okt 072010
 

Met drie boemeltreintjes, waarvan de laatste door een reeks van korte en een paar lange tunnels ging, en een minibusje bereikten we Koprivshtitsa (Копривщица) op ca. 1000 meter hoogte. Van een aardige mevrouw kregen we spontaan een mooie rode granaatappel met nog een takje groene bladeren er aan. In de trein was het fris, in de winter zal het flink koud zijn.

Helaas is het mistroostig regenachtig weer geworden. Als het hier regent, regent het de hele dag aan één stuk door. Het charmante dorpje, waarvan het uitspreken van de naam enige oefening vergt, verkenden we dan ook samen onder een paraplu. Overal komt er rook uit de schoorstenen en ruik je de geur van houtvuur. Er zijn hier heel veel opgeknapte 19e eeuwse huisjes gebaseerd op gestapelde stenen muren met daarop donker houtwerk. Op het eveneens houten dak liggen rode, onregelmatig gebakken, kleine dakpannen. Bij een standbeeld van een dichter vonden we de kleinste geocache tot nog toe. In Bulgarije zijn er veel standbeelden, vrijwel altijd van mensen die wij niet kennen.