Weer met een bus (er zijn geen treinen in het zuiden) reisden we in ca. 2,5 uur naar Yatağan, waar we na een poosje wachten overstapten op een ‘dolmuş’ richting Bodrum. Helaas werden we ver van het centrum van Milas aan de weg afgezet. We liepen daarom naar het centrum en daardoor kwamen we langs een Turkse bruiloft, waar we werden uitgenodigd om mee te eten. Er waren diverse ‘mezzes’ op plastic bordjes en vlees (o.a. kip), wat we beleefd weigerden. Ook was er zoete ‘halva’ (gemaakt van sesam, suiker en honing). Mensen met rode zakdoeken om hun hals of om hun arm zorgden ervoor dat niemand wat te kort kwam. We gaven de bruidegom, strak in het pak, een hand en wensten hem veel geluk. Er was harde Turkse live-muziek (trommels en een soort houten klarinet). Enkele mensen dansten op een voor ons vreemde melodie. Veel mensen waren behoorlijk beschonken van het vele bier en de flessen raki. Een erg dronken man kwam afscheid van ons nemen. We schudden wel vijf keer handen, waarschijnlijk was hij de eerste vier keer alweer vergeten …
We overnachtten in het goedkope, maar goede ‘otel’ Yazar. Er is een prima ontbijtbuffet, hoewel de variatie van dit soort ontbijten te wensen overlaat. Er is altijd ei (net zo slecht voor je hart als roken!), wit (stok)brood, tomaat, komkommer, groene en/of zwarte olijven, soms kaas (niet altijd lekker) en jam van vaak matige kwaliteit, die we toch nooit eten. Een enkele keer eet ik honing. Het lieflijke stadje wordt duidelijk nauwelijks bezocht door toeristen, dus hier geen gepluk en gewoon normale prijzen. Milas is één van de leukste stadjes waar we geweest zijn (en slechts zo’n twee uur van Izmir waar we zijn gestart).
De volgende dag bezochten we de Carische ruïnes van Euromos. Ze liggen aan de weg naar Söke en zijn dus gemakkelijk bereikbaar met een ‘dolmuş’ (ca. 10 km van de ‘otogar’). De lang geleden geplunderde ‘necropolis’ ligt tussen olijfbomen. Niettemin graven mensen nog steeds illegaal gaten op zoek naar waardevolle dingen (zouden ze wat met een metaaldetector gevonden hebben?). Wat hogerop is er een Zeus-tempel, waarvan de immense Korinthische zuilen nog steeds overeind staan. Moeilijker te vinden was het theater, dat duidelijk weinig wordt bezocht (de reisgids rept er met geen woord over). Gelukkig stond de juiste plaats aangegeven op Open Street Maps. Op de commerciële Garmin Navteq-kaarten staat Euromos twee kilometer te ver zonder details aangegeven.
Aan het einde van de middag slenterden we door de bazaar. We dronken thee in de sfeervolle 18de eeuwse karavanserai Çöllühanı. Het ziet er vervallen uit, dus ik vraag mij af of er nog wel eens mensen slapen. Om kwart over vier galmde de oproep van de naastgelegen laat-Ottomaanse Belen ‘camii’ (moskee) door de binnenplaats.
In het verlengde van de straat van ons hotel is hogerop in een parkje een mooie Romeinse graftombe met de naam Gümüşkesen (zilversnijder). We liepen terug naar beneden door steegjes waar we veel foto’s namen, o.a. van diverse deuren. Beneden was er een grote groentenmarkt, waar we heerlijke zoete witte en blauwe druiven kochten. Groenten en fruit zijn hier heel goedkoop, ongeveer 1/10 van de Nederlandse prijs.
Ook in deze stad is er weer een stadsomroep, letterlijk dan. In de hele stad hangen megafoons. We hebben gehoord dat er officiële mededelingen worden gedaan, zoals geboortes en sterfgevallen.
Het draadloze internet is hier snel genoeg om met wat geduld mijn favoriete series, o.a. Doctor Who, te downloaden (ik doe dat dan wel via een privé OpenVPN-netwerk om problemen te voorkomen). Het is beter om deze op het kleine schermpje van mijn smartphone te kijken, dan te kijken naar de altijd nagesynchroniseerde Turkse televisie, met vaak gedateerde films.