Vanochtend zijn we na het ontbijt met een tuk-tuk (maximaal genieten van de smog, die overigens best meevalt) naar het belangrijkste treinstation van Bangkok gegaan (Hua Lamphong). Met de trein (2e klasse, special express diesel railcar, met tot onze verrassing een maaltijd onderweg) zijn we naar Ayutthaya, zo’n 80 kilometer ten noorden van Bangkok, gereisd.
De stad, één van de voormalige hoofdsteden van Thailand, is vol met ruïnes van tempels. De stad is eigenlijk een eiland, waar drie rivieren omheen stromen: Chao Praya (dezelfde als door Bangkok stroomt), Lopburi en Pasak. De uit bakstenen opgetrokken, ca. 500 jaar oude tempels bezochten met de fiets (links rijden!). We bezochten Wat Pra Mahathat, Wat Na Pra Mana en Wat Chai Watthanaram.
De middagmaaltijd nuttigden we in een lokaal, wat afgelegen restaurantje dat niet erg toeristen gewend leek. Het was een simpele, maar lekkere maaltijd. De man die onze aandacht trok, had wat whiskey op en was waarschijnlijk wat gezelliger dan normaal, maar niet vervelend (de Thai zijn vrij timide). We hebben hem een paar euro muntstukken gegeven, waar hij het volgende week nog wel over zal hebben … Het avondeten was verrassend, bonensoep met cilindervormige brokken tofu.
Het leven is hier voor ons heel goedkoop. Wij hebben tot nog toe redelijk luxe geleefd en zijn zo’n 25-30 euro per dag samen kwijt. Een hotel kost ongeveer 3-9 euro een warme maaltijd met drankjes 2-5 euro voor twee personen.