Voor de verandering reisden we in minder dan drie kwartier met een minibus van Azilal naar Ouzoud (ca. 820 m), via een afslag een stukje terug op de weg naar Azilal. Minibusjes worden gebruikt als er minder reizigers op een route zijn, wat aangeeft dat de bestemming een kleiner/minder belangrijk plaatsje is, in dit geval een dorpje. Wanneer vertrekt het busje? In Sha Allah, oftewel wanneer het busje vol is. Op het kleine, stoffige busstation van Azilal werden we geholpen door een vriendelijk man, die wat Engels sprak, hetgeen hier vrij zeldzaam is, maar minder zeldzaam dan vroeger, omdat de koning opdracht aan zijn onderdanen heeft gegeven om Engels te leren. Onderweg werdt nog een aantal mensen opgepikt, die op een plastic krukje in het middenpad konden zitten.
Na het uitstappen in Ouzoud werden we aangesproken door een man, maar zijn bedoeling was niet om ons belangeloos te helpen, hetgeen helaas vaker het geval is, vooral als de persoon in kwestie een beetje Engels spreekt. Hotel de France was volgens hem gesloten, maar dat was natuurlijk helemaal niet het geval. Het plaatsje Ouzoud is heel overzichtelijk en het hotel stond goed aangegeven op roestige borden, dus we hadden het hotel zo gevonden. Na een korte onderhandeling met een vriendelijke man mochten we voor de helft van de gebruikelijke prijs slapen in een prettige, mooi gedecoreerde kamer met een eigen douche met heerlijk warm water, dat op verzoek werd aangezet. Door het open raam kwam het vrolijke geluid van fluitende vogels en het zachte geruis van de waterval.
Voor het middageten moesten we even zoeken. Er waren restaurantjes die toeristische prijzen rekenden, meestal makkelijk te herkennen aan de plakkerige manier waarop we benaderd werden, maar er waren er ook die realistischer waren. Even een praatje maken, maakte een groot verschil. We regelden een vegetarische maaltijd met o.a. versgebakken frites, een omelet Marokkaanse stijl en een tagine met courgette.
Via een betegeld pad en diverse bochten en trappen bezochten we de watervallen. Er zijn veel restaurantjes en souvenirwinkeltjes langs het pad, maar gelukkige zijn de verkopers niet erg lastig. We daalden af naar de voet van de waterval en maakten onderweg diverse mooie foto’s. Af en toe waaiden de spetters van de waterval naar ons toe, wat lekker verfrissend was Bij het hoogste uitkijkpunt waren er Barbarijse aapjes, die graag een koekje kregen. Na de klim terug omhoog liepen we bovenop nog over een pad in aanbouw met uitzicht op de waterval vanaf de andere zijde, maar helaas ook op een groot, hoger gelegen hotel in aanbouw. Ik ben bang dat meer toerisme de sfeer hier niet ten goede gaat komen, hoewel de Berbers over het algemeen heel vriendelijke mensen zijn.
Terug in het hotel dronken we een zelfgemaakt bakje thee op de kamer en aten we wat gezouten amandelen die we de dag ervoor kochten.
De volgende dag was er een kleine soek onder de olijfbomen met vooral huishoudelijke artikelen, wat tweedehands spullen, groenten, fruit en vlees. Een deel van de goederen werd met ezeltjes aangeleverd.
Het was weer zonnig en warm en ’s nachts koelde het af naar zo’n graad of vijf. Er was weinig wind.
We hebben nog een week, dus we hebben even nagedacht over het vervolg van onze reis. Aangezien we graag Fez willen bezoeken: via Beni Mellal, een transport hub, naar Midelt middenin de midden-Atlas, dan naar Azrou, Fez, Rabat en terug naar Casablanca.