De jonge taxichauffeur in een lege taxi die ons naar het busstation bracht grapte dat hij “bezet” was, toen Hanneke vroeg of hij bezet was. Het kantoor voor de tickets voor de bus naar Meknes via Azrou (ca. 2,5 uur) was een grote lege ruimte met daarin alleen een klein tafeltje en een stoel. De verkoper was heel behulpzaam, hij riep zelfs iemand om ons naar de bus te brengen. De bus was schoon en comfortabel, net als de meeste bussen vandaag de dag, hetgeen een grote tegenstelling is met 10 jaar geleden. De reis ging over een mooie hoogvlakte op zo’n 1800-2000 meter hoog, met hier daar nog grote plekken sneeuw. Aan het einde daalden we af door een cederbos, waar ook de grond nog bedekt was met plekken sneeuw.
Voor andere reizigers: het busstation van Midelt is verplaatst naar de rand van de stad en het is noodzakelijk om een taxi (7 Dh) te nemen, want het is te ver om te lopen. Het is ook mogelijk om bij het benzinestation bij de rotonde op een bus te wachten, met als risico dat de bussen vol zijn en/of op een slechte zitplaats.
Azrou (ca. 1250 m, ca. 200.000 inwoners) betekent in één van de Berbertalen (er zijn volgens zeggen zeven dialecten) “rots“, die zichtbaar is vanuit een parkje bij een moskee aan de rand van de stad. We sliepen in het eenvoudige, maar mooi gedecoreerde hotel Salam (“vrede“), waar we wat reisverhalen met een Italiaanse jongen en een Colombiaans meisje uitwisselden. Zij wandelden langs de wegen en sliepen in een tent. Toevallig zagen we eergisteren een reportage over Colombia en we weten nu dat het veilig is om daar als toerist te reizen als we een paar gebieden mijden.
Later in de middag, na het heetste moment van de dag, klommen we langs een klein riviertje met diverse watervalletjes door een bos omhoog naar het verlaten klooster van Tioumliline. Het klooster had een vriendelijke sfeer, een gedeelte wordt gerenoveerd, wellicht als hotel, maar de weg ernaartoe was het meest interessant.
Voor andere reizigers: volg het pad aan de rechterkant (westkant) van de begraafplaats net buiten Azrou en blijf op de rechteroever van het riviertje en steek pas bovenop over. Het is mogelijk om aan de andere kant van de berg over paadjes van schaapsherders terug af te dalen. Volg de regionale weg een stukje naar beneden en daarna een pad links het land in, net voorbij een boerderij, en blijf links aanhouden, zonder het bos in te gaan.
Azrou heeft een wat verborgen, leuk oud gedeelte, inclusief een sloppenwijkje.
Onze volgende bestemming is Fez, omdat we gehoord hebben dat het toeristische gebeuren wel meevalt. We kunnen ons nog herinneren dat we ooit in een brak hotel met halve lakens nabij bab Boujeloud geslapen hebben.