Schrikken in Allahabad

 2013 Noord-India, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Schrikken in Allahabad
feb 072013
 

Het was wel een beetje schrikken om na drie uur met de bus (ca. 120 km) aan te komen in Allahabad. Miljoenen mensen overnachten hier in enorme tentenkampen bij de rivier vanwege de Kumbh Mela (een religieus festival). Bij de vorige, minder belangrijke Mela waren er 70 miljoen bezoekers, dit jaar worden er maar liefst 110-120 miljoen mensen verwacht! Het is veruit het grootste festival ter wereld.

We waren blij dat we een fatsoenlijk hotel (hotel UR) vonden voor een acceptabele prijs, want verder reizen was niet echt een optie. Royal Hotel vroeg een belachelijke prijs voor een eenvoudige kamer. Zoals zo vaak slaapt het personeel van het hotel met een paar dekens op de harde grond. Bij wat betere hotels wordt er ’s ochtends een krant onder de deur doorgeschoven. Als je geluk hebt in het Engels (ditmaal hadden we ‘The Times of India’). De krant staat deze dagen vol met verkrachtingen. Een 14-jarig meisje verkrachten en wurgen leidt binnen vijf weken tot de doodstraf.

Na het eten van een heerlijke dosa, hebben we maar gelijk plaatsen in de trein naar Lucknow geboekt (volgens Disha waren er nog maar vijf). We hebben stoelen in de wat luxere AC Chair Car (klasse CC). Het treinstation is het grootste dat ik ooit heb gezien. Het was een hele wandeling naar het hoofdgebouw aan de andere kant van het station, over loopbruggen die niet alle sporen met elkaar verbinden. Er waren veel, heel veel mensen in allerlei verschillende klederdrachten.

’s Avonds at ik voor de verandering een chowmein, hartige noedels met groenten. Voor het eerst na de voedselvergiftiging, waarschijnlijk Gardiasis, smaakt het mij weer goed!

’s Nachts had het geregend, dus ’s ochtends was de lucht lekker fris, eindelijk eens zonder al het stof van de straten.

Varanasi is de laatste plaats die staat in de reisgids die we hadden meegenomen (een Rough Guide voor het noordoosten). We zijn nu dus aangewezen op een elektronische Lonely Planet die ik op mijn smartphone heb staan. Het bladert minder lekker dan in een papieren boek en er is alleen een index van de hoofdstukken (grofweg per staat). Dit mag Lonely Planet wel verbeteren als ze meer elektronische gidsen willen verkopen. We zijn overigens niet zo’n fan meer van de Lonely Planet gidsen, maar voor India is het gewoon de beste reisgids.

Varanasi aan de Ganges

 2013 Noord-India, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Varanasi aan de Ganges
feb 062013
 

De trein naar Sasaram was zelfs voor Indiase begrippen laat. We waren dus voor niets heel vroeg opgestaan. Ook omdat ik mij door een voedselvergiftiging niet zo lekker voelde, hebben we de trein geannuleerd (dat kan hier kosteloos bij meer dan drie uur vertraging) en de trein naar Varanasi de volgende dag, nog vroeger, geboekt (220 km; ruim 4 uur). Gelukkig waren er nog enkele bedden in de ‘sleeper’ klasse (SL), maar niet meer bij elkaar (maar wel in dezelfde wagon). De spoorwegen vervoeren hier per dag ongeveer net zoveel mensen als alle inwoners van Nederland!

Na een dagje rust ging het gelukkig wat beter. Het kostte enige moeite om te weten te komen waar onze wagon zich bevond. Aangezien de treinen heel lang zijn en soms maar kort stoppen, is dat zinvol om van tevoren te weten. We hadden er alleen niet op gerekend dat de trein van de andere kant kwam dan de voorgaande. Uiteraard moesten we mensen van onze gereserveerde plaatsen wegjagen. Geen probleem, want ondanks dat hier alles ongeorganiseerd is, zijn de mensen erg gevoelig voor officiële papieren, zoals een treinkaartje, en autoriteit. De trein ging netjes op tijd weg en kwam maar ietsje te laat aan. Leuk was dat we met daglicht de Ganges over een grote ijzeren spoorbrug overstaken.

We lieten ons door een autorickshaw naar Assi gath, de rustigste en laatste gath brengen. Na een stukje stroomafwaarts lopen, kozen we Shanti rest house bij Hanuman gath als overnachtingsplaats. De kamer is eenvoudig, maar prettig. We hadden uitzicht op de sfeervolle, ’s ochtends vaak mistige Ganges. Jammer dat er ’s nachts veel rook naar binnen kwam. De volgende nacht sliepen we dan ook in een kamer wat verder naar achteren. ’s Ochtend werden we wakker van de bellen van de tempels, die hier om de zoveel meter langs de Ganges liggen.

Stel je bij Varanasi een middeleeuwse stad voor, waar het vee losloopt en voeg daar veel toeterende en bellende (brom)fietsen en, waar de straten breed genoeg zijn, fiets- en autorickshaws (tuk-tuks) aan toe. Vrijwel alle gebouwen zijn slecht onderhouden. De straatstenen liggen vaak los en je moet uitkijken dat je niet in een koeienvlaai stapt. Op sommige plekken liggen pannekoekjes koeienvlaai te drogen, waarschijnlijk als brandstof.

Als toerist word je hier continu lastiggevallen: “how are you?“, “where are you from?“, “what is your name?“, “hello, hello, HELLO, HELLO“, “massage?“, “boat?“, “cheaper” (hier synoniem voor cheater), of bijzonder bijdehand “do you remember me from yesterday?” en je moet uitkijken dat je niet ongevraagd een rode stip op je voorhoofd krijgt, met maar één doel: roepies.

Het is een genoegen om langs de vele gaths te slenteren waar mensen zich wassen in het voor hen heilige water en waar massaal lijken worden verbrand. ’s Avonds drijven er schaaltjes met bloemen en vuurtjes in het water. Het is leuk om je net als velen met een roeibootje een stukje over de rivier te laten brengen. Ik moest erg lachen om een roeibootje met een meisje dat allerlei waren te koop had. Ook op het water ontkom je dus niet aan de verkopers.

We bezochten wat bekend staat als de oude stad, waar vele kleine steegjes je snel laten verdwalen als je geen GPS hebt. We kwamen langs de gouden tempel, waar lange rijen mensen stonden te wachten. Als niet-Hindoe mag je er, zoals zo vaak, niet in. Hier was veel militaire bewaking, wat we nog niet eerder zagen.

Het klimaat in Varanasi is nu heel aangenaam. Het is prettig om gewoon een poosje op het hoge dakterras van het hotel te zitten en van het uitzicht op de Ganges te genieten. Het eten van het hotel was prima en de menukaart uitgebreider dan wat je op straat kon krijgen. Het wordt door een aardige kok vers bereid. Er is een vogelkooitje met drie parkietjes die vrolijk kwetteren.

Hoewel we dat niet gepland hebben, is het nu de bedoeling dat we na een paar tussenstops de Taj Mahal gaan bezoeken. We kunnen altijd met een nachttrein weer relatief snel terug naar Kolkata.

Terug naar het wereldse Gaya

 2013 Noord-India, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Terug naar het wereldse Gaya
feb 012013
 

Het boeken van een treinkaartje op internet mislukte helaas weer, ditmaal waarschijnlijk door Verified by Visa. Bij het loket voor treinreserveringen naast de toeristeninformatie (gesloten) was het weer een flink gedrang, maar het is gelukt om een kaartje naar Sasaram te boeken. Ditmaal in de sleeper class (SL) ’s ochtends vroeg om 6:33.

We bezochten nog het enorme Boeddha-beeld (21 meter) aan het einde van Tempel Road in Bodh Gaya. Het beeld werd door de Dalai Lama in 1989 onthuld en ligt in een klein parkje, waar veel eekhoorntjes vrolijk rondhuppelden. Verder bezochten we nog de mooie Tibetaanse tempel een stukje terug aan Tempel Road. Er zijn nog veel meer tempels van diverse landen, maar we waren een beetje tempel-moe. Bij de meeste tempels zijn veel bedelaars, vaak oudere of gehandicapte mensen.

Ja, we kochten eindelijk een mooie Tibetaanse klankschaal! Hij klinkt prachtig! Het was moeilijk om er één uit te kiezen. De verkoper was een leuk, aardig mannetje en het afdingen was een waar genoegen. Morgen gaat hij terug naar Tibet, want de festiviteiten zijn afgelopen (december/januari).

We liepen nog een keer over het pelgrimspad om van de drie mooiste bomen te genieten. De vele zelfbenoemde gidsen en bedelaars negeerden we maar. We gingen naar het oude gebouw achter de winkeltjes naast het pelgrimspad, waar we ’s avonds al eens waren. Het bleek een oude Vishnu-tempel te zijn, met een nieuwe ernaast, met diverse delen nog in aanbouw. Er waren veel mensen, die chaotisch allerlei rituelen verrichtten. We waren heel welkom en kregen een rondleiding van een wat ouder, vrolijk mannetje, dat nodig naar de tandarts moet. We kregen alle heilige plaatsen te zien en mochten zelfs de oude tempel in. Overal lagen bloemen en bloemblaadjes, waar we met onze blote voeten overheen liepen. De muren van de oude tempel zitten vol met scheuren en we moesten over een gammele loopbrug van de nieuwe naar de oude tempel lopen. We kregen ook eten aangeboden. We hadden al gegeten, anders hadden we zo tussen de vele mensen op de grond kunnen gaan zitten. Ze aten eeenvoudige chapati’s en rijst op bananenbladeren met een beetje dal en groenten. Veel mensen dronken water bij een waterpomp die door een jongeman ferm werd bediend. Het water was waarschijnlijk heilig. We werden voorgesteld aan een aantal priesters en werden met een kort gebed gezegend. Ook de klankschaal werd gezegend. We kregen een simpel armbandje van een tweekleurig, rood en geel, touwtje. Voortdurend werd er door de mensen lelijk en hard gezongen. Het was door de vele megafoons in de wijde omtrek te horen. We verlieten de tempel met een oranje stip op ons voorhoofd en Hanneke had ook een oranje streep op haar neus. Het was een mooi besluit van ons verblijf in Bodh Gaya!

Met een autorickshaw reisden we naar Gaya. De chauffeur werd aangehouden omdat hij gedronken had. We stapten over op een andere autorickshaw, die werd bestuurd door een jongeman die voorzichtig reed en weer eens meer probeerde te vragen dan afgesproken. De oplossing is altijd hetzelfde: het afgesproken bedrag geven en gewoon weglopen. We ervaarden Gaya in het daglicht als een veel prettigere plaats. Het lijkt erop dat hier nauwelijks toeristen komen. De mensen zijn heel vriendelijk en we worden niet meer steeds lastiggevallen. Gaya is uiteraard veel wereldser dan Bodh Gaya. We namen veel mooie foto’s en aten een heerlijke thali in een ‘hotel’ (restaurant).

We slapen in hotel Viraat in een voor Indiaase begrippen mooie, redelijk schone kamer. Er is zelfs een warme douche!

Bodh Gaya

 2013 Noord-India, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Bodh Gaya
jan 312013
 

Het was een vrij lange en ongemakkelijke reis met de trein van Ranchi naar Gaya (ca. 5,5 uur; 320 km). We reisden van de arme staat Jharkhand naar de nog armere staat Bihar. Helaas is hier ook enige criminaliteit, dus we moeten wat beter opletten (nog niets van gemerkt gelukkig).

Het kostte moeite om een plaats in de trein te reserveren, omdat dat op het station niet op tijd leek te kunnen (het loket was gesloten tot het moment waarop de trein zou vertrekken). Het is mij helaas niet gelukt om een reservering te kunnen betalen via de website van Indiase spoorwegen, zodat we dit via een boekingskantoortje moesten regelen. De stoelen waren vrij hard en ongemakkelijk en achter ons zat een verkouden Indiaas stel dat voortdurend luid boerde en luidruchtig geeuwde. De trein reed een stuk over een traject waar we al eerder langskwamen, ditmaal in de late middag met mooi licht.

We arriveerden midden op de avond volgens schema (dat is bijzonder) in Gaya, een grote, drukke stad. Met een autorickshaw gingen we naar het aanbevolen hotel Vishnu International, dat helaas vol of ‘vol’ was. We vonden een stukje verderop hotel Surya, waar we heel vriendelijk door drie mannen werden ontvangen. De achterin gelegen, rustige kamer was aangenaam en er was zelfs warm water. Warm water wordt meestal op aanvraag in een emmer geleverd, maar in dit hotel hadden we een eigen boilertje (maar geen warme douche).

De volgende ochtend reisden we, na een goed ontbijt in een ‘family’ restaurant dat gevuld was met een vieze rook, met een autorickshaw in ongeveer een half uur door naar het stadje Bodh Gaya. Hier vond Boeddha volgens overlevering ruim 2550 jaar geleden verlichting onder een Bodhi boom (ficus religiosa). De boom die nu naast de 54 meter hoge piramide (Mahabodhi tempel) staat, is volgens zeggen een afstammeling. Het verhaal achter de boom is even ongelofelijk als ongeloofwaardig. Een stek van de boom zou door prins Mahinda naar Sri Lanka gebracht zijn en een stek daarvan later weer terug. Ashoka heeft de oorspronkelijke boom vernietigd. De tempel staat sinds 2002 op de Werelderfgoedlijst. Oorspronkelijk was er alleen een nis, die in de tweede eeuw na Christus werd vervangen door de tempel, die in de loop van de tijd regelmatig gerestaureerd en uitgebreid is.

Richting het meditatiepark is er een ’tank’, een vierkant meer dat de belangrijkere tempels bijna altijd hebben. Middenin het meer staat een Boedda-beeld en bij het meer hangen veel Tibetaanse gebedsvlaggen in vijf kleuren (wit, geel, rood, groen en blauw). De vissen worden door de voorbijgangers gevoerd met gepofte rijst. Helaas belanden de plastic zakjes ook in een meer. Gelukkig ruimt een monnik in een soort kano de rommel op. Dichtbij staat een paal waar mensen muntjes van 1, 2 of 5 roepies proberen te gooien. Soms komen er meer muntjes naar beneden dan gegooid.

Overal lopen monniken rond, jong en oud, uit diverse landen, zoals Nepal en Tibet, makkelijk herkenbaar door de okergele of bordeauxrode mantels die ze dragen. Ook monniken gebruiken mobieltjes en hebben soms haast. Ze slapen op harde bedjes rond de tempel en murmelen devoot gebeden, soms begeleid door ’trommels’ en ’toeters’, soms hardop lezend in een langgerekt Tibetaans gebedsboek met losse bladen. Ook Hindoes komen hier in groten getale, omdat zij geloven dat Boeddha een incarnatie van Vishnu is.

De vele Boeddha-beelden op en rond de tempel zijn versierd met meestal gele of oranje bloemen en overal zie je voedseloffertjes, vaak in de vorm van rijst en water in kuiltjes van stenen, maar ook luxe mandjes met bijvoorbeeld fruit, vaak granaatappel.

Gisterenavond konden we nog voor sluitingstijd het park van de tempel in en zagen we duizenden boterlampjes in een soort kassen branden. De ramen waren beroet en warm. Een mysterieus gezicht.

We slapen in Shanti Guesthouse, waar we voor het eerst een heerlijk warme douche hebben. ’s Ochtends vroeg worden we wakker van de monotone gebeden die uit de megafoons nabij de tempel komen.

De stroom valt hier net als in Gaya regelmatig uit. Overal staan generatoren om de lampen te laten branden (de niet essentiële dingen zoals airco’s en televisies staan op aparte groepen). Het stadje vult zich in de loop van de dag met de rook van de vele vuurtjes (helaas wordt er ook plastic verbrand), wat ’s avonds een haast spookachtige sfeer geeft.

Ik zie de vrij primitieve reis naar deze oase van relatieve rust als een soort pelgrimstocht. We blijven hier een aantal dagen, alleen al voor het heerlijke en gevarieerde eten in Fujiya Green restaurant. Mijn voorkeur is de vegetarische thali, hier geserveerd met pickles (je moet aan de pittige, zure smaak wennen, maar het is wel lekker). In het restaurant zie je allerlei verschillende soorten mensen, waar we gewoon ongestoord tussen kunnen zitten. De gangbare groet is ‘Namasté‘. We moeten ook nog nadenken of we die mooie Tibetaanse klankschalen gaan kopen (1,5-2,5 kg en nog vier weken te gaan).

Tot nog toe hadden we vrijwel altijd 3G internet, wat prettig is om op de hoogte te blijven of voor de momenten dat je genoeg tempels hebt gezien. Wi-Fi is hier vrijwel nooit beschikbaar.

Morgen gaan we nog een aantal tempels bezoeken, in ieder geval de Tibetaanse tempel/klooster, waar helaas geen slaapplaatsen meer waren.

Purulia en Ranchi, puur India

 2013 Noord-India, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Purulia en Ranchi, puur India
jan 302013
 

Met een overstap in Bankura, reisden we met twee lokale, oude, bussen over vrij slechte wegen van Bishnupur naar Purulia (nog net West-Bengaal). De bussen gebruiken net als het andere verkeer de weg bijzonder efficiënt. Er wordt overwegend links gereden, maar net zo goed rechts als dat zo uitkomt. De mensen in de bus waren gelukkig behulpzaam met de overstap. Hier zijn geen toeristische attracties, alleen puur India.

We liepen rond door de vieze straten en over de stoffige markt bij het busstation, maar ondanks de vele kraampjes is er eigenlijk vrij weinig te koop. Fruit, groenten, drogisterij-artikelen, een winkeltje met SIM-kaartjes, hier en daar een apotheekje, dan heb je het wel gehad. De mensen kijken ons hier vaak na, maar we worden nauwelijks lastiggevallen. Een iets brutalere jongen, die wat Engels op school had geleerd, sprak ons nieuwsgierig aan. Vrijwel altijd willen ze weten waar je vandaan komt en hoe je heet.

We zagen een paar aapjes op een golfplaten dak. Omdat we stonden te kijken, kregen de aapjes een paar druiven van een verkoper die in de buurt stond. Er verzamelden zich wat mensen die nieuwsgierig waren, waarnaar wij stonden te kijken.

We sliepen in een ruime en schone kamer van hotel Akash, dat blijkbaar iedereen in het stadje kent. We aten een keer in het fatsoenlijke restaurant van het hotel, waar de obers net niet voor je buigen. Later vonden we een ander, wat gezelliger ‘hotel’ (restaurant) een stukje verderop. Na de maaltijd komt de handgeschreven rekening met meestal een metalen bakje met groene anijszaadjes en kandijsuiker. Je kunt er moeilijk van afblijven.

De volgende dag wilden we doorreizen naar Ranchi (de hoofdstad van Jharkhand), maar er waren geen bussen vanwege een wegblokkade. Met een fietsrickshaw lieten we ons daarom naar het treinstation brengen. Een gebrekkig Engels sprekende, wat oudere man, een directeur, hielp ons daarmee. Hij wilde weten wat we van India vonden en was bezorgd over de armoede die we zagen. De werkelijkheid is dat de armoede hier heel groot is. De vele mensen proberen op allerlei manieren rond te komen, maar de realiteit is dat er weinig is. De mensen zijn vrij schoon op zichzelf, we zien ze regelmatig zichzelf met veel zeep wassen bij een waterpomp. Ze dragen vaak oude kleren met gaten en vlekken. Vooral sommige vrouwen, waarschijnlijk van een lagere klasse, zijn vaak broodmager.

We kochten een gewoon kaartje voor een ongereserveerde plaats in de trein, omdat we geen keus hadden (200 km voor 50 roepies, ofwel ca. 70 cent samen). We liepen nog wat rond in de buurt van het station en aten bij een stalletje een eenvoudige maaltijd (rijst en een kerrie op basis van kool; 40 roepies, ofwel ca. 50 cent samen). Een loslopende geit kreeg de overgebleven rijst, die je altijd in overvloedige hoeveelheden krijgt.

Op het station bedelde een klein, vuil meisje door steeds tegen mijn been, haar hart en haar hoofd te tikken. Haar broertje (?) stond een klein stukje verderop te wachten. Hoewel het hartverscheurend is om te zien, heb ik niets gegeven. Het is naar mijn idee beter om geld te geven aan volwassen vrouwen met een gezinnetje.

De trein bewoog zich traag voort door het landschap, afwisselend langs nu kale rijstvelden, bossen en stadjes, en stopte vaak en soms lang. In de trein liepen verkopertjes rond met thee, chips, biscuits, pruimtabak, fruit en dergelijke. Kleine jongetjes of blinde mensen komen regelmatig bedelen. Je hoeft je niet echt te vervelen in de trein, er gebeurt genoeg.

We kwamen in het donker in Ranchi aan. Er zijn meer dan genoeg hotels en lodges bij het station, maar toch hadden we moeite met het vinden van een geschikte slaapplaats. Hier is namelijk ook recent een wet van kracht geworden, die de meeste hotels verbiedt om buitenlanders te laten overnachten. Uiteindelijk vonden we hotel Jasmine aan het einde van een doodlopende straat, waar bijna elk hotel ‘vol’ was. Ik moest wel flink onderhandelen over de prijs, want er werd ongeveer het viervoudige van het gebruikelijke gevraagd. Uiteindelijk kwamen we op wat minder dan de helft uit. Teveel voor de kwaliteit van het niet al te schone hotel, maar waarschijnlijk moest er iemand omgekocht worden. Voor ons is het nog steeds heel goedkoop: 700 roepies, ofwel ca. 10 euro. De meeste hotels in deze straat zijn hier van moslims.