Gisteren zijn we met de trein een dagje naar Maastricht geweest. Het is vanaf Dordrecht CS minder dan 2¼ uur reizen met slechts één overstap! Het was alweer een poos geleden dat ik in deze aangename stad ben geweest. We begonnen de dag door over de rommelmarkt voor het station te lopen. Tevens het begin van een leuke stadswandeling met mijn nieuwe GPS, een Garmin eTrex Vista HCx (bedankt Khaled!). Rond het middaguur aten we een lekkere salade op het terras bij restaurant La bonne femme. Terug aan de overzijde van de Maas bezochten we in de stadsbibliotheek een tentoonstelling met prachtige zwart-witfoto’s van de onbekende Tsjechische fotograaf/filosoof Miloslav Kubeš. Helemaal geïnspireerd heb ik ook een aantal zwart-witfoto’s genomen. Dat ga ik zeker vaker doen, omdat je daarmee bepaalde sferen heel goed kunt vangen. Een stukje verderop bezochten we het Bonnefantenmuseum. Mijn favoriete schilderij was het winterlandschap met vogelknip van Pieter Bruegel de Oude. De dag sloten we af met een lichte maaltijd in Edd’s café, voor mij uiteraard Franse uiensoep, in dit geval met een scheutje Pernod, een heel goede combinatie.
Foto’s Zuid-India
Onze route
Naar schatting hebben we ruim 2000 kilometer afgelegd (zo’n 1800 kilometer in rechte lijnen).
Typisch Zuid-Indiaas
- Veel mensen
- Rickshaw
- Masala dosa
- Thali (leaf meal)
- Slecht verstaanbaar Engels, veel spelfouten
- Masala chai, Lassi
- Hindoeïsme
- Open riool
- Tapioca– en bananenchips
- Olifanten
- Rupees
- Koeien op straat
- Sari, lungi, blote voeten
- Kolams
- Geur van wierook
- Afvalverbranding op straat
- Alleen herenkappers
- Bloemenkettingen
- Versierde vrachtauto’s
- Iedereen wil op de foto
- Pelgrims
- Ja-nee-misschien hoofdknik
- Neussierraden
- Fluimen
- Stroomuitval (gepland en ongepland)
- Houseboats
- Veel kraaien
- Carbonpapier
- Typische billboards
- Bollywood
- Douche met grote en kleine emmer
- Harde bedden
- Bedelaars
- De geur van cardamom
- Links rijden
Overnachten in Zuid-India
Overnachtingsmogelijkheden zijn er in veel verschillende soorten, van heel eenvoudig en heel vies tot heel luxe en brandschoon. De prijs-kwaliteitverhouding varieert enorm. In dezelfde straat kunnen twee hotels zijn die hetzelfde kosten, maar waar het ene hotel kleine, vieze, donkere en lawaaiige kamers heeft en het andere hotel ruime, schone, lichte en rustige kamers heeft.
Wij sliepen voornamelijk in guesthouses, residencies, lodges en (internationale) hotels. Soms kan je over de prijs wat onderhandelen, maar meestal staat hij vast. Overnachtingen waren onze grootste daguitgaven, maar naar onze begrippen nog steeds heel goedkoop. Soms is een Indiaas ontbijt inbegrepen. Één keer werd ons een continental breakfast aangeboden. Meestal moet je vooraf betalen, soms in de vorm van een depot, dat dan bij het uitchecken verrekend wordt. De kamers zonder airco zijn meestal een stuk goedkoper. Wij kozen altijd voor ‘non AC’, want door al die temperatuurverschillen voel je je toch niet lekker.
Behalve in de bergen is er meestal geen ‘hot water’. Dat is geen probleem, want je bent blij dat je je met wat lauw water kan afkoelen. Als er wel warm water is, dan is dat vaak slechts bepaalde uren in de ochtend, of je moet er eerst om vragen. Soms moet je het water eerst 20 minuten laten lopen voor het warm wordt. Wat een verspilling. Vaak geeft de douche zelf alleen koud water en één van de lage kranen (het kan zowel de rechter als de linker zijn) warm water. Er is dan een groter emmer waar je het water in kan laten lopen en een klein emmertje waarmee je het water over je heen kan gooien. Handdoeken zijn er alleen in de wat betere hotels, waar je vaak een zeepje bij krijgt. Wc-papier krijg je slechts een enkele keer.
In de betere hotels wordt ’s ochtends The Hindu onder de deur door geschoven. Alle kamers kunnen van binnenuit grondig worden afgesloten, overigens net zoals een treincoupé. De bedden zijn meestal vrij hard, wat voor ons prima is. De lakens zijn meestal aardig schoon, hoewel het regelmatig voorkomt dat je niet de eerste gebruiker bent. Het beddegoed wordt vaak in een nabije rivier gewassen. Niet alle vlekken gaan er dus uit. Ik let er meestal op of het mogelijk is om onze klamboe op te hangen. Meestal lukt dat wel door een touwtje te spannen tussen de tralies van een raam en een haakje dat ik ergens indraai.
Aluva
Tijdens de laatste lunch, een overheerlijke Kati Roll, in restaurant Dal Roti kregen we van de eigenaar de tip om niet met een dure taxi maar de luchthaven te gaan, maar via het plaatsje Aluva (de ‘v’ is niet hoorbaar) te reizen. De taxichauffeurs schijnen hun monopolistische handel d.m.v. intimidatie (banden leksteken en blokkades) te hebben veiliggesteld. De bus naar Aluva deed er ongeveer 1½ uur over. Ik heb onderweg nog wat typisch Indiase billboards kunnen fotograferen. Het plaatsje zelf was niet zo heel interessant. We hebben nog wat snacks e.d. ingekocht en daarna zijn we met een rickshaw doorgegaan naar de luchthaven, een korte reis van 30 minuten. De reis naar huis was voorspoedig, na een bus, een rickshaw, drie vliegtuigen, twee airporttransfers en twee treinen waren we gisteren na ruim 27 uur reizen om ca. één uur ’s middags weer thuis. Maandag ga ik weer werken, dus ik heb nog even de tijd om bij te komen en aan de Nederlandse tijd en het koudere klimaat te wennen.
De Zuid-Indiase weg
De weg wordt gedeeld door verschillende verkeersdeelnemers: mensen op blote voeten, ossewagens, paard-en-wagens, (brom)fietsen, auto- en fietsrickshaws, gewone auto’s, witte taxi’s, luxe en gammele bussen, mooi geschilderde vrachtauto’s, natuurlijk loslopende koeien, maar ook geiten en schuwe honden.
De weg heeft meestal brede schouders (bermen), die hard nodig is voor in onze ogen roekeloze inhaalmanoeuvres, welke hier als heel normaal worden beschouwd. De tegenligger of degene die ingehaald wordt, gaat gewoon de berm in als het niet gaat lukken of er wordt gewoon hard geremd en teruggestuurd.
Uiteraard gaat één en ander gepaard met luid, of vaker oorverdovend, getoeter. In de bergen wordt er bij elke (haardspeld)bocht getoeterd. Als de chauffeur niet weet dat hij dat moet doen (onwaarschijnlijk), wordt dat wel duidelijk aangegeven met borden met de tekst ‘sound horn’, dat ook achterop de meeste vrachtauto’s staat (zeker op die gevaarlijke stoffen vervoeren). De bus heeft soms een hele lage toeter, maar ook wel eens een beetje zielige hoge toeter, met name de staatsbussen. Heel eigenaardig is het geluid van achteruitrijdende auto’s. Dit kan het geluid van tsjilpende vogels, lelijke hoge fluittonen of hele melodieën zijn.
Vele voertuigen zijn versierd met bloemen, waarschijnlijk om verkeersongelukken af te wenden. We hebben ook een keer een bus bij een tempel gezien, die een ritueel onderging, voordat een groepje priesters instapte.