[swfobj src=”//www.youtube.com/v/Yo-mBNzwn7I&hl=nl&fs=1″]
Met de bus kan je vrijwel overal goedkoop komen. Er zijn ‘ordinary’ (gewone) en ‘express’ bussen. Het voornaamste verschil is dat een ‘ordinary’ bus overal en nergens stopt om mensen in en uit te laten stappen. Er zijn ook staatsbussen en ‘private’ bussen. Bij private bussen kan er sprake zijn van ‘deluxe’ of ‘extra deluxe’, wat weinig betekenis kan hebben of wat luxere stoelen of een bollywoodfilm onderweg kan inhouden. Soms staat het geluid erg hard. Oordopjes om je gehoor te beschermen zijn dan geen overbodige luxe.
Vooral in wat grotere plaatsen moet je vaak een aantal keren vragen waar de bus met jouw bestemming vertrekt. Als je het aan de meestal Engels sprekende ‘station master’ vraagt, heb je de meeste kans dat het in één keer goed is. Anders kan je wel een paar keer heen en weer worden gestuurd. Soms is het een hele kunst om een plaats te veroveren in de bus. Het komt voor dat, als een bus aankomt, mensen zich in de bus wurmen voordat hij tot stilstand is gekomen en de mensen zijn uitgestapt. Een andere truc is gauw je tas door een raam op een stoel leggen.
Betalen doe je gewoon in de bus. Heel soms mag/moet je reserveren, maar dan nog kan je gewoon in de bus stappen en betalen, vaak zelfs minder.
Vooral in de ‘ordinary’ bussen kan het ondraaglijk druk worden. De altijd aanwezige conducteur kan heel ruw (elleboog, tas) langs je gaan als je aan het gangpad zit. Om mijn benen kwijt te kunnen, gingen we vaak bij de ingang zitten. Het nadeel is dan wel dat iedereen die in- en uitstapt langs je loopt. Het voordeel is dat je het leven in de bus op de voet kan volgen. De bussen hebben vaak geen ramen. Als het warm is, ben je daar dankbaar om. De tocht kan echter ook heel storend zijn.
De tijd dat de bus over een route doet, wordt meestal in uren opgegeven (als je erom vraagt; het beste aan de chauffeur of conducteur). Meestal duurt het wat langer dan gezegd, tot wel bijna het dubbele.
Een busstation kan in het centrum of aan de rand van een stad zijn. Er kunnen ook meerdere busstations (‘bus stands’) zijn of een apart station voor de stadsbussen. Als er een spoorwegstation is, dan is dat niet altijd in de buurt. Wij nemen in dit soort gevallen een rickshaw, maar het is vaak ook mogelijk om met stadsbussen van het ene naar het andere station te reizen.
In en rond de bus worden regelmatig, maar niet altijd, hapjes verkocht. Als de reis wat langer duurt, kan je er bijna op rekenen dat deze wordt onderbroken om te plassen of om wat te eten of te drinken.
Reizen met een grote rugzak is niet aan te raden. Wij reizen met een daypack, die altijd op onze schoot past of ergens anders in het zicht een plekje kan vinden.