Met een taxi reisden we over een mooie bergweg naar het kleine bergdorpje Pucará (2475m). De stroom was uitgevallen, daarom moest de taxi eerst naar de andere kant van het stadje rijden om aan te sluiten bij een lange rij voor het enige andere benzinestation.
In het dorpje zijn slechts één residencial (Montes), drie restaurantjes en zes winkeltjes. De residencial was schoon en ruim. De deur was gemaakt van eucalyptus-hout, zodat de hele kamer daarnaar rook. Veel van de huizen zijn gemaakt van adobe, een groot aantal ongepleisterd. In het dorpje voel je je snel thuis, want de mensen zijn erg vriendelijk.
Het eten is veel eenvoudiger dan in de grotere steden: rijst, aardappel en gedroogd vlees of kip. In de middag dronken we jugo de guineo (banaan en melk uit de blender) bij een vrouwtje met een gehandicapt, maar lief kindje.
De zonsondergang achter de bergen was bijzonder mooi!