Met een bus reisden we vanaf de in de stad gelegen ‘do-garaji’ (‘dolmuş’-garage) naar Antalya, waar we na een pittige ‘menemen’ (roerei, groenten en brood) op de ‘otogar’ (busstation) onze weg met een mini-bus (halve bus) naar Fethiye vervolgden. We liepen de drie kilometer naar de wijk Karagözler, waar we verbleven in het vriendelijke ‘pansiyon’ Tan. Op het dakterras genoten we met wat nootjes en een drankje van een fantastisch uitzicht op de haven van Fethiye. Vanuit het centrum zagen we de Lycische rotstombe van Amyntas. Vlakbij het ‘pansiyon’ is een klein, vervallen Romeins theater.
De volgende dag wandelden we de acht kilometer naar Kaya Köyü. Eerst bovenlangs het Romeinse theater en langs het ridderkasteel en dan verder omhoog door de bergen om vervolgens weer af te dalen naar een vallei, met ondere andere het dorpje Kaya. Het rood/wit gemarkeerde pad was soms moeilijk te volgen en de wegwijzers klopten niet allemaal, zeker niet de aangegeven afstanden. Kaya Köyü is een verlaten spookstad. Dit komt door een gedwongen bevolkingsuitwisseling in 1923 na de Grieks-Turkse oorlog van 1919-1922. Er zijn ongeveer 600 vervallen huizen.
We gingen terug naar Fethiye met een ‘dolmuş’, waar we in het centrum een verse ‘pide’ aten. In de ‘dolmuş’ passeerden we Ölüdeniz, een verschrikkelijk toeristisch stadje, waar we nooit zouden willen verblijven.
Het landschap in het zuidwesten van Turkije is bergachtig, meestal begroeid met heerlijk geurende dennenbomen. Veel afwisseling is er helaas niet, maar wellicht is dat te wijten aan het jaargetijde.
Op dit moment zijn er schermutselingen tussen Syrië en Turkije in het zuidoosten. Gelukkig zijn we daar te ver vandaan om er last van te hebben. Om te reizen langs de zuidoostelijke grenzen heb je als toerist om evidente redenen sowieso speciale toestemming nodig. Turkije grenst direct aan Syrië, Irak, Iran, Armenië, Georgië, Bulgarije en Griekenland.
Voor degenen die zich afvragen hoe wij onze bestemmingen kiezen: we proberen de meest toeristische plaatsen te vermijden, tenzij er een heel interessante bezienswaardigheid is, zoals bijvoorbeeld Efes of Pamukkale. Het reizen proberen we te beperken tot enkele uren per dag en in sommige plaatsjes slapen we om praktische redenen twee nachten. We volgen grofweg een route met de klok mee, maar verder is er geen enkele logica. Hanneke kiest soms een plaats op basis van een mooi klinkende naam.