Van Kumbakonam reisden we via Chidambaram naar Pichavaram (soms ook als Pitchavaram geschreven). Het laatste stuk (15 kilometer; een uurtje) in een afgeladen bus. Gelukkig waren we ingestapt op het busstation, zodat we een krappe zitplaats hadden. De juiste bus vinden, is altijd even volhouden, want weinig is voor ons leesbaar en vaak word je een paar keer van de ene naar de andere kant van het busstation gestuurd.
Pichavaram is een plattelandsdorpje aan een rivierendelta dichtbij zee (Golf van Bengalen). Deze bestemming hebben we voor de afwisseling gekozen en om ’s nacht te kunnen slapen zonder verkeersgeluiden. Een ander voordeel is dat het er door de nabijheid van water wat koeler is.
We hebben ons met een roeibootje door de mangrove laten roeien. De mangrove heeft de dorpjes erachter tegen de Tsunami van 26 december 2004 beschermd. We zagen o.a. een aantal mooie ijsvogels. Het verrekijkertje kwam weer goed van pas. Toen we terugkwamen werden we meegenomen naar een ambulance, politie- en brandweerwagen ineen (hier bereikbaar onder nummer 108). Onze polsslag en bloeddruk moest worden opgemeten (vrijwillig en voor de show). Alles was in orde, dus we kunnen lekker nog een poosje hier blijven!
Het toeristische complex is van de staat en je kan er eten (als je vooraf bestelt) en slapen. De kamer was een beetje schimmelig, maar de ramen een poosje openlaten, doet wonderen. Wij vonden het personeel van het restaurant wat haastig en commercieel; er werd bijvoorbeeld niet geheel per ongeluk een extra maaltijd gerekend. Minder prettig was ook dat er ’s ochtends vroeg (kwart voor vijf) al luid muziek werd opgezet in het dorp, waarschijnlijk om de vissers op tijd te wekken. Ik was in ieder geval ruim op tijd om een paar leuke foto’s te nemen van de wat mistige zonsopgang. Al met al was het een leuk uitstapje, dat de locals in het weekend ook doen.