aug 042015
 

Aangezien Hanneke eerder haar schoenen vergeten was in Võsu en we toch een stuk terug moesten om naar het zuidelijker gelegen Tartu te reizen, gingen we met de trein van 16:24 terug naar Rakvere (minder dan anderhalf uur en zelfs nog iets goedkoper dan de bus).

We boekten vooraf een kamer in Kathariina guesthouse, in het oudste straatje van Rakvere, zodat we konden vertellen waar we gingen overnachten. Hier hadden we geen enkele spijt van, want de kamer en het eten waren meer dan in orde.

image

Tijdens het avondeten ontmoetten we Tiit, de organisator van het gitaarkamp waar Hanneke aan meewerkte. We kregen een korte rondleiding door Rakvere, waarbij we uiteraard de oude en nieuwe muziekschool te zien kregen.

Op het reeds gesloten busstation tuurden we door de ruit om te zien wanneer de bus naar Vōsu ging (10:30 was de eerste redelijke tijd).

Na een goed ontbijt namen we de bus naar Vōsu. Er waren weinig passagiers en dus weinig stops, daarom waren we al binnen een half uur in het dorpje aan de Baltische kust (eigenlijk de baai van Kãsmu). Het dorpje ligt in het uitgestrekte nationale park Lahemaa, waar nog beren en wolven leven (de kans dat we ze zien is erg klein).

Hostel Männisalu ligt aan de rand van het dorp tussen zacht ruisende naaldbomen. Het is een korte wandeling vanaf het kleine busstation, een grote houten hut. Hanneke kreeg haar zo fel begeerde schoenen eindelijk terug 🙂

image

Tussen de middag aten we heerlijke gebakken zalm op het terrasje van restaurant O Körts, één van de weinige een waarschijnlijk beste restaurant in het dorp. De zalm wordt in het land zelf gevangen. De A. Le Coq, de lokale biersoort, smaakte er goed bij. Er werd muziek uit de jaren 70 en 80 gedraaid, o.a. hotel California.

Uiteraard gingen we lekker op het strand zonnen, maar we gaven het op toen het te koud werd. Er stond een stevige wind van windkracht 5 die eerst aangenaam was, maar later toch roet in het eten gooide.

image

We liepen terug door het naaldbos, waarvan de bodem bedekt was met bijna rijpe bosbes en dat het strand en het dorpje scheidt. Parallel aan de kust loopt door het dorpje een riviertje.

Bij de supermarkt kochten we naast water uit nieuwsgierigheid twee hoorntjes met kruisbessenijs, dat goed smaakte.

Met de nieuwe dompelaar (de vorige is kapot gegaan in Marokko) zetten we een lekker bakje thee, waarvan we in de laatste zonnestralen die over de bomen kwamen, genoten op het balkon van onze kamer.

’s Avonds aten we een lekkere (pasta) salade met een heerlijk glas Merlot, nog steeds lekker in de zon 🙂

De meest houten huizen in deze streek zien er ongeveer zo uit:

image

image