nov 232016
 

In ruim een uur reisden we, met een kleine vertraging door een vrachtauto waarvan de motor in brand was gevlogen op highway 45, naar de stad León, beroemd om zijn leer (schoenen, tassen, etc).

We aten een lekkere groentencrèmesoep en “enchiladas de quesos” (een bepaalde vorm van een tortilla, in dit geval gevuld met kaas) als lunch, die prima smaakte. Voor lekker eten kun je rustig naar Mexico gaan! Als je geen maïs lust, is Mexico minder ideaal. Als je last hebt van coeliakie dan juist weer wel. In wat betere restaurants kun je vaak kiezen tussen maïs en “harina” (tarwemeel).

Omdat we niet echt geïnteresseerd waren in lederen producten en er verder in León niet zoveel te beleven is, besloten we door te reizen naar de stad Aguascalientes (letterlijk: warm water, naar de warmwaterbronnen). We kochten kaartjes voor een eersteklas Primera Plus bus, met luxe stoelen met veel beenruimte, stroom, Wi-Fi, een wc en een persoonlijk entertainmentsysteem, bijna zoals in een vliegtuig voor een intercontinentale vlucht. Na ruim twee uur had de bus de 130 kilometer afgelegd. Met een stadsbus reisden we van het busstation naar het centrum.

We verkenden het centrum en aten heerlijke pannenkoeken met vier kazen en pittige chimichurri als avondeten. We sliepen prima in het wat luxere hotel Alborada, waar we vriendelijk door de eigenaar Sergio werden ontvangen.

’s Ochtends aten we weer een “ranchero“, onze favoriet. In het restaurant Las Antorchas stond, zoals in meer restaurants staat, “Espacio 100% libre de Humo” (ruimte 100% vrij van rook). De koffiebroodjes waren ondanks dat dat gevraagd was niet inbegrepen.

We bezochten “Monumento a Manuel M. Ponce” op het centrale plein, een monument met een fontein en een borstbeeld gewijd aan de componist Manuel M. Ponce. Ook bezochten we, via de mooie Jardín de San Marcos (jardín = tuin, oftewel een park, waar we mooie, grote vlinders zagen vliegen), de Manuel M. Ponce straat. Helaas was het onduidelijk welk huis van de componist was.

We verhuisden naar het eenvoudiger en oudere hotel Asis (geen spelfout), vlakbij Jardín Zaragoza (een park) en Mercado Juarez en Teran (marktgebouwen), waar we een rustige, koele kamer achterin het gebouw hadden (en slechte Wi-Fi ontvangst). De douche was helaas koud in tegenstelling tot wat was beloofd. Mexicanen zijn dus niet altijd eerlijk.

’s Middags bezochten we het “Museo de la Muerte” (het museum van de dood). De Mexicanen lijken een fascinatie voor de dood te hebben. Groepen met (jonge) scholieren bezoeken het museum ook. In het museum is één van de twee Azteken kristallen schedels. Het meeste van de grote collectie vonden we niet zo mooi, m.u.v. de zaal met archeologische vondsten.

’s Avonds bezochten we het mooi verlichte, grote Palacio Municipal (gemeentehuis) aan het ruime Plaza Patria (centrale plein), waar binnen diverse enorme muurschilderingen te zien zijn, die de geschiedenis van de stad uitbeelden.

Helaas was het Museo del Juguete Tradicional Mexicana (traditionele speelgoedmuseum) gesloten.

Hoe verder we noordelijk gaan, des te beter lijkt het weer te worden. Misschien komt dat doordat we steeds verder bajío op reizen. Dit is een grote, vruchtbare hoogvlakte op zo’n 2000 meter hoogte. Het was overdag half bewolkt en 25 graden.

De muziek in Mexico is heel beschaafd, bijna romantisch. Zelden is de muziek op straat of in restaurants te hard. Er is op bepaalde momenten veel verkeer in de stad, maar gelukkig zijn de Mexicanen in het algemeen hoffelijk en rijden ze je niet voor de voeten.

Met een stadsbus, hier “camion” genoemd vanwege hun vrachtwagenvorm, reisden we terug naar het busstation (7,5 pesos per persoon, minder dan 40 cent).

https://goo.gl/photos/8RnN2MgFeaVVDRn77

https://goo.gl/photos/12wayQ2niE5vymZH7