Het was maar een uurtje met de bus naar Cēsis, misschien wel het meest Letse plaatsje dat er is. We sliepen in het comfortabele drie sterren Kolonna hotel.
We liepen wat rond en zagen het kasteel van Cēsis, dat we niet bezochten, omdat we al zoveel kastelen hebben gezien.
Ook kleine dingen zijn leuk om te zien.
Het was warm en benauwd weer (zonnig, 31 graden), dus we deden verder rustig aan. We gingen lekker op een terrasje bij het plein zitten om te genieten van een bakje koffie en thee met een lekker gebakje. Wat later aten we heerlijke aardappelpannenkoekjes (denk aan rösti) met gerookte zalm en verse room met dille.
Het leven in Letland lijkt wat goedkoper te zijn dan in Estland. Opmerkelijk is dat we hier regelmatig lommerds zien.
De Letten lijken wat minder toegankelijk te zijn dan de Esten. Jongere mensen spreken ook hier vaak goed Engels, dus als we iets belangrijks te vragen hebben, zoals wat de tekens bij een dienstregeling betekenen, dan vragen we dit bij voorkeur aan jonge mensen. Ze zijn vrijwel altijd behulpzaam, maar soms wat gereserveerd of misschien verlegen.
’s Avonds aten we op het pleintje bij de lutherse St John’s kerk (Cēsu Svētā Jāņa baznīca), waar kinderen bij het fonteintje aan het spelen waren.
We probeerden Kvass en Riga black balsam.
Het grote glas, dat natuurlijk voor Hanneke was, is Kvass, het kleine, bescheiden glaasje dat voor mij was, is Riga black balsam.
Een impressie van de huizen in Cēsis:
Een impressie van een supermarkt in Cēsis:
We bleven een dagje extra, omdat het plaatsje ons beviel en ook omdat Hanneke jarig was (hiep hiep hoera!).