Marcel

Lieflijk Milas

 2012 West-Turkije, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Lieflijk Milas
okt 092012
 

Weer met een bus (er zijn geen treinen in het zuiden) reisden we in ca. 2,5 uur naar Yatağan, waar we na een poosje wachten overstapten op een ‘dolmuş’ richting Bodrum. Helaas werden we ver van het centrum van Milas aan de weg afgezet. We liepen daarom naar het centrum en daardoor kwamen we langs een Turkse bruiloft, waar we werden uitgenodigd om mee te eten. Er waren diverse ‘mezzes’ op plastic bordjes en vlees (o.a. kip), wat we beleefd weigerden. Ook was er zoete ‘halva’ (gemaakt van sesam, suiker en honing). Mensen met rode zakdoeken om hun hals of om hun arm zorgden ervoor dat niemand wat te kort kwam. We gaven de bruidegom, strak in het pak, een hand en wensten hem veel geluk. Er was harde Turkse live-muziek (trommels en een soort houten klarinet). Enkele mensen dansten op een voor ons vreemde melodie. Veel mensen waren behoorlijk beschonken van het vele bier en de flessen raki. Een erg dronken man kwam afscheid van ons nemen. We schudden wel vijf keer handen, waarschijnlijk was hij de eerste vier keer alweer vergeten …

We overnachtten in het goedkope, maar goede ‘otel’ Yazar. Er is een prima ontbijtbuffet, hoewel de variatie van dit soort ontbijten te wensen overlaat. Er is altijd ei (net zo slecht voor je hart als roken!), wit (stok)brood, tomaat, komkommer, groene en/of zwarte olijven, soms kaas (niet altijd lekker) en jam van vaak matige kwaliteit, die we toch nooit eten. Een enkele keer eet ik honing. Het lieflijke stadje wordt duidelijk nauwelijks bezocht door toeristen, dus hier geen gepluk en gewoon normale prijzen. Milas is één van de leukste stadjes waar we geweest zijn (en slechts zo’n twee uur van Izmir waar we zijn gestart).

De volgende dag bezochten we de Carische ruïnes van Euromos. Ze liggen aan de weg naar Söke en zijn dus gemakkelijk bereikbaar met een ‘dolmuş’ (ca. 10 km van de ‘otogar’). De lang geleden geplunderde ‘necropolis’ ligt tussen olijfbomen. Niettemin graven mensen nog steeds illegaal gaten op zoek naar waardevolle dingen (zouden ze wat met een metaaldetector gevonden hebben?). Wat hogerop is er een Zeus-tempel, waarvan de immense Korinthische zuilen nog steeds overeind staan. Moeilijker te vinden was het theater, dat duidelijk weinig wordt bezocht (de reisgids rept er met geen woord over). Gelukkig stond de juiste plaats aangegeven op Open Street Maps. Op de commerciële Garmin Navteq-kaarten staat Euromos twee kilometer te ver zonder details aangegeven.

Aan het einde van de middag slenterden we door de bazaar. We dronken thee in de sfeervolle 18de eeuwse karavanserai Çöllühanı. Het ziet er vervallen uit, dus ik vraag mij af of er nog wel eens mensen slapen. Om kwart over vier galmde de oproep van de naastgelegen laat-Ottomaanse Belen ‘camii’ (moskee) door de binnenplaats.

In het verlengde van de straat van ons hotel is hogerop in een parkje een mooie Romeinse graftombe met de naam Gümüşkesen (zilversnijder). We liepen terug naar beneden door steegjes waar we veel foto’s namen, o.a. van diverse deuren. Beneden was er een grote groentenmarkt, waar we heerlijke zoete witte en blauwe druiven kochten. Groenten en fruit zijn hier heel goedkoop, ongeveer 1/10 van de Nederlandse prijs.

Ook in deze stad is er weer een stadsomroep, letterlijk dan. In de hele stad hangen megafoons. We hebben gehoord dat er officiële mededelingen worden gedaan, zoals geboortes en sterfgevallen.

Het draadloze internet is hier snel genoeg om met wat geduld mijn favoriete series, o.a. Doctor Who, te downloaden (ik doe dat dan wel via een privé OpenVPN-netwerk om problemen te voorkomen). Het is beter om deze op het kleine schermpje van mijn smartphone te kijken, dan te kijken naar de altijd nagesynchroniseerde Turkse televisie, met vaak gedateerde films.

De spookstad bij Fethiye

 2012 West-Turkije, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor De spookstad bij Fethiye
okt 072012
 

Met een bus reisden we vanaf de in de stad gelegen ‘do-garaji’ (‘dolmuş’-garage) naar Antalya, waar we na een pittige ‘menemen’ (roerei, groenten en brood) op de ‘otogar’ (busstation) onze weg met een mini-bus (halve bus) naar Fethiye vervolgden. We liepen de drie kilometer naar de wijk Karagözler, waar we verbleven in het vriendelijke ‘pansiyon’ Tan. Op het dakterras genoten we met wat nootjes en een drankje van een fantastisch uitzicht op de haven van Fethiye. Vanuit het centrum zagen we de Lycische rotstombe van Amyntas. Vlakbij het ‘pansiyon’ is een klein, vervallen Romeins theater.

De volgende dag wandelden we de acht kilometer naar Kaya Köyü. Eerst bovenlangs het Romeinse theater en langs het ridderkasteel en dan verder omhoog door de bergen om vervolgens weer af te dalen naar een vallei, met ondere andere het dorpje Kaya. Het rood/wit gemarkeerde pad was soms moeilijk te volgen en de wegwijzers klopten niet allemaal, zeker niet de aangegeven afstanden. Kaya Köyü is een verlaten spookstad. Dit komt door een gedwongen bevolkingsuitwisseling in 1923 na de Grieks-Turkse oorlog van 1919-1922. Er zijn ongeveer 600 vervallen huizen.

We gingen terug naar Fethiye met een ‘dolmuş’, waar we in het centrum een verse ‘pide’ aten. In de ‘dolmuş’ passeerden we Ölüdeniz, een verschrikkelijk toeristisch stadje, waar we nooit zouden willen verblijven.

Het landschap in het zuidwesten van Turkije is bergachtig, meestal begroeid met heerlijk geurende dennenbomen. Veel afwisseling is er helaas niet, maar wellicht is dat te wijten aan het jaargetijde.

Op dit moment zijn er schermutselingen tussen Syrië en Turkije in het zuidoosten. Gelukkig zijn we daar te ver vandaan om er last van te hebben. Om te reizen langs de zuidoostelijke grenzen heb je als toerist om evidente redenen sowieso speciale toestemming nodig. Turkije grenst direct aan Syrië, Irak, Iran, Armenië, Georgië, Bulgarije en Griekenland.

Voor degenen die zich afvragen hoe wij onze bestemmingen kiezen: we proberen de meest toeristische plaatsen te vermijden, tenzij er een heel interessante bezienswaardigheid is, zoals bijvoorbeeld Efes of Pamukkale. Het reizen proberen we te beperken tot enkele uren per dag en in sommige plaatsjes slapen we om praktische redenen twee nachten. We volgen grofweg een route met de klok mee, maar verder is er geen enkele logica. Hanneke kiest soms een plaats op basis van een mooi klinkende naam.

De ruïnes van Seleukeia

 2012 West-Turkije, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor De ruïnes van Seleukeia
okt 062012
 

Met een dolmuş (personenbusje) reisden we in ruim een half uur naar Seydişehir, waar we overstapten op een bus naar Manavgat (ca. 2 uur). We daalden door een rotsachtig landschap met naaldbomen over een weg met veel bochten af richting de Middellandse Zee. We liepen van het busstation naar het centrum van de stad (ca. 3 km). Onderweg kochten we iets te drinken en amandelen in een koele supermarkt. De temperatuur is hier ongeveer hetzelfde als landinwaarts (ca. 30 graden), maar de luchtvochtigheid is hier veel hoger. Er zijn niet veel hotels in Manavgat, want de meeste toeristen bezoeken deze stad vanuit één van de vele resorts in de omgeving. We vonden ‘otel’ Mercan waar we op de derde verdieping een prachtig uitzicht op de rivier hadden.

We liepen nog wat rond en kochten water in een supermarktje. Daar raakten we aan de praat met de eigenaar, Mustafa, en een in Turkije wonende Duitser, Jörg. We kregen uiteraard thee, dat is hier de ‘sociale lijm’. Mustafa stelde voor dat Jörg met ons de volgende dag naar Seleukeia (Lyrbe) zou gaan.

Na het ontbijt ontmoetten we Jörg, die meestal met zijn mountainbike de omgeving verkent, bij dezelfde supermarkt. Met een ‘dolmuş’ gingen we in een klein half uur naar de resten van een Romeins aquaduct, vlakbij het stadje Seleukeia. Op ons gemak gingen we te voet naar de ruïnes bovenop de grote heuvel, het laatste stuk door een dennenbos. Een paar jaar geleden was hier overal dennenbos, maar een grote bosbrand heeft alle bomen verslonden. Over de ruïnes is niet veel bekend. Ze zijn van rond het begin van onze jaartelling. Ik zag op mijn smartphone dat we vlakbij een geocache waren. Na enige speuren vonden we hem op een mooie plek. Jörg was verbaasd over het bestaan van geocaches en maakte een paar foto’s, omdat hij bang was dat zijn (Turkse) vrienden hem niet zouden geloven.

Van benedenaf zijn ook iets meer afgelegen ruïnes te zien. Jörg bracht ons daar over een weinig gebruikt pad. Hier komen geen toeristen en zeker niet de waggelende soort uit een toerbus. We aten daar een meegebrachte lunch in de schaduw van de ruïnes en genoten van het uitzicht. Jörg had zelfs een thermoskan met thee meegebracht. Er was een aangename, verkoelende wind. Nadat we een stukje terug waren gelopen, volgden we een ander herderspad naar een unieke overhangende rots. Het water druipt daar waarschijnlijk al millenia naar beneden, gezien de kleine stalagtieten en de resten daarvan op de grond. De herders brengen de geiten daar, waarschijnlijk om ze te laten drinken. Het is duidelijk zichtbaar aan de vele keutels, die inmiddels een laag hebben gevormd. Op dit soort plekken is de natuur op zijn best. Daarna gingen we hetzelfde pad weer terug en daalden via een ander pad weer af naar het aquaduct. Na even gezeten te hebben bij een verfrissende bron, waar we onze waterflessen weer vulden, gingen we naar de weg, waar we even moesten wachten op een ‘dolmuş’ terug naar Manavgat.

We dronken thee bij onze nieuwe Facebook-vriend Mustafa en sloten de dag af met een eenvoudige maaltijd in het restaurant van de broer van Mustafa, even verderop.

De moskee van Beyşehir

 2012 West-Turkije, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor De moskee van Beyşehir
okt 052012
 

Toen we met de bus aankwamen in Beyşehir (ca. 2,5 uur van Konya) regende en waaide het. Later hoorden we dat het de eerste regen eerst sinds mei was. We mochten even schuilen in het kantoortje van het benzinestation, ongeveer twee kilometer van de stad. Daarna liepen we naar de rand van het meer en de stad en over een door Duitsers gebouwde dam. De onheilspellende onweerslucht, het blauw-groene meer en de hoge bergen in de verte vormden een fotogeniek tafereel. We kozen voor de ruime kamer van ‘otel’ Haceliler in het centrum van de stad, omdat het ‘pansiyon’ aan het meer ons niet beviel. ’s Ochtends hadden we lauw water, wat ongetwijfeld te wijten was aan het bewolkte weer (het warme water wordt vaak verzorgd door zonneboilers).

Aan het einde van de dag bezochten we de kleurrijke groentenmarkt, waar de waren meestal op een zeil op de grond onder een parasol waren uitgestald. We gingen van parasol naar parasol, omdat het nog wat regende en namen hopelijk mooie foto’s. Een paar straten dichterbij aten we bij een ‘lokanta’ (bepaald soort restaurant) heerlijke kikkererwten en witte bonen met saus en met verrukkelijk vers Turks brood.

De volgende dag bezochten we de door de UNESCO beschermde Eşrefoğlu Camii, een moskee gebouwd door Seyfeddin Süleman tussen 1297 en 1299. Het is een bijzonder Seldjoeks (pre-Ottomaans) gebouw met 42 cederhouten pilaren, die de 480 balken die het platte dak dragen, ondersteunen. De verhoging voor het vrijdaggebed is gemaakt van walnoothout. De ‘mihrab’, welke de richting naar Mekka aangeeft, is van karakteristiek, turkoois keramiek. Bovenin zijn 35 vensters die een zacht licht naar binnen laten. Vroeger zat in het dak een gat (nu zijn er ramen) waar sneeuw doorheen viel. De sneeuw werd opgevangen in een grote, vierkante put onder het gat. Blijkbaar was dit nodig voor voldoende vochtigheid in de zomer om het hout goed te houden.

Langs het meer liepen we terug naar het centrum, waar we een uitgebreide lunch aten.

Pelgrimsstad Konya

 2012 West-Turkije, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Pelgrimsstad Konya
okt 032012
 

Konya is een grote pelgrimsstad, ongeveer drie uur met de bus vanaf Afyon. Onderweg was er even een hevige regenbui. We hebben voor het eerst bewolking, wat de temperatuur wat aangenamer maakt (ca. 25 graden).

In Konya werd het Soefisme gesticht door Celaleddin Rumi, ofwel Mevlâna (“onze meester”), ook bekend als de sekte van de dansende derwisjen. Ook hier is de ‘otogar’ (busstation) weer ver van het centrum van de stad (15 km), maar wel heel gemakkelijk bereikbaar met de tram.

Aan het einde van de dag bezochten we het Alâddin Parki op een grote heuvel middenin de stad, waar de tram omheen rijdt. Bovenop is een oude Seldjoekse moskee.

Na een goede nachtrust in het heel schone ‘otel’ Ulusan kochten we ‘börek peynirli’ (bladerdeeg met kaas), dat we opaten bij een traditioneel theehuis even verderop. Het water van de thee wordt nog met behulp van een houtvuurtje opgewarmd. Omliggende restaurants kunnen met een intercom thee bestellen. De vriendelijke eigenaar wilde graag dat we foto’s maakten en uiteindelijk kregen we de thee gratis. Hier is nog niet het harde kapitalisme dat zich in Westerse landen heeft verspreid. Als we al teveel moeten betalen, is dat altijd een bescheiden hoeveelheid.

We verlieten onze hotelkamer, maar lieten onze rugzakjes achter in de opslagplaats van het hotel, zoals we wel vaker doen. Daarna bezochten we het Mevlâna-museum. Het terrein en de gebouwen zijn goed onderhouden. In de nissen op de binnenplaats zijn diverse voorwerpen tentoongesteld, zoals kleding, (les)boeken en andere religieuze curiosa. Binnen is het mausoleum van Mevlâna. Naast de toeristen die met een toerbus komen, zijn er ook gelovigen, die soms emotioneel staan te bidden bij het graf van ‘de meester’. De sfeer was heel open.

De poging van Atatürk om Turkije meer Westers georiënteerd te maken, is aardig gelukt. Voor mijn gevoel ligt het westen van Turkije zo ongeveer half tussen de westerse en oosterse wereld in. Turkije is een vrij liberaal land, waar vrouwen in de steden zonder hoofddoek en met blote armen zich zonder problemen in het openbaar kunnen bewegen. Evengoed zijn er ook vrouwen die zich veel traditioneler met een hoofddoek en jurk kleden. Hoewel daar geen conclusie uit getrokken kan worden, zijn er zelfs tijdens de gebedstijd weinig mensen in de vele, prominent aanwezige moskees, die vijfmaal per dag hun oproep laten horen (die een uur voor zonsopgang maakt ons vaak wakker, vooral als de moskee erg dicht bij het hotel blijkt te zijn).