feb 202013
 

Het was niet druk in de trein, dus we hadden veel ruimte. Het landschap was prettig groen en er waren veel karakteristieke Khejri-bomen. Langzaam werd het meer woestijnachtig. De trein had deze keer weinig vertraging, dus we hoefden niet te wachten en we kwamen halverwege de middag slechts een uurtje te laat aan.

We aten een mooie en lekkere masala dosa in het schone Heeralal’s, waar we verder al onze maaltijden genoten. We sliepen dichtbij het treinstation en niet ver van de oude stad in het statige hotel Marudhar Heritage. We werden ’s ochtends vroeg wakker van de rook van het houtvuur, waarmee het water werd opgewarmd. We hadden vorig jaar dezelfde ervaring in een Turks hotel in Izmir. We hebben nu om een andere kamer gevraagd om herhaling te voorkomen.

Met een trein reisden we in de laagste klasse (ongereserveerd) in zo’n drie kwartier naar het plaatsje Desnoke, zo’n 30 kilometer ten zuiden van Bikaner. Daar is de Karni Mata tempel, beter bekend als de rattentempel. Het is zelfs voor Indiase begrippen een buitengewone plaats, als je niet bang bent voor ratten (kabas), want er zijn er duizenden. We mochten er op onze blote voeten vrij rondlopen. We mochten alleen niet in de hoofdtempel in het midden komen (alleen voor hindoes). Er liepen verschillende ratten over mijn voeten, hetgeen geluk schijnt te brengen. Er ligt overal voer (graan?korrels) en er staan overal bakken met water en/of melk. Het voer is soms ongemakkelijk onder je voeten. Ook de duiven komen eropaf, ondanks dat er netten gespannen zijn.

Het verhaal is dat Yama (de god van de dood) in de 14de eeuw een verzoek van Karni Mata (een incarnatie van Durga) weigerde om haar verdronken zoon Lakhan weer tot leven te wekken. Karni Mata liet daarom al haar familieleden reïncarneren als kabas (ratten), die later weer als haar familieleden zouden terugkeren.

Bij de tempel ontmoetten we een Duits paar. We konden meerijden richting Bikaner (ze hadden een grote auto met chauffeur gehuurd). Dit bespaarde ons het wachten op de trein of het zoeken van een bus terug. Onderweg bezochten we nog het buiten de stad gelegen onderzoekscentrum / dromedarisfokkerij. Het was erg leuk om een kleine dromedaris te zien die melk uit een fles kreeg! We werden aan de rand van de stad afgezet en reisden voor een paar roepies in een gedeelde rickshaw op de voorbank naast de chauffeur naar het fort van Bikaner. Na het nemen van wat foto’s reisden we de laatste kilometer naar de achterkant van het treinstation. Voor een paar dubbeltjes lopen we liever niet tussen het drukke verkeer.

We kochten in een supermarkt een extra rugzak om de spullen die we gekocht hebben (o.a. een Tibetaanse klankschaal en dekens voor in de trein of vuile hotels) in te kunnen checken in het vliegtuig.

Vandaag reizen we met de trein naar Churu, een stukje op weg naar Delhi. Dit stelt ons in staat om nog een andere plaats te zien en verkort de reis naar Delhi met een uur of drie (181 km).

We hoorden al vaak: “In India is alles mogelijk, zelfs het onmogelijke” (everything is possible, even the impossible)