sep 192010
 

Weer via Blagoëvgrad (Благоевград) en het zuidelijker gelegen Sandanski (Сандански) reisden we naar het gezellige dorpje Melnik (Мелник; ca. 350 m), ongeveer 15 km van de Griekse grens. Het dorpje is bekend om zijn wijnproeverijen.

Het is vandaag warm, zeker 30 graden. We hadden dan ook geen haast met het doen van wat kleine inkopen in een koele supermarkt … we moesten toch op de bus wachten.

In Melnik overnachtten we in een klein, maar mooi kamertje van een oud, maar levendig vrouwtje. Overal hangen rode en groene druiven. Het ruikt naar wijn, want een gedeelte van de druiven is inmiddels aan het gisten, doordat de insecten eraan gezeten hebben.

De volgende dag volgden we na het ontbijt een droge rivierbedding en later een smal, stenig pad dat omhoog klom langs een steile rotswand. Na nog een klein, wat gemakkelijker stuk omlaag kwamen we aan bij het Rozhen klooster (Роженски манастир; ca. 580 m).

In het klooster werd net een kind gedoopt. Na wat geprevel werd het kind eerst met een bijbel met een gouden omslag aangeraakt en daarna met een bloem die was gedoopt in gewijd water. De bloem werd overhandigd aan de wat zenuwachtig om zich heen kijkende moeder, die het onrustige kind veel te hard wiegde. Tenslotte werden een stuk of vijf haartjes een voor een afgeknipt en in het gewijde water gegooid.

Helaas misten we de bus terug, zodat we na de lunch langs een geasfalteerde weg terug naar beneden moesten lopen (ca. 7 km). Onderweg dronken we natuurlijk bronwater in een gehucht. Liften is overigens officieel verboden in Bulgarije.

Bij terugkomst was het kleine wasje, dat we ‘s-ochtends met water en zeep deden en opgehangen hadden op een geïmproviseerde waslijn, kurkdroog.