okt 312009
 

Cochabamba is een grote (590.000 inwoners), wat lager gelegen stad (2558m). Een comfortabele bus bracht ons hier in ca. vier uur vanuit het minder interessante Oruro. We kunnen hier weer de hele dag in een T-shirt rondlopen zonder buiten adem te raken. We slapen in het ruime en schone Residencial Familiar.

We waren van plan een uitstapje naar Incallajta (een soort mini Machu Picchu) te doen, maar het is te ver reizen voor een dag (drie uur heen en drie uur terug) en relatief duur, omdat bijna niemand erheen gaat.

Het eten is hier vrij goed. Beter dan de 13-in-een-dozijn pizzerias in andere, kleinere toeristische plaatsen. Gisteren aten we bijvoorbeeld croquetas de atun (tonijnkroketten). Verder hebben ze hier heerlijke zelfgemaakte bonbons. Mijn favoriete smaak is frutilla (aardbei). De koffie wordt hier gemaakt van geconcentreerde, vloeibare koffie waar je zelf heet water bij moet schenken. Het is ietsje zuurder en minder bitter dan we in Nederland gewend zijn. Het alternatief is nescafé, maar daar ben ik niet zo weg van.

Morgenochtend reizen we door naar Mizque en waarschijnlijk een dag later naar Aiquile om een charango voor Hanneke te kopen.

Cochabamba - haloweenCochabamba - OcaCochabambaCochabamba - Toyota Boliviana

Oruro

 2009 Boliva  Reacties uitgeschakeld voor Oruro
okt 292009
 

Om zeven uur in de ochtend kwamen we met de redelijk comfortable nachtrein in Oruro (216.000 inwoners; 3702m) aan. Op straat was het nog stil en het viel mede vanwege het tijdstip niet mee om een geschikt hotel te vinden. We sliepen in het middenklasse hotel Repostero. We vinden de stad niet zo heel interessant en behalve de gebruikelijke musea en de niet zo heel eenvoudig te bereiken rotstekeningen bij Calacala is er ook niet zoveel te doen in de stad en zijn omgeving. Morgen reizen we daarom met een bus (ca. 4 uur) door naar de bekendere stad Cochabamba.

OruroOruro - Expreso del SurOruro

Salar de Uyuni

 2009 Boliva  Reacties uitgeschakeld voor Salar de Uyuni
okt 282009
 

In Tupiza boekten we een tour langs de vele bezienswaardigheden in het zuidwesten van Boliva dat ligt ingesloten tussen Chili en Argentinië. We deden de tour samen met Jason Turner, een 27-jarige, intelligente, gepensioneerde (!) Amerikaan uit Phoenix, Arizona. Normaal gesproken gaan er vier of vijf toeristen, een chauffeur/gids en een kokkin (Miriam) in de jeep. We hadden dus het geluk om veel ruimte in de 4WD te hebben.

Het meest interessante op de eerste dag was de omgeving van Tupiza met zijn prachtig gekleurde rotsen en bergen, sillars genaamd. In de ochtend passeerden we een aantal nog in gebruik zijnde mijnen, waar o.a. goud, zilver, koper,  antimoon en bismuth op primitieve wijze gewonnen wordt. Tussen de middag kregen we een eenvoudige lunch op een vlakte vol llamas. Opmerkelijk is dat deze dieren allemaal op dezelfde plekken hun zwarte uitwerpselen achterlaten. In de middag zagen we voor het eerst de mooie en elegante vicuñas. De wol werd gebruikt om o.a. fijne truien van te maken. Gelukkig is de vicuña nu beschermd en staat er vijf jaar gevangenisstraf op het doden van een vicuña. We passeerden een aantal kleine dorpjes waar de mensen van slechts alleen llamas leven. Een armzalig leven. Ook zagen we toyotas bolvianas (ezels!). De eerste nacht sliepen we in een eenvoudig, maar wat fris hostal in San Antonio de Lípez (4210m).

De tweede dag werden we om vier uur gewekt voor een eenvoudig ontbijt. Met zonsopgang waren we bij de ruïnes van het verlaten 16/17e-eeuwse mijndorpje San Antonio de Lípez (het dorpje is verplaatst naar een lager gelegen plaats). Hier zagen we voor het eerst vizcachas, een soort konijn met een staart die lijkt op die van een eekhoorn. In de ochtend wachten ze op de warmte van de zon. Kort daarna reden we langs Uturuncu (6008m), een inactieve, maar imposante vulkaan. Later in de ochtend hadden we voor het eerst uitzicht op een van de vele lagunes (Morejon) op 4855 meter. Daarna reden we met de in goede staat verkerende Toyota Landcruiser (166.000 kilometer op de teller) door een lager gelegen, drassig gedeelte met veel yareta (mossoort) en grassen, waar o.a. llamas en huallatas (eendensoort) waren. De volgende stop was bij een lagune waar we voor het eerst in groten getale de prachtige flamingo’s (parinas chicas of flamenco de james) zagen. Na nog een lagune kwamen we onderweg een zorro andino (vossensoort) tegen. Gretig at hij het toegeworpen brood op. Tussen de middag stopten we bij Termas de Polques (4400m), een warmwaterbron van ca. 30 graden gelegen aan de rand van een mooie lagune, waar we voor de lunch een bad in namen. In de middag kwamen we langs het Desierto de Dali, dat zeker enige gelijkenis heeft met een van de kunstwerken van deze bekende, surrealistische kunstenaar. Na Luguna Blanca en Salar de Chalvin stopten we bij Laguna Verde (4400m), een van de mooiste lagunes in de omgeving. In de nabijheid is vulkaan Licancahur (5916m). In deze lagune komen geen flamingo’s voor, omdat het water giftig is. Aan het einde van de middag bezochten we nog de hete Geisers Sol de Manaña (4850m), waar giftige zwavelhoudende gassen opborrelen en omhoog spuiten. Vlak voor de geisers passeerden we het hoogste punt van de tour, 4915 meter. We hebben overnacht in een wat ruimer en warmer hostal bij het dorpje Huayllajara (4375m). In de verte hadden we al uitzicht op Laguna Colorada.

Op de derde dag werden we om zes uur gewekt voor een ontbijt met goed gelukte pannekoeken. Teleurstellend was dat waarschijnlijk één van de toeristen van één van de twee andere tourgroepen een flesje lenzenvloeistof van Hanneke had gestolen. Als eerste bezochten we bij zonsopgang Laguna Colorada (4278m), de mooiste van allemaal. Het water is bruin/oranje/rood gekleurd door een speciale algensoort. Met de bergen op de achtergrond die weerspiegelen in het water een prachtig gezicht! Daarna passeerden we nog vijf andere lagunes (Cañapa, Hedionda, Charcote, Honda en Ramaditas). De flamingosoort (parina grande of flamenco andino) in Laguna Hedionda was minder schuw dan die in de andere lagunes, zodat we mooie foto’s konden maken. Voor de vreemd gevormde Arbol de Piedra (een soort steenboom) passeerden we prachtig gekleurde bergen langs de grens van Chili. De lunch was in de nabijheid van actieve vulkaan Ollagüe (5865m). Daarna reden we door Salar de Chiguana. Deze zoutvlakte die geen zoutvlakte is, wordt doorsneden door een spoorlijn waarover mineralen naar Chili worden getransporteerd. In de verte zagen we bergen “drijven”, een vreemd optisch effect. We bezochten een openlucht museum met “mummies” uit de 13-15e eeuw, genaamd Necropolis. In een soort stenen iglo’s (chullpa) lagen botten, schedels en potscherven en soms wat resten van kleren. We hebben tegen bijbetaling geslapen in het wat luxere Hotel de Sal Samarikuna, dat bijna geheel gebouwd is van zoutblokken. Alle vloeren waren van grove zoutkristallen. De tafels, stoelen en bedden waren ook gemaakt van ronde en vierkante zoutblokken. Bij het avondeten kwamen twee jongetjes en twee meisjes met drie plastic planfluiten en een grote trommel bespannen met dierenhuiden een uitvoering geven van de lokale muziek. Uniek! Voor ons niet voor te stellen, maar er is daar alleen stroom van zeven tot negen uur ´s-avonds.

Op de vierde en laatste dag moesten we weer vroeg opstaan (4:30). In het donker reden we naar de grootste zoutvlakte van de wereld, Salar de Uyuni (3653m). Een enorme vlakte (meer dan 12.000 km², 25% van de oppervlakte van Nederland) van ongeveer een meter dik zout, waaronder wateraders zitten. De zonsopgang was prachtig. Het zout is verdeeld in onregelmatig gevormde vlakken. De randen van de vlakken zijn ontstaan door het verdampen van het water onder het zout. Het zout is afkomstig van de omringende bergen. Het is in de loop van 25.000 to 40.000 jaar door regen naar beneden gespoeld en door de zon ingedampt. Daarna bezochten we Isla Incahuasi, een eiland (heuvel) vol met duizend jaar oude, bloeiende cactussen die slechts 1 cm per jaar groeien. We konden daar vizcachas van dichtbij fotograferen. Bij het onbijt zagen we één wat gedomesticeerde suri (struisvogel). Daarna zijn we een poosje met veel plezier bezig geweest foto’s met speciale effecten te nemen, zoals Hanneke die de jeeps en toeristen in de verte opeet. Het zoutmuseum dat we daarna bezochten was niet zo heel interessant. De enige plaats waar mineraalrijk water opborrelde, dat ook voor medicinale doeleinden wordt gebruikt, riep veel vraagtekens op die onze aardige gids (Juan Carlos alias Charlie) niet kon beantwoorden. De laatste lunch was aan de rand van de enorme zoutvlakte, waar mensen een beetje geld verdienen met de winning van zout. Het met de hand gehakte en opgeschepte grove zout wordt op kleine schaal mechanisch gemalen tot fijn zout en in zakken en zakjes verpakt. De tour eindigde in Uyuni, een aangename wat toeristische stad waar we een dag doorbrachten om op de twee keer in de week langskomende expreso del sur (een nachttrein) naar Oruro te wachten (ca. 7 uur). We sliepen in het redelijk goede hotel Kory Wasy.

LlamaPuebloPuebloCIMG1690CIMG1728Zorro andinoTermas de PolquesDesierto de DaliLaguna VerdeCIMG1799Geisers sol de ManañaLaguna ColoradaVicuñasCIMG1902Laguna HediondaFlamenco andinoVulkaan OllagüeSalar de ChiguanaNecropolisHotel de Sal SamarikunaHotel de Sal SamarikunaSalar de UyuniSalar de UyuniIsla IncahuasiVizcachaIsla IncahuasiSalar de UyuniSalar de Uyuni

Muziekvoorstelling

[swfobj src=”//www.youtube.com/v/7QNSUvmuX5k&hl=en_US&fs=1″]

Tupiza

 2009 Boliva  Reacties uitgeschakeld voor Tupiza
okt 242009
 

Ruim zes uur moest de verder redelijk comfortable bus door een droog, ruig en verlaten landschap over een goeddeels ongeasfalteerde weg ploegen om Tupiza (20.000 inwoners; 2950m) te bereiken. Op vele plekken was er een desvio (omleiding), omdat er aan de weg gewerkt werd, zoals aan bijna alle wegen die we tot nog toe bereisd hebben. Er worden onder andere (nieuwe) bruggen gebouwd.

Tupiza is een klein, rustig stadje te midden van een spectaculair landschap. Ten noordwesten is er bijvoorbeeld een dieprood gekleurde bergketen. In de middag verkenden we quebrada palmira (een ravijn) te voet. In de ochtend ging ik naar de peluqueria (kapper). Het is heel kort geworden voor een eurootje …

We sliepen in het uitstekende La Torre hotel met de beste warme douche tot nog toe (geen miezerig straaltje uit een elektrische douche die door de schommelingen in de waterdruk steeds afslaat). Twee Fransen adviseerden ons in Tarabuco om de tour door het zuidwesten daar ook te regelen.

TupizaTupizaTupizaTupiza

Potosí

 2009 Boliva  Reacties uitgeschakeld voor Potosí
okt 212009
 

Voor de verandering bereikten we Potosí (150.000 inwoners; 4070m) via een redelijk goede asfaltweg. Het uitzicht was spectaculair, vooral in combinatie met de juist ondergaande zon. De hoogte is hier goed voelbaar, maar als je rustig aan doet en zoals ons geleidelijk omhoog gegaan bent, niet storend.

We sliepen in de wat krappe hostal Felimar in een vervelend doorhangend bed. De volgende dag zijn we dan ook naar het luxere en veel ruimere Hostal Carlos V verhuisd, dat in verhouding eigenlijk maar heel weinig meer kostte. De stad is redelijk toeristisch, wat onder andere betekent dat het eten vrij goed is.

We boekten bij Koala tours een tour naar één van zilvermijnen in de prominent aanwezige 4824 meter hoge Cerro Rico (rijke ‘heuvel’) nabij de stad. Eerst kregen we mijnwerkerskleding aan: rubberen laarzen, een beschermende broek en jas en een helm met een sterke lamp. Daarna bezochten we een mijnwerkerswinkeltje waar we dynamiet, ammoniumnitraat (om de explosie krachtiger te maken) en een ontsteking kochten en even verderop kochten we ook nog frisdranken en cocablaadjes met bicarbonaat (om de werking te versterken) voor de mijnwerkers. Het dynamiet met toebehoren kostte omgerekend slechts 2,5 euro. Daarna bezochten we een fabriekje waar op mechanische en chemische wijze het zilver gewonnen wordt. Erg veilig en gezond was het niet, de dampen brandden in mijn ogen. Daarna kwam het meest spectaculaire gedeelte, het bezoek aan de mijn  zelf. We moesten door lage, heel stoffige, smalle gangetjes lopen, kruipen en klimmen. Soms kwam er een wagon met delfstoffen voorbij. Met doeken voor onze mond en neus probeerden we te voorkomen om de niet geheel ongevaarlijke stof (met o.a. asbest) in te ademen. Onze groep was slechts vier mensen en een gids groot. Drie mensen gingen niet verder dan het eerste niveau. Ik ben samen met de gids naar het vierde niveau geweest, iets wat normaal niet gebeurt. Lager in de mijn wordt het steeds warmer en vochtiger en gelukkig ook minder stoffig. Er zijn nog twee niveaus meer, waar de temperatuur oploopt tot ruim boven de 40 graden. Totaal 60 tot 80 meter diep. De mensen werken hier onder zeer zware omstandigheden en de meesten gaan na 10 tot 15 jaar dood. Het was één van de rijkste zilvermijnen van de wereld. Tragisch is dat in de loop van de tijd miljoenen slaven hier zijn doodgegaan. Bij elkaar was het bezoek aan de mijn een heel indrukwekkende ervaring.

De volgende dag slenterden we door de mooie calle quijarro en bezochten we het casa nacional de moneda, de vroegere munt, nu een groot museum. Het hele proces van munten slaan vanaf de 16e eeuw, eerst met de hand, later met stoomkracht, was goed te volgen. Verder waren er prachtige mineralen, bijzondere oudheidkundige vondsten, waaronder baby-mummies (18-19e eeuw). ´s-avonds bezochten we het eerste internationale charango festival in het Teatro IV Centenario, waar spelers uit diverse landen hun kunsten vertoonden.

PotosíPotosíPotosíPotosíPotosíPotosíPotosíPotosíPotosíPotosíPotosí - calle quijarroPotosíPotosíPotosíPotosíPotosí

Luis Sartor

[swfobj src=”//www.youtube.com/v/m4NR6H0_jJE&hl=en_US&fs=1″]