Met een dolmuş (personenbusje) reisden we in ruim een half uur naar Seydişehir, waar we overstapten op een bus naar Manavgat (ca. 2 uur). We daalden door een rotsachtig landschap met naaldbomen over een weg met veel bochten af richting de Middellandse Zee. We liepen van het busstation naar het centrum van de stad (ca. 3 km). Onderweg kochten we iets te drinken en amandelen in een koele supermarkt. De temperatuur is hier ongeveer hetzelfde als landinwaarts (ca. 30 graden), maar de luchtvochtigheid is hier veel hoger. Er zijn niet veel hotels in Manavgat, want de meeste toeristen bezoeken deze stad vanuit één van de vele resorts in de omgeving. We vonden ‘otel’ Mercan waar we op de derde verdieping een prachtig uitzicht op de rivier hadden.
We liepen nog wat rond en kochten water in een supermarktje. Daar raakten we aan de praat met de eigenaar, Mustafa, en een in Turkije wonende Duitser, Jörg. We kregen uiteraard thee, dat is hier de ‘sociale lijm’. Mustafa stelde voor dat Jörg met ons de volgende dag naar Seleukeia (Lyrbe) zou gaan.
Na het ontbijt ontmoetten we Jörg, die meestal met zijn mountainbike de omgeving verkent, bij dezelfde supermarkt. Met een ‘dolmuş’ gingen we in een klein half uur naar de resten van een Romeins aquaduct, vlakbij het stadje Seleukeia. Op ons gemak gingen we te voet naar de ruïnes bovenop de grote heuvel, het laatste stuk door een dennenbos. Een paar jaar geleden was hier overal dennenbos, maar een grote bosbrand heeft alle bomen verslonden. Over de ruïnes is niet veel bekend. Ze zijn van rond het begin van onze jaartelling. Ik zag op mijn smartphone dat we vlakbij een geocache waren. Na enige speuren vonden we hem op een mooie plek. Jörg was verbaasd over het bestaan van geocaches en maakte een paar foto’s, omdat hij bang was dat zijn (Turkse) vrienden hem niet zouden geloven.
Van benedenaf zijn ook iets meer afgelegen ruïnes te zien. Jörg bracht ons daar over een weinig gebruikt pad. Hier komen geen toeristen en zeker niet de waggelende soort uit een toerbus. We aten daar een meegebrachte lunch in de schaduw van de ruïnes en genoten van het uitzicht. Jörg had zelfs een thermoskan met thee meegebracht. Er was een aangename, verkoelende wind. Nadat we een stukje terug waren gelopen, volgden we een ander herderspad naar een unieke overhangende rots. Het water druipt daar waarschijnlijk al millenia naar beneden, gezien de kleine stalagtieten en de resten daarvan op de grond. De herders brengen de geiten daar, waarschijnlijk om ze te laten drinken. Het is duidelijk zichtbaar aan de vele keutels, die inmiddels een laag hebben gevormd. Op dit soort plekken is de natuur op zijn best. Daarna gingen we hetzelfde pad weer terug en daalden via een ander pad weer af naar het aquaduct. Na even gezeten te hebben bij een verfrissende bron, waar we onze waterflessen weer vulden, gingen we naar de weg, waar we even moesten wachten op een ‘dolmuş’ terug naar Manavgat.
We dronken thee bij onze nieuwe Facebook-vriend Mustafa en sloten de dag af met een eenvoudige maaltijd in het restaurant van de broer van Mustafa, even verderop.