okt 132011
 

De zuidelijke route vanuit Tarapoto is gevaarlijk, zeker nu, na ongebruikelijk veel regenval. De overstromingen in die oostelijke regio waren een avond eerder op de Peruaanse televisie. We konden dus niet anders dan vanuit Pedro Ruiz terug naar het westen reizen.

Eerst reisden we met een colectivo naar Bagua Grande (ca. 65 km; 1,5 uur). Het kostte een uur langer, omdat we moesten wachten op een wegafsluiting. Een aantal bulldozers was bezig om de weg weer veilig en begaanbaar te maken na het instorten van een steile wand rechts van de weg. In Bagua Grande konden we gelijk verder met een andere colectivo naar Jaén (ca. 65 km; 1 uur). We vonden Jaén benauwd, stoffig en onrustig. Het belangrijkste stadsvervoer bestond uit honderden grommende mototaxi’s. Na het bekijken van een onwelriekend hotel, lieten we ons naar Movil Tours brengen, één van de betere busmaatschappijen in Peru. Eigenlijk met het idee om in de buurt te gaan slapen en de volgende dag door te reizen. We konden echter nog mee met de middagbus naar Chiclayo als we snel beslisten. Niets bindt ons, dus vijf minuten later waren we met onze kleine rugzakjes (32 en 35 liter) onderweg in een luxe bus met airco, wc, snacks, drankjes, kotszakjes en film (ca. zes uur). Vandaag dalen we zo’n 2000 meter af naar de kust van de Stille Oceaan.

Ik schrijf veel over het vervoer. Behalve tussen de grote steden is vervoer schaars. Zeker in kleine plaatsjes moeten we vaak wachten, soms uren. We zijn altijd weer blij als een paar vriendelijke mensen ons meenemen, in een propvolle auto, een kleine vrachtauto, achterop een pickup truck of op welke manier dan ook. Vervoer is dus een belangrijk onderdeel van onze reis. Ook wat betreft contact met de lokale bevolking. We hebben een hekel aan georganiseerde tours, omdat vaak veel te veel bezienswaardigheden in veel te weinig tijd worden bezocht, waardoor je eigenlijk de dingen maar oppervlakkig beleeft. Daarbij is het nu laagseizoen, waardoor er vaak te weinig mensen zijn om een tour door te laten gaan.

Na drie weken ervaar ik de bergen en de natuur van Peru nog steeds als groots. Een heel groot verschil met ons vlakke, overbevolkte Nederland. De gehele afgelopen week reisden we bijvoorbeeld stroomafwaarts lang de nu onstuimige rivier Rio Utcubamba. Er is hier nog zo ontzettend veel te zien en te ontdekken!

De meeste mensen zijn aardig en behulpzaam. Desondanks moeten we altijd behoedzaam zijn, bijvoorbeeld voor het “vergeten” van het teruggeven van het wisselgeld, waardoor een rit ineens 2,5 keer duurder zou worden. Onveilig hebben we ons tot nu toe gelukkig niet gevoeld. De mensen hier leven een praktisch, aards leven, in tegenstelling tot ons leven, dat meer uit (virtuele) ideeën bestaat.

Mobiel internet werkt hier meestal maar matig. Het is vaak langzaam en haperend. De dekking is slecht, wat gezien de geografische en economische omstandigheden te verwachten valt. Een eenvoudige GPRS-verbinding is bijna altijd stabieler dan een vier keer zo snelle EDGE-verbinding (in theorie tot één megabit per seconde). Met de Android applicatie Network Speed kan ik zien hoeveel verkeer er heen en weer gaat. Meestal is het enkele kilobytes per seconde, met af en toe pieken van 5-10 kb/s. Regelmatig komt er geen antwoord van het netwerk. We moeten in Nederland blij zijn met alle goede infrastructuur die we hebben.