Marcel

Vriendelijk Santa

 2011 Noord-Peru, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Vriendelijk Santa
okt 152011
 

Twee dagen niet reizen en even echt vakantie in Chiclayo. Je went verrassend snel aan de plaats waar je bent.

We sliepen in misschien wel het beste hotel tot nu toe, hotel Sicán (continentaal ontbijt inclusief). Het weer in Chiclayo is vrijwel ideaal, zonnig, 20 tot 25 graden en een lekker briesje van zee. Voor ons is er goed vegetarisch eten bij Govinda, waar ze zelfs queque integral (volkoren cake) hebben. Tussen de middag aten we het dagmenu bij een gezellig restaurantje waar we al eerder waren geweest. Ze herkenden ons na twee weken meteen.

We reisden langs de kust terug naar het zuiden. Eerst naar Trujillo, met Linea (4 uur). Na het middageten wilden we met dezelfde maatschappij verder naar Chimbote. Het computersysteem werkte niet, dus werden de boekingen voor alle mensen per telefoon afgehandeld, behalve die van ons. De bus van twee uur was ineens “vol”. We moesten wachten tot drie uur. We werden dus eigenlijk gewoon in de steek gelaten. Geen nood, busmaatschappijen zat. We vertrokken een half uur later met el Sol een stukje verderop.

De eindbestemming, Chimbote (2 uur), is onveilig voor toeristen. We moesten dus óf doorreizen naar Casma, óf iets avontuurlijkers verzinnen. We zijn uitgestapt bij het plaatsje Santa, even voor Chimbote, en dat was een goede gok. De mensen waren erg vriendelijk voor ons. We worden wel een beetje bekeken, vooral door de kinderen (niet storend), want hier komen duidelijk geen toeristen.

We slapen in hostal Aries, helder rood en geel van kleur (uiteraard). Het is de goedkoopste slaapplaats tot nu toe (5 euro). Het is eenvoudig, maar schoon. De kippen lopen op het dak, wat ‘s-ochtends vroeg dan weer een nadeel is …

Gedachten op weg naar Chiclayo

 2011 Noord-Peru, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Gedachten op weg naar Chiclayo
okt 132011
 

De zuidelijke route vanuit Tarapoto is gevaarlijk, zeker nu, na ongebruikelijk veel regenval. De overstromingen in die oostelijke regio waren een avond eerder op de Peruaanse televisie. We konden dus niet anders dan vanuit Pedro Ruiz terug naar het westen reizen.

Eerst reisden we met een colectivo naar Bagua Grande (ca. 65 km; 1,5 uur). Het kostte een uur langer, omdat we moesten wachten op een wegafsluiting. Een aantal bulldozers was bezig om de weg weer veilig en begaanbaar te maken na het instorten van een steile wand rechts van de weg. In Bagua Grande konden we gelijk verder met een andere colectivo naar Jaén (ca. 65 km; 1 uur). We vonden Jaén benauwd, stoffig en onrustig. Het belangrijkste stadsvervoer bestond uit honderden grommende mototaxi’s. Na het bekijken van een onwelriekend hotel, lieten we ons naar Movil Tours brengen, één van de betere busmaatschappijen in Peru. Eigenlijk met het idee om in de buurt te gaan slapen en de volgende dag door te reizen. We konden echter nog mee met de middagbus naar Chiclayo als we snel beslisten. Niets bindt ons, dus vijf minuten later waren we met onze kleine rugzakjes (32 en 35 liter) onderweg in een luxe bus met airco, wc, snacks, drankjes, kotszakjes en film (ca. zes uur). Vandaag dalen we zo’n 2000 meter af naar de kust van de Stille Oceaan.

Ik schrijf veel over het vervoer. Behalve tussen de grote steden is vervoer schaars. Zeker in kleine plaatsjes moeten we vaak wachten, soms uren. We zijn altijd weer blij als een paar vriendelijke mensen ons meenemen, in een propvolle auto, een kleine vrachtauto, achterop een pickup truck of op welke manier dan ook. Vervoer is dus een belangrijk onderdeel van onze reis. Ook wat betreft contact met de lokale bevolking. We hebben een hekel aan georganiseerde tours, omdat vaak veel te veel bezienswaardigheden in veel te weinig tijd worden bezocht, waardoor je eigenlijk de dingen maar oppervlakkig beleeft. Daarbij is het nu laagseizoen, waardoor er vaak te weinig mensen zijn om een tour door te laten gaan.

Na drie weken ervaar ik de bergen en de natuur van Peru nog steeds als groots. Een heel groot verschil met ons vlakke, overbevolkte Nederland. De gehele afgelopen week reisden we bijvoorbeeld stroomafwaarts lang de nu onstuimige rivier Rio Utcubamba. Er is hier nog zo ontzettend veel te zien en te ontdekken!

De meeste mensen zijn aardig en behulpzaam. Desondanks moeten we altijd behoedzaam zijn, bijvoorbeeld voor het “vergeten” van het teruggeven van het wisselgeld, waardoor een rit ineens 2,5 keer duurder zou worden. Onveilig hebben we ons tot nu toe gelukkig niet gevoeld. De mensen hier leven een praktisch, aards leven, in tegenstelling tot ons leven, dat meer uit (virtuele) ideeën bestaat.

Mobiel internet werkt hier meestal maar matig. Het is vaak langzaam en haperend. De dekking is slecht, wat gezien de geografische en economische omstandigheden te verwachten valt. Een eenvoudige GPRS-verbinding is bijna altijd stabieler dan een vier keer zo snelle EDGE-verbinding (in theorie tot één megabit per seconde). Met de Android applicatie Network Speed kan ik zien hoeveel verkeer er heen en weer gaat. Meestal is het enkele kilobytes per seconde, met af en toe pieken van 5-10 kb/s. Regelmatig komt er geen antwoord van het netwerk. We moeten in Nederland blij zijn met alle goede infrastructuur die we hebben.

Gocta: derde hoogste waterval van de wereld

 2011 Noord-Peru, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Gocta: derde hoogste waterval van de wereld
okt 122011
 

Vandaag bezochten we Gocta. Afhankelijk van hoe er gemeten wordt, is dit de derde hoogste waterval van de wereld. De waterval bestaat uit twee delen. Het bovenste deel is 231 meter hoog, het onderste 540 meter. De waterval werd pas in 2002 “ontdekt” door een niet bijgelovige Duitser. De ‘locals’ hebben de waterval lange tijd geheim gehouden, omdat ze geloofden dat ze vervloekt zouden worden door de meerminnen die onderaan de waterval zouden leven als ze over de waterval zouden vertellen.

Om de waterval te bereiken gingen we met een mototaxi naar het dorpje San Pablo de Valera (1900 m). In zo’n drie uur gingen we over een goed pad omhoog naar de bovenste waterval (ca. 2220 m). Het eerste gedeelte van het pad was open. We konden het dorpje Cocachimba en diverse watervallen aan de overkant zien. Het tweede deel van het pad ging door dichte begroeiing. Af en toe konden we de bovenste waterval tussen de bomen door al zien.

Aan het eind van het pad ervaar je pas hoe hoog de waterval is. Helemaal aan het einde is er nog een trap omhoog en als je wilt, kun je zelfs onder de waterval komen en zwemmen in het koude water. Het water valt letterlijk maar beneden en verstuift gedeeltelijk, wat een mooi lichteffect in de zon geeft. Afhankelijk van hoe de wind staat, wordt je een beetje of heel erg nat van de spetters.

Terug omlaag lopen naar het dorpje kostte een uur minder. Gelukkig was het half bewolkt. In het kleine dorpje wachtten we bij een vervallen adobe kerkje een poos op een colectivo, maar de enige colectivo van de middag vond dat er niet genoeg passagiers waren om weer naar beneden te rijden. We konden dus niet anders dan lopen naar de geasfalteerde weg beneden om verder te liften. Gelukkig kwam er ongeveer halverwege toch nog een auto naar beneden, die ons het laatste stuk naar de weg bracht. Daar hadden we geluk, want we mochten meteen achterop een gemotoriseerde bakfiets mee. De lading bestond uit caña (suikerriet) en paltas (avocado’s). Krap een half uur later waren we terug in Pedro Ruiz (ca. 16 km).

Omdat we de hele dag op een half broodje, een paar bananen (eigenlijk platanos, bakbananen) en een paar handjes ongebrande pindas hadden geleefd, gingen we meteen eten. Het restaurant schuin aan de overkant kan goed papas fritas (verse patat) maken. De patat is hier naar onze smaak vaak te bleek gebakken.

Zo’n beetje alle mannen van het dorp keken een internationale voetbalwedstrijd Chili – Peru, maar helaas: “da perdido” (geeft verlies). Net zoals in Nederland kun je duidelijk horen wanneer er gescoord wordt.

De sarcofagen van Karajia

 2011 Noord-Peru, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor De sarcofagen van Karajia
okt 122011
 

Met onze rugzakjes vertrokken we vroeg naar Karajia. In deze vallei is er een aantal 2,5 meter hoge sarcofagen van 1200 voor onze jaartelling. Ze bevinden zich 25 meter hoog in een verticale rotswand. Er liggen doodskoppen op en omheen. Beneden loop je langs de beenderen van mensen. In Peru kan dit gewoon.

We bereikten Karajia met een volle combi naar Luya en daarna met een colectivo naar Cruzpata. De motor van de personenwagen raakte oververhit, dus we moesten stoppen. De jongen die naast mij achterin zat, had verstand van auto’s en had zelfs gereedschap bij zich. Hij sloot de ventilator weer aan met een draad die de chauffeur kreeg van iemand in een adobe huisje naast de weg. Nadat de radiator weer gevuld was met een paar flessen water konden we verder.

Het laatste stuk, ongeveer een kilometer, maar wel 500 meter omlaag, wandelden we. Nadat we de plaats bewonderd hadden, aten we meegebrachte broodjes met kaas en sardientjes. Daarna gingen we weer terug omhoog, een aardige klim. Ondanks de dreigende wolken bleef het droog.

In het dorp was er één colectivo, maar we moesten wel een poos geduld hebben tot er voldoende mensen waren om te vertrekken. Ondertussen onweerde het in de verte en regende het een paar spetters; heel sfeervol.

Terug in Luya kregen we het advies om te overnachten in Pedro Ruiz. Om daar te komen, gingen we eerst met een combi terug naar Chachapoyas en met een andere combi door naar Pedro Ruiz. We sliepen in de uitstekende hospedaje Amazonense, waar we het water van een rivier horen ruisen.

Chachapoyas

 2011 Noord-Peru, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Chachapoyas
okt 102011
 

Het is fijn om weer even in een stad van enige betekenis te zijn. We hebben onze kleren laten wassen en weer eens wat anders gegeten als rijst met …

Veel gebouwen buiten de plaza zijn van adobe, sommige in slechte staat, zoals een kerk waar op de muren “peligro” (gevaarlijk) geschilderd is. De meeste muren zijn voorzien van een pleisterlaag, die vaak loslaat en scheurt, omdat de ruwe adobe blokken een slechte onderlaag is. Adobe kan heel slecht tegen water, dus als het dak gaat lekken en er wordt niets aan gedaan, dan wordt het snel een bouwval. Overigens hangen de meeste daken ook over de stoepen. Handig op regenachtige dagen, zoals de afgelopen dagen (elke dag 20 mm).

Met een colectivo bezochten we het dorpje Huancas, niet zover van de stad. Er is een diepe canyon met beneden de ruisende rio Sonche. De Android application Andrometer schatte de diepte op 1180 meter, de ‘locals’ zeggen 1500 meter. Aan de overkant zijn er drie opeenvolgende watervallen en in de verte nog één, half zichtbaar door de wolken die ervoor hangen. We wandelden terug naar het dorpje en we zagen een ouderwetse ossenwagen bezig met ploegen. Eigenlijk zou het stierenwagen moeten heten, want alles was nog compleet. Het adobe kerkje van het dorpje was bescheiden, maar sfeervol.

‘s-Middags beklommen we een cerro (hoogte, heuvel) om van het uitzicht op de stad te genieten. We moesten schuilen voor de regen.

‘s-Avonds probeerden we een Peruaanse wijn, die meer naar druiven met alcohol dan naar wijn smaakte.