We bezochten de 3800-4000 jaar oude ruïnes met de welluidende naam Tumshukayko, slechts één kilometer van de Plaza de Armas (plein en centrum van de stad) van Caraz (2290 m). De ruïnes van de Huaraz cultuur liggen op een prachtige plaats. Rondom zijn er grote bergen en de twee pieken van de hoogste berg van het continent, Huascarán (6768 m) zijn duidelijk zichtbaar. Beneden stroomt een grote rivier (Rio Santa, heilige rivier) door een mooi groen dal. Overal liggen stenen en hier en daar staan nog gedeelten van muren overeind. Het dak dat de belangrijkste muur moet beschermen tegen het weer is dringend aan onderhoud toe.
Eigenlijk wilden we Cañon del Pato bezoeken, maar er was geen transport, omdat het een katholieke feestdag was. Señor de los Milagros (de Heer van de Wonderen) wordt twee dagen gevierd. Een groepje kinderen was bezig om een groot kruis op straat te maken met zwarte en paarse drab, die rook naar asfalt. Het zwarte kruis werd gevuld met bloemblaadjes, die een ander groepje kinderen ijverig aan het plukken was. Verder was er een kleine processie met erg valse muziek. Een klein groepje mannen bracht al wiegend een afbeelding van Señor de los Milagros naar de bank en daarna naar een kloostertje, schuin aan de overkant van ons hostal La Casona.
De volgende dag gingen we met een bus (Yungay expres) naar Huallanca (ca. 1450 m), met als enige reden om door de spectaculaire Cañon del Pato te reizen. Er zijn 35 smalle, ruw uitgehakte tunnels waar de bus maar net in past. De stoffige weg is op sommige plaatsen bijna net zo breed als de bus en als je je hoofd uit het raam steekt, kijk je vaak honderden meters recht naar beneden, waar een grote rivier stroomt. Op diverse plaatsen wordt elektriciteit opgewekt. Het personeel dat de installaties aanlegt en onderhoudt, woont in een eigen stadje, net voor Huallanca. Het dorpje zelf is niet zo interessant, dus we namen de tweede bus die langskwam terug (de eerste bus was vol). Omdat er nu veel tegenliggers waren, moest de bus af en toe een stukje achteruit rijden om een andere bus of vrachtwagen te laten passeren. Je hoopt dan maar dat hij niet het ravijn inrijdt … Deze veel langere weg, wellicht één van de meest spectaculaire van Peru, komt uit in het vriendelijke Santa waar we eerder waren (8 uur).