jun 072018
 

We stonden vroeg op en ontbeten om zeven uur. Net zoals de vorige dag werd de belofte om het transport te regelen niet nagekomen. Geen nood, we vroegen aan iemand die wat Engels sprak hoe we het beste verder konden reizen en dat was “gewoon” door te liften. We liepen naar de plek waar de weg het dorp binnenkomt en hadden binnen vijf minuten een lift in de laadbak van een kleine vrachtauto naar het plaatsje Sagarejo. We hadden een geweldig uitzicht op de valleien en bergen met besneeuwde toppen. De auto reed flink door waar de weg goed genoeg was, dus onze haren wapperden en onze wangen flapperden soms in de wind. Buiten ruik je beter de omgeving, zoals het moeras, de koeien en bloeiende bloesem die we passeerden. Minder plezierig zijn het zand en de insecten, dus het is beter om achter je in plaats van voor je te kijken. Ruim een half uur later werden we afgezet bij de snelweg aan de rand van het stadje. Hanneke kamde de klitten uit haar haren bij een supermarkt aan de overkant van de weg. Een vriendelijke, wat oudere, netjes geklede dame hielp ons om de juiste marshrutka (minibusje voor 15-40 personen) richting het plaatsje Tsnori te nemen. We stapten uit bij de eerste afslag naar Sighnaghi, waar een oudere, keurig geklede heer ons hielp om de juiste marshrutka naar Sighnaghi, onze eindbestemming, te nemen. De eerste rit was een beetje een dollemansrit, want er werd regelmatig 130 km/u gereden en ingehaald. De tweede rit (ca. 15 km) was een stuk rustiger over een provinciale, bochtige weg omhoog.

Ter oriëntatie liepen we wat rond in het wat toeristische dorpje, strategisch gelegen op een bergtop (dus veel hoogteverschillen). De huizen hebben rode, terracotta dakpannen, waardoor het stadje een Europees aanzicht heeft. Daarna aten we in een restaurantje vers gesneden en gebakken patat en Lobio (bruine bonen met kruiden uit een aardewerken potje).

We overnachtten in het eenvoudige hostel Temuka, waar we vriendelijk ontvangen werden door de beheerster Nellie. We kregen bij aankomst lekkere Turkse koffie, zelfgemaakte koeken, heerlijke witte wijn en zoete, groene pruimen. Het terras voor onze kamer had een prachtig uitzicht op de grote Kaukasus bergen (hier ruim 3000 meter hoog), die grenzen aan Rusland en Azerbeidzjan en de grote, vruchtbare vallei ervoor. De hoge toppen zijn besneeuwd en hebben ’toefjes’ wolken. De hemel is verder strak blauw. In de zon is het warm, tegen de 30 graden, maar het is hier niet zo benauwd warm als in Nederland, omdat het hier minder vochtig is.

Later op de dag, na de ergste hitte, bezochten we de lange stadswallen en -poorten. Dit is de belangrijkste attractie van het dorpje naast het weidse uitzicht en een archeologisch en historisch museum, dat we niet bezochten.

We aten aubergine met walnoot (een heel lekker koud gerecht) en Lobiani (een warm gerecht van vers brood gevuld met hartig gekruide bonen) en dronken samen één Georgisch biertje (een fles is een halve liter).

Deze streek, Kakheti, is bekend om zijn wijnproductie. Op straat worden overal hergebruikte plastic limonadeflessen met wijn verkocht. Ook kun je kleurige, gevilte pantoffels en mutsen, zelf gebreide sokkenen en truien en diverse andere souvenirs kopen.

De mensen hebben hier beschikking over gas dat door roestige, oude, bovengrondse pijpen stroomt. De gasmeters zitten buiten en zijn verzegeld met een ouderwets loodje, zoals we die in Nederland ook kennen.

Deze dag waren we samen minder dan 30 euro kwijt voor transport, eten, overnachting, etc.

Het WiFi-netwerk in het hostel werkte goed, behalve de ochtend van vertrek (wel verbinding, geen internet). Onderweg naar en in het dorp was er steeds een goede 4G (LTE) internetverbinding.

Sighnaghi, Kakheti · 64 nieuwe items toegevoegd aan gedeeld album
Sighnaghi, Kakheti · 64 nieuwe items toegevoegd aan gedeeld album