jun 052016
 

Met een kleine, gele taxi lieten we ons naar de plek in Trujillo brengen waar “colectivos” vertrekken naar het kustplaatsje Pacasmayo, ongeveer halverwege naar de noordelijker gelegen grote stad Chiclayo. Vanwege de verkiezingen, een mooie, maar onredelijke smoes, was de prijs van de rit verdubbeld. Er waren ook haast nog geen passagiers. We liepen een stukje verder langs de Pan Americana naar de “grifo” (benzinestation), waar bussen van “empresa” (maatschappij) Emtrafesa richting Chiclayo langskomen. We hadden geluk, want er waren nog twee plaatsen in de bus van tien uur vrij, gewoon voor de normale prijs. De uitstekende bus, met film onderweg (Spaans nagesynchroniseerd), vertrok 20 minuten te laat. Een agent die ook met deze bus meeging, wond zich daar aardig over op.

Onderweg reed de bus een personenauto met een grote klap aan. De bestuurster wilde met een veel te lage snelheid de Pan America oprijden. De bus probeerde nog om uit te wijken. De auto tolde in de rondte, waarbij de bestuurster uit de auto in het woestijnzand werd geslingerd en gewond raakte. De auto was zwaar beschadigd aan de achterkant. De politie kwam de zaak opnemen en een ambulance kwam de vrouw en haar kind halen. Beide waren redelijk snel ter plaatse. De aan de voorkant beschadigde bus reed langzaam verder naar het nabije dorpje San Pedro de Lloc. We wilden niet wachten op een oplossing van de busmaatschappij, mede omdat onze eindbestemming nabij was, dus liepen naar de plaza de Armas van het dorpje, waar maar weinig te beleven was en ook geen restaurants waren (het was etenstijd). Een meisje uit dezelfde bus wilde ook naar Pacasmayo (ca. 10 km verderop), dus gingen we daar samen met haar en nog een passagier met een gammele, sterk naar uitlaatgas ruikende “carro” (collectieve taxi) van het merk Mitsubishi heen voor slechts een paar sol (kwartjes).

Aangekomen in Pacasmayo kochten we eerst tickets voor de bus naar Cajamarca om gunstige plaatsen te hebben, maar we hadden niet zo heel veel meer te kiezen. Daarna aten we gebakken vis met als voorafje Papa a la Huancaina als lunch. We kregen er een heerlijke, zelfgemaakte Maracujadrank bij.

We verkenden het centrum van het kleine stadje en liepen over de nette “malecón” (boulevard) langs de oceaan, genietend van de oceaan met zijn mooie golfslag. De lange, oude hardhouten “muelle” (pier) op ijzeren poten, waar vroeger een goederentrein overheen reed, mochten we helaas niet op, misschien voor onze eigen veiligheid. Er zijn in de 40’er jaren twee treinstellen in het water gevallen, misschien liggen ze er nog wel. We konden wel onder de steiger en zagen dat de (giet?)ijzeren poten al behoorlijk verroest waren. De pier is gebouwd van 1870-1874 en was oorspronkelijk 743,4 meter lang. In 1924 nam de zee en stuk van de pier terug, zodat de pier nu nog “maar” 544 meter lang is. De Lonely Planet heeft nog wat huiswerk te doen, want de meeste feiten waren fout en blijkbaar is de gids sinds 2005 niet meer bijgewerkt.

Er zijn nog veel oude, charmante koloniale huizen, soms in erbarmelijke staat, in het stadje. De huizen werden hier gemaakt van cement verstevigd met de stengels van “caña” (suikerriet). Gewapend beton op lokale wijze. Bij aankomst zagen we de grote cementfabriek van het stadje.

We bezochten de “mirador” (uitzichtpunt) ten noorden van het stadje, waar we een mooi uitzicht over de stad en de oceaan hadden. Bij het uitzichtpunt was ook een “cementerio” (begraafplaats), waar we een korte blik op wierpen.

We sliepen in het prettige hostal El Duke Kahanamoku (Jr. Ayacucho Nº 44), een hostal vooral bedoeld voor surfers. Als je wilt, kun je er ook surflessen krijgen. De muren waren aan de onderzijde bekleed met bruine vloerbedekking (slim, want daar komen anders de meeste beschadigingen) en daarboven glimmend zandkleurig en appelgroen geverfd. De vloeren waren van grote planken hout gemaakt, hier een daar gezellig krakend. Opmerkelijk: goed bevestigde wc-bril aanwezig.

We wachtten de zonsondergang af in een “hamaka” (hangmat) op dakterras van het hostal.

Omdat er een goede kookgelegenheid was en om niet altijd hetzelfde te eten, kochten we ingrediënten voor een verse pasta met veel groenten bij een grote Tottus supermarkt. Met het keukengerei van het hostal, dat ik eerst zorgvuldig schoonmaakte, bereidden we onze maaltijd, die we in de “comedor” (eet/woonkamer) opaten. We zagen onder het eten de uitslag van de verkiezingen op de televisie. De enigszins rechtse PPK heeft met ongeveer 50,6% van Keiko Fujimori gewonnen. Van Keiko wordt gezegd dat ze niet links of rechts, maar van het geld is.

Pacasmayo is een aangename plaats, zee, zon en wind, om te verblijven, veel beter dan Trujillo, als je daar niets te zoeken hebt. Ook met het oog op de verkiezingen (veiligheid) en een gunstige (korte) weg naar Cajamarca kozen we voor deze plaats. De archeologische vindplaats Pakatmanú is helaas slecht bereikbaar.

’s Ochtends wandelden we nog langs het strand, mogelijk omdat het eb was, met heel aangenaam weer. We zagen overal kleine krabbetjes wegschieten en een enkele surfer zijn geluk op de golven proberen. We liepen naar de pier, waar ik een praatje maakte met de gemeentelijke opzichter, die ons toch toestemming gaf om de pier voor een klein bedragje (een kwartje) te bezoeken. Ik maakte aardig wat foto’s van de pier, de vissers en de spullen en aan het eind een heleboel pelikanen.

Avontuurlijk reizen is tegelijkertijd aangenaam en onaangenaam. Bussen, taxi’s, etc. kunnen veel te laat, te warm of te koud zijn, stoffig zijn, kleine zitplaatsen hebben, geen ruimte voor je bagage hebben of je bagage kan vuil uit het laadruim komen. Sommige busreizen duren erg lang en/of gaan met grote hoogteverschillen en veel (haarspeld)bochten door de bergen, zodat je moe op je bestemming aankomt, soms op een onprettig tijdstip. Je moet ook altijd opletten waar je uit moet stappen, hoewel je daar meestal goed bij geholpen wordt als je ernaar vraagt. Overnachtingsplekken kunnen vuil en stoffig zijn, te warm, te koud of tochtig zijn en een te hard, te zacht of doorhangend bed hebben. Het sanitair laat in Peru vaak te wensen over (lekkende wc’s en wastafels; een wc-bril ontbreekt vaak). Als je vraagt of er warm water is, moet je ook altijd vragen of dat er de hele dag is, want soms is dat beperkt tot een paar uur in de vroege morgen (totdat het op is). Een elektrische douche geeft, als hij werkt, op elk moment van de dag warm water, maar meestal is dat beperkt tot een dun, lauw straaltje water. Laten we het over de veiligheid maar niet hebben. We hebben het wel eens meegemaakt dat de draden met grote vonken doorbranden. Gebrek aan meubilair is ook onprettig, vooral als het ook vies is, want dan kun je je spullen nergens neerleggen. Wanneer je kakkerlakken en andere insecten eng vindt, kun je beter thuisblijven. Als je niet oppast, kun je van het eten ziek worden. Mijn tip is om restaurants gericht op toeristen te vermijden, want de vaak duurdere ingrediënten worden vaak te lang bewaard. Wij proberen altijd te eten waar veel andere mensen eten en kiezen voor vastgestelde menú’s, omdat deze vrijwel altijd op de dag zelf vers bereid zijn. Verder zijn chifa’s (chinezen) en pizzeria’s meestal veilig om te eten. Borrachos (dronkenlappen) en sommige kinderen kunnen lastig zijn. Uit de buurt blijven en anders in je eigen taal schreeuwen is meestal effectief. Andere mensen schieten je vaak snel te hulp als je lastiggevallen wordt. Je komt wel altijd met mooie verhalen thuis en je ziet mooie, lelijke, bijzondere, aangename en onaangename dingen en je ontmoet veel aardige, behulpzame mensen, zeker als je wat Spaans spreekt. Je wordt regelmatig geconfronteerd met je eigen vastgeroeste gedachten en meningen. De onaangename dingen vergeet je vaak snel weer, zodat je na een poosje er weer intrapt 😉

Mobiel internet: HSDPA en redelijk goede Wi-Fi in het hostal.

De meeste foto’s zijn weer beschikbaar in
het online album.