We verlieten Ayacucho met een volgeladen oud minibusje. Het was ongelofelijk wat de mensen allemaal meenamen! Een kist met mandarijnen, grote struiken selderij, balen rijst, eieren, etc. Langzaam gingen we over een onverhard bergweggetje, eerst naar het dorpje Julcamarca, daarna naar het dorpje Secclla. Hier komen absoluut geen toeristen en we werden dan ook voortdurend aangestaard. De reis naar Secclla duurde ongeveer drie uur.
In Secclla was er een kleurrijke groentenmarkt. We aten gebakken forel in een eenvoudig restaurantje. De servetjes zijn hier van wc-papier. We overwogen nog om in dit dorpje te slapen, in een klein adobegebouwtje op een binnenplaatsje. Hoewel het romantisch en primitief was (klein, een scheve, gammele trap naar boven, doorgezakte bedden, geen water en geen elektriciteit), besloten we toch om door de reizen naar het wat grotere stadje Lircay.
We moesten even wachten, maar we konden al snel mee met een ‘carro’, een oude, gammele personenauto, bedoeld voor vervoer van mensen, inclusief chauffeur zes stuks. De tank werd gevuld met een gieter. De ramen waren letterlijk handbediend.
De weg was bijzonder mooi en vrij hoog, meer dan 4500 meter. Onderweg passeerden we kleine adobe huisjes met een glimmend golfplaten dak, soms ‘bevestigd’ met oude autobanden. Vaak zijn de huizen hier alleen aan de voorkant gepleisterd en geverfd. Hier is nauwelijks prikkeldraad. De landafscheidingen zijn meestal van gestapelde stenen muurtjes. De eigenaar markeert zijn llama’s met verschillende kleuren wollen lintjes in de beide oren van de llama’s, een leuk gezicht.
Vooral door het wat regenachtige weer waren de zwart-grijze bergen wat somber, wat nog werd benadrukt door het ontbreken van bomen. Alleen het gele gras bracht wat kleur. We meanderden omhoog en omlaag, vaak langs een klein riviertje. Het was één van de weinige keren dat de rit korter duurde dan gezegd: 2,5 uur i.p.v. 3 uur.
In Lircay (3278 m) sliepen we in het eenvoudige hostal Paraiso (paradijs, maar dan wel met een gemeenschappelijke wc/douche met koud water). Er was een mooie houten vloer en voor de verandering waren de muren terracottakleurig geverfd. We werden ontvangen door een manke, oude man, dus we moesten even geduld hebben voordat er wat gebeurde. Als je keuze hebt uit een stuk of drie overnachtingsplekken, dan wacht je wel even. Het tijdsbesef is hier sowieso anders. Er wordt geteld in uren en we horen regelmatig ‘ahorita’, wat zoiets als ‘nu’ betekent, maar net zo goed over een half uur kan zijn.