Via het noordelijke busstation van Irbid reisden we naar Umm Qais (أم قيس; ca. 45 minuten) in het uiterste noord-westen van Jordanië. Hier is één van de Decapolis (10 Romeinse steden). Deze Romeinse stad, oorspronkelijk Gadara genoemd, is wat kleiner dan Jerash en gelukkig veel minder gerestaureerd. Ook komen er veel minder toeristen. De sfeer was heel aangenaam. We hadden uitzicht op de vlakte van Golan (Israël) en het meer van Galilea met de stad Tiberias duidelijk zichtbaar. We wandelden op ons gemak over decamanus maximus, een Romeinse weg naar de Middelandse Zee. Interessant was een Romeins mausoleum dat voorkomt in de bijbel (Matthéüs 8:38). Ook het kleine museum was de moeite waard.
Irbid
Bij de dienstuitgang van Jerash gingen we met een minibusje naar het busstation. Hier aten we wat en spraken met een meisje dat Engels met ons wilde oefenen. Van verschillende mensen kregen we verschillende aanwijzingen over waar de bus naar Irbid (إربد) zou vertrekken. Uiteindelijk reed de bus naar de andere kant van het kleine station dan waar we stonden, wat verder geen problemen opleverde.
Het hotel dat we hadden uitgekozen, al-Ameen al-Kabeer bleek vol te zijn (later bleek dat de kamers opnieuw geverfd werden). Het kostte enige tijd om een ander, niet al te duur hotel te vinden. Na een Turkse koffie met kardemom, werden we door 3alaa, die ons aansprak, naar het eenvoudige hotel Turism gebracht (zonder warm water).
3alaa bood ons aan om de volgende dag met ons naar Umm Qais te gaan. Ook nodigde hij ons uit om mee te gaan naar zijn huis. We kregen thee en wat later een maaltijd aangeboden. We werden voorgesteld aan de mannelijke helft van de familie, waaronder een jongen met de naam Noosh, die zichzelf een romanticus vond. Hanneke heeft ook een poosje bij de vrouwen in een ander vertrek gezeten. Het was heel gezellig! Uiteindelijk bleek 3alaa een examen op de universiteit te hebben, zodat het helaas praktisch gezien niet mogelijk was om samen naar Umm Qais te gaan.
Irbid is een grote, maar geen ongename stad. Zo’n 60% van de Jordanen woont in Irbid (600.000 inwoners), Amman (2,5 miljoen inwoners) of Zarqa (750.000 inwoners).
Jerash
Via het noordelijke busstation van Amman, Tabarbour, reisden we naar Jerash (ca. 1 uur), een oude Romeinse stad die 15-20.000 inwoners telde. De ruïnes zijn zonder meer imposant. Er is o.a. een groot hippodroom (sportveld), een ongebruikelijk ovaal forum (80 x 90 meter), een Zeus tempel (162 na Christus), twee theaters, een Nymphaeum, een Propylaeum, een Artemis tempel (150-170 na Christus), 15 kerken (ca. 500-600 na Christus; in 324 na Christus werd het Christendom het officiële geloof van de Romeinen onder het bewind van Constantine) en twee poorten. Het terrein is enorm groot en er liggen overal resten van de stad. Bij de Artemis tempel vonden we na enig zoeken een geocache.
Azraq
Na een eenvoudig ontbijt reisden we via Zarqa (الزرقاء; ca. 25 minuten) naar het oostelijk gelegen Azraq (الأزرق; ca. 1,5 uur), gelegen op de oude handelsroute tussen Baghdad en Jerusalem en op weg naar Mekka. Nu rijden er vooral vrachtauto’s tussen Iraq en Saoedi-Arabië.
We bezochten Qasr al-Azraq (قصر الأزرق) nabij het noordelijk deel van de stad. Het oorspronkelijk Romeinse kasteel (ca. 300 na Christus) is herbouwd in 1237 en werd gebruikt als verdedigingswerk tijdens verschillende conflicten, o.a. door Lawrence of Arabia in 1917-8. Van de geschiedenis van het kasteel is weinig bekend en opgravingen zijn er nog nauwelijks gedaan.
We hebben er even gezellig gepraat met een wat oudere man, Yasin, die al 12 jaar lang souvenirs voor de ingang van het kasteel verkoopt. Deze vriendelijke man regelde ook een minibusje voor ons naar hotel al-Zubi. Hij was in de veronderstelling dat Europese overheden reizen van gepensioneerde mensen naar Jordanië betalen …
Nadat we een kamer hadden gekregen, zaten we een poosje in de salon die tevens als kantoor dient. Een rijke Saoedisch-Arabische man in een witte ‘jurk’ met een soort zwarte slang was trots op zijn vier auto’s, vier vrouwen en 20 kinderen. Hij nam mij mee naar zijn kamer om whiskey te drinken. De pillen (vitaminen?) die hij aanbood, heb ik maar beleefd geweigerd. Later kregen we ook nog ongewenst parfum opgespoten. De aanleiding van dit alles was dat we geen kinderen hebben …
De volgende dag bezochten we met een taxi Qasr Amra (قصر عمرة) en Qasr Kharana (قصر خرّانة), beiden gebouwd door de Umayyads. De eerste Qasr staat op de werelderfgoed-lijst en is bekend om zijn, voor Islamitische begrippen, gewaagde fresco’s. Het was een caravanserai, bad- en jachthuis. De andere Qasr is meer een goed gerestaureerde burcht, waarvan de functie nog onduidelijk is.
Het landschap is dor, droog en kaal, hoewel hier nog niet zo lang geleden een grote Oasis was. Het is treurig dat het fossiele water is opgemaakt door de inwoners van de hoofdstad Amman. Hierdoor is al het wild verdwenen en komen er nog nauwelijks trekvogels. In de zomer kan het hier ruim 50° worden.
De taxichauffeur hield de bus terug naar Zarqa voor ons aan, dus we hoefden niet te zoeken en te wachten. Bij het busstation hebben we heerlijk gegeten. We hadden leuk contact met het personeel.
We slapen vannacht in hotel Caïro in Amman. Ook hier hadden we weer gezellige gesprekken.
Amman
Gisteravond zijn we na een goede reis aangekomen in de hoofdstad van Jordanië, Amman. Na een lekkere falafel sliepen we in het door de reisgids aanbevolen Palace hotel.
Vandaag zijn we na het ontbijt verhuisd naar het goedkopere en naar onze smaak sfeervollere Baghdad Grand hotel even verderop.
Rond het middaguur bezochten we de grote citadel op Jebel al-Qala’a (ca. 850 m), één van de oorspronkelijk zeven heuvels waarop Amman gebouwd werd. De geschiedenis gaat terug tot de bronstijd. Zichtbaar zijn nog de gerestaureerde resten uit het Romeinse tijdperk, o.a. een paleis van Heracles, een audiëntie hal, een enorme cistern (waterreservoir) en een Byzantijnse Basilica. Er is een mooi uitzicht op diverse delen van Amman en op de grootste vlag van Jordanië (135 meter hoog en 60 bij 40 meter groot). Het nabij gelegen nationale archeologische museum was overzichtelijk en zeer de moeite waard. Een verrassing was een aantal leren bladzijden van de Dode Zee rollen.
Na een laat middageten en thee met baklava bezochten we eerst het Nymphaeum en daarna het sfeervolle Romeinse theater. Er zijn zo’n 6000 zitplaatsen en het werd oorspronkelijk gebouwd in de tweede eeuw na Christus.
Het weer is heel aangenaam, het is zonnig, zo’n 25° en er staat een licht briesje. De mensen zijn bijzonder vriendelijk. Ik voel mij hier heel welkom.