Eerst reisden we met een bus van East Delta Travel van Hurghada naar Suez (380 km / 5,5 uur met een half uur pauze). De bus reed flink door, ondanks de harde tegenwind en de hier en daar zanderige weg. Links zagen we de zon ondergaan in een mooi woestijnlandschap. Dichterbij Suez werd zware (chemische) industrie afgewisseld met ruim verlichte resorts. Soms stonk het flink naar zwaveldioxide.
Een mini-busje bracht ons laat in de avond naar het eenvoudige, niet al te schone Sina hotel, midden in Suez. De gemeenschappelijke douche was gelukkig wel warm. Meestal is er maar een kleine, roestige boiler, waarvan het warme water door meerdere gasten gedeeld moet worden. We aten nog een kleine koshary voor omgerekend ca. 25 cent per persoon en dronken een bakje thee met een stukje cake.
‘s-Ochtends bezochten we het einde van de Rode Zee en het begin (of einde) van het Suez-kanaal. Het licht was erg mooi en het water was heel blauw/groen, maar grote schepen zagen we helaas niet. De temperatuur is hier wat lager, 15-20 graden, en er is ook wat bewolking.
Na de lunch besloten we om de Sinaï niet te bezoeken. Er is te weinig tijd over om dit toch wat toeristische gebied op een rustige manier te bezoeken. In plaats daarvan gaan we het Suez-kanaal en de Middelandse Zee kust tot Alexandrië volgen. In dit gebied is meer vervoer en zijn de afstanden minder groot. Zo hebben we ook voldoende tijd om de piramiden bij Giza te bezoeken.
We reisden met een service-taxi, weer een heel oude Peugeot, naar Ismaïlia, ongeveer halverwege het kanaal. In deze stad leefde Ferdinand de Lesseps, directeur van de Suez Canal Company, tot de voltooiing van het kanaal in 1869. Het kostte tien jaar om het kanaal te maken. De tol voor het kanaal vormt de belangrijkste inkomstenbron voor Egypte. Somalische piraten in de golf van Aden zijn echter een bedreiging voor het scheepvaartverkeer.
Ook in deze stad moeten we weer heel goed op het verkeer letten. De auto’s slingeren alle kanten uit. Er wordt zowel links als rechts ingehaald, vaak rakelings langs elkaar heen. Het is ‘normaal’ om ‘s-avonds zonder licht te rijden. De stoep wordt voor van alles en nog wat gebruikt, dus daar kunnen we vaak niet lopen. Wel is het zo dat de automobilisten heel goed op voetgangers letten. Er wordt veel getoeterd om iedereen te waarschuwen. Grappig is dat vrouwen hier handsfree bellen door de mobiele telefoon onder hun hoofddoek te steken.
We slapen in Travellers hotel in een grote, goed doorleefde kamer met een oude, stoffige, houten vloer. Deze stad heeft een andere uitstraling door zijn koloniale verleden. Er zijn hier nog statige oude gebouwen.
We werden vroeg gewekt door de oproep van een nabij gelegen moskee en later door de kerkklokken van een Koptische kerk aan de overkant. Als ontbijt aten we zoals wel vaker een broodje falafel. In de ahwa (koffiehuis) onder het hotel dronken we een kopje koffie met een stukje cake, dat we de vorige avond kochten.
Met een taxi gingen we naar het Ismaïlia museum in het oosten van de stad. Er is een mooie, overzichtelijke collectie met voorwerpen uit de tijd van de farao’s, de Romeinen en de Grieken. Daarna liepen we langs de lange, ruime boulevard naast het zoetwaterkanaal terug. Het kanaal komt na een sluis uit in het Krokodillenmeer. We zagen een paar mooie kingfishers en een paar hops (vogel met kuif).
Aan het begin van de middag reisden we met een service-taxi naar Port Said aan het andere uiteinde van het kanaal (ca. 2 uur). Het was weer een oude, trouwe Peugeot. Hoeveel keer zou het zes-cijferige telwerk rondgegaan zijn? Het nostalgische gevoel werd verder versterkt, doordat de radio op een krakende middengolfzender stond afgestemd. De weg liep een poosje parallel aan het kanaal en we zagen een aantal grote schepen.
In Port Said sliepen we in een fijne kamer in een heerlijk schoon bed in het koloniale hotel de la Poste. Hier was de houten vloer een stuk mooier en schoner! Er was zelfs een serre met een tafel en stoelen.
Een paar honderd meter verderop is het Suez-kanaal prachtig zichtbaar. We zagen diverse grote schepen en een prachtige, oude vier-master. We voeren met de gratis ferry heen en weer naar Port Fuad aan de overzijde, een leuke ervaring!
Op deze route langs het kanaal hebben we geen enkele toerist gezien.