maken. De patat is hier naar onze smaak vaak te bleek gebakken.
Zo’n beetje alle mannen van het dorp keken een internationale voetbalwedstrijd Chili – Peru, maar helaas: “da perdido” (geeft verlies). Net zoals in Nederland kun je duidelijk horen wanneer er gescoord wordt.