Met de bus reisden we rond het middaguur langs de brede grensrivier terug naar de zuidelijker gelegen, grotere stad Narva (bus 31, 13 km, 30 min, 89 cent). Onderweg zagen we langs de rivier hier en daar monumenten en begroeide graven, waarschijnlijk voor/van gesneuvelde militairen.
Het treinstation van Narva was op de douane na verlaten (je kunt vanaf hier maar St Petersburg reizen), dus we konden niet vooraf een kaartje kopen, maar we kwamen al snel te weten dat het geen enkel probleem is om in de trein een kaartje te kopen.
We wandelen langs een mooie kerk met een hoge, zilverkleurige toren (Aleksandri kirik) en langs de grensrivier richting het centrum van de stad, waar we een mooi uitzicht hadden op de twee grote, gerestaureerde kastelen aan beide zijden van de rivier en de brug met daarvoor en daarop een lange rij traag bewegende auto’s, die de zwaar bewaakte grens aan het oversteken waren.
We aten een klein, warm hapje en dronken een bakje thee en een kopje koffie bij het café van hotel Narva.
Na de lunch bezochten we de grote, orthodoxe kerk van de wederopstanding.
In het centrum keken we even rond in de kringloopwinkel (‘Humana 2’) en kochten we in de supermarkt een snack voor in de trein.
Op de terugweg naar de trein deden weer nog een bliksembezoek aan het kasteel van Narva.
Narva was minder somber dan we eerst dachten en de moeite van een bezoekje waard.