Marcel

jan 042011
 

Met een mini-busje reisden we naar het wat minder bekende stadje Edfu. Eerst gingen we naar het busstation, 3,5 km ten Noorden van Aswan. De plaats waar de mini-busjes richting Edfu vertrekken, hadden we snel gevonden. We moesten wel wat geduld hebben om een zitplaats te krijgen voor een normale prijs. We lieten één mini-busje zonder ons vertrekken, zodat duidelijk was dat we niet het viervoudige van de normale prijs wilden betalen. Een aardige man, die in België gewoond had, kwam ons vertellen wat de normale prijs was, wat we overigens al wisten. Uiteindelijk mochten we voor een klein beetje meer, ‘voor de politie’, mee. Bij aankomst vertelde de chauffeur ons ook nog welk mini-busje we naar de stad moesten nemen. En de mensen in dat busje vertelden ons precies waar we moesten uitstappen. Transport van en naar het station is extreem goedkoop, zo’n vijf cent per persoon.

De sfeer was van het begin af aan goed en zo bleef het ook. Het eerste hotel dat we bekeken mag rustig door voor het slechtste hotel aller tijden. Volgens mij was het echt nog nooit schoongemaakt. Zelfs niet na de bouw, gezien de hoopjes zand die in de hoeken lagen. We slapen in het meest eenvoudige hotel tot nu toe, el-Medina hotel. De prijs werd door enig onderhandelen bijna gehalveerd. Een ontbijt regelen we zelf wel. De wat oudere eigenaar is in ieder geval slechthorend en misschien ook aan het dementeren. Gelukkig lopen er wat jonge mannen rond die de zaken in goede banen leiden.

Na een lekker broodje falafel, in Egypte ta’amiyya genoemd, bezochten we de prachtige Horus tempel. Eindelijk een plaats waar je op je gemak, zonder grote groepen om je heen, van de mooie afbeeldingen en wonderlijke hiëroglyfen kan genieten! Deze tempel is relatief jong en zeer goed bewaard gebleven. Tot tweehonderd jaar geleden was de tempel begraven onder het zand en was er zelfs een deel van Edfu bovenop gebouwd. Ptolemy III starte de bouw in 237 voor Christus en de tempel werd 180 jaar later afgemaakt door Ptolemy XII, de vader van Cleopatra VII. Op de hoge buitenmuren zijn twee reusachtige afbeeldingen van Ptolemy XII Neos Dionysos gekerfd, die zijn vijanden bij de haren vasthoudt voor Horus.

Bijzonder is het laboratorium waar wierook en parfums werden bereid. De recepten staan in de vorm van hiëroglyfen op de muren. Ook bijzonder is de Nilometer, een aflopende gang waar de stand van de Nijl afgelezen kon worden. Dit was belangrijk voor het bepalen van het juiste moment van de oogst.

De souq van het stadje is heel authentiek. Ik heb geen toerist gezien. Een kilo navelsinaasappels kost ‘gewoon’ twee pond (iets meer dan 25 cent). Er rijden hier tractors rond met ongelofelijk hoog geladen suikerriet. Een leuk gezicht! Als je wilt, kan je je hier, zoals in zoveel plaatsen in Egypte, laten vervoeren door een paard en wagen. Ik vind het niet leuk om de magere paarden zo hard te zien werken, dus wij maken er geen gebruik van.

We dronken thee in ‘onze’ vaste ahwa (koffiehuis), waar we gewoon een normale prijs zonder enige discussie betalen. Iedereen is nieuwsgierig naar ons, wat vaak leidt tot korte, gezellige gesprekjes. We aten dit keer weer eens een heerlijke warme koshary met limoen- en hete saus uit een metalen kommetje.

De eilanden van Aswan

 2010 Egypte, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor De eilanden van Aswan
jan 032011
 

De trein naar Aswan had slechts een vertraging van een uur. We reisden tweede klasse, omdat de eerste klasse vol was, wat goed te doen was. We vonden door de oplettendheid van Hanneke snel onze wagon en zitplaats. Uiteraard moesten we mensen wegsturen, maar dit leverde verder geen problemen op. Grappig was dat tussen de bagage door steeds een klein wit muisje liep. Na een aantal keren stoppen kwamen we 3,5 uur later in de stad aan (ca. 180 km).

We snelden naar het uitgezochte hotel, maar helaas was het vol. We namen een taxi naar een hotel in het zuidelijke deel van de stad, maar dat beviel ons niet. In de taxi zagen we Horus hotel, wat behalve een vreselijk slecht ontbijt redelijk was. De laatste nacht heb ik nog om de prijs zonder ontbijt gevraagd.

Toen we aankwamen was er een nieuwjaarsfeestje aan de gang. Dit kwam neer op muziek van slechte kwaliteit, een veel te dikke zangeres/buikdanseres, maar het is een goed excuus om de drank rijkelijk te laten vloeien. Zeg maar “Happy New Beer”. Een korte blik was dan ook voldoende om te besluiten dat het niets voor ons was. Het uitzicht op het dak was echter zeer de moeite waard door verlichte gebouwen en een verlichte berg, die weerspiegelden in de Nijl.

De eerste dag verkenden we het overzichtelijke stadje en de heel toeristische souq (markt). Het aantal “excuse me’s” is lager dan in Luxor, maar nog steeds hinderlijk. Wanneer je afdwaalt van de meest toeristische plekken merk je dat de mensen wat aardiger zijn en meer geïnteresseerd zijn in wie je bent en waar je vandaan komt. Niettemin blijft het moeilijk om een normale prijs voor een glas thee of een fles water te betalen, maar de aanhouder wint. Soms is het frustrerend om steeds voordat je gaat zitten te vragen wat het eten of drinken kost, maar helaas is dat gewoon noodzakelijk, als je tenminste niet het vijfvoudige van de normale prijs wilt betalen. De mensen zijn hier heel arm, dus ik gun ze best wat meer, maar alles binnen redelijkheid. De koshary van het aanbevolen Aly Baba restaurant viel helaas wat tegen.

De volgende dag voeren we met de ferry over naar het grotere Elephantine eiland. Ongeveer 3000 voor Christus werd er een fort om het eiland gebouwd om de ivoorhandel te beschermen, wat ervoor zorgde dat het een belangrijke handelspost werd.

Nu zijn er twee sfeervolle Nubische dorpjes, Siou en Koti. De waterleiding wordt momenteel aangelegd. Overal zijn er putten met kranen. De mensen leven hier nog in vrij primitieve omstandigheden.

Het Aswan museum was helaas gesloten voor onderhoud, hoewel we er voor konden kiezen om voor de volle prijs alleen de archeologische vindplaats te bekijken. We besloten terug te gaan naar Animalia, een klein, maar heel aardig privémuseum gevestigd in een typisch Nubisch huis, compleet met muurschilderingen, waarvan de betekenis keurig werd uitlegd door de vrouw van het huis. Het geld dat ze eraan verdienen gun je ze van harte, want het verlicht duidelijk hun armoede.

Op een andere plek werd ik overigens bijna wanhopig aan mijn arm naar binnengesleurd. Hoewel ik de redenen wel begrijp, stel ik dit toch niet op prijs, ook omdat het gewoon anders kan. De eigenaar van Baaba Dool, eveneens een open Nubisch huis, liet dat zien door ons vrijwel geheel met rust te laten.

Met een andere ferry voeren we terug naar de stad. Na een korte rust gingen we eten. Het duurdere restaurant wat we op het oog hadden, zijn we weer uitgelopen, omdat de bediening tot driemaal toe werd afgebroken voor belangrijkere zaken, zoals de telefoon. We aten heerlijke pizza, ook fijn omdat het weer eens wat anders was. We kregen de toerische Engelse kaart voorgeschoteld, maar ik heb gewoon de Arabische prijslijst gepakt, omdat ik die ook kan lezen. Hoewel dit een wat boze, teleurgestelde reactie opleverde, werd het toch gewoon geaccepteerd. Niet alleen was de keuze in soorten en maten veel groter, maar ook de prijzen waren de helft lager. Omdat ik de mensen best wat gun, heb ik een mooie baksheesh (fooi) gegeven.

Zuidelijker dan Aswan zullen we niet reizen. Het bekende Abu Simbel gaan we niet bezoeken, omdat het in stukken gezaagd is en verplaatst is, vanwege de aanleg van een hoge dam in de zestiger jaren. Hetzelfde geldt voor de Isis-tempel bij Philae. Bovendien is er toch al zo ontzettend veel te zien.

De farao’s van Luxor

 2010 Egypte, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor De farao’s van Luxor
dec 312010
 

Van Dakhla Oase naar Luxor is er geen openbaar vervoer. Er is pas sinds twee jaar een asfaltweg dwars door de lege woestijn. Het kostte Khaled veel moeite om een privé-taxi te regelen. De gekozen taxi had overdag een aanrijding gehad en daarom had de chauffeur de benodigde vergunning niet voor één uur ‘s-middags kunnen regelen. Khaled ging aan het einde van de dag samen met de man naar de politie om dit alsnog buiten de normale procedure om te regelen, wat met enige overredingskracht lukte.

Kwart over zeven ‘s-ochtends gingen we in de nieuwe taxi weg. Er waren talloze controles. Bij eentje moest ‘de prijs van thee’ betaald worden om te passeren. Halverwege is er een grotere stad. Daar moesten we ons melden bij de politie, de toeristenpolitie én de geheime dienst. Als er plaats in de auto was geweest, zou er zelfs een agent voor de veiligheid met ons mee gegaan zijn. Om drie uur ‘s-middags kwamen we hongerig in Luxor aan, waar we eerst wat aten bij het goede en bekende el-Zaeem restaurant.

Het kostte relatief veel moeite om een hotel te vinden. We sliepen in het heel eenvoudige Fontana hotel op de oostelijke oever van de de Nijl.

De volgende dag liepen we door de kleurrijke souq en langs de oever van de Nijl weer terug. Onderweg werden we door muziek een gebouw ingelokt. We werden hartelijk ontvangen door een groep die aan het repeteren was. We werden voor de volgende dag uitgenodigd voor de generale repetitie met de Nubische dansers (uniek!). We dronken nog thee en Turkse koffie met een mooi uitzicht op de Luxor tempel.

De dag erna bezochten we vier bezienswaardigheden op de westelijke oever van de Nijl. We voeren over met de ferry van de staat. Khaled regelde een taxi voor de hele dag, die we steeds tien minuten voor we hem nodig hadden, moesten bellen.

Eerst bekeken we de Colossi van Memnon, twee gezichtsloze beelden van 18 meter hoog. Daarna bezochten we één van de best bewaarde tempels, Medinat Habu van Ramses III. Daarna bezochten we zeven van de vele graven van de nobelen (Nakht, Menna, Rekhmire, Sennefer, Ramose, Userhet en Khaemhet) en tenslotte drie indrukkende koningsgraven in de vallei van de koningen (Mereneptah, KV 8, Tuthmosis IV, KV 43, Ramses VI, KV 9). Dit is maar een fractie van wat er in deze omgeving te zien is, maar het geeft wel een goede indruk van de rijkdom van het oude Egypte.

Weer terug op de andere oever dronken we sahlab (fijne griesmeel met melk, suiker, kokos, hagelslag, rozijnen en pinda’s) en thee. Het was al snel tijd om afscheid van Khaled en Jannie te nemen. Zij wilden nog even douchen in het hotel en dan de trein van zeven uur naar Caïro halen. Ze gaan nog een tante bezoeken en gaan daarna rond de jaarwisseling naar huis. Wij zijn naar de generale repetitie van de Nubische dansers gegaan, die zeer de moeite waard was. Vrij uniek voor Egypte is dat er ook een aantal meisjes meedansten. De Sufi-dansvorm heet tanoora. De leraar/choreograaf was Ahmed Abd el Razik. We aten nog een klein bakje koshary, mmm.

De volgende twee dagen bezochten we de Luxor tempel, midden in de stad en het enorme Karnak (2 km2). Karnak is in 1500 jaar door diverse farao’s ge- en verbouwd en zou een plaats zijn geweest waar de goden op aarde leefden. Het is een woud van grote pilaren en heel veel tempels. Overal waar je kijkt, zijn symbolen en tekeningen. Karnak wordt beschouwd als hoogtepunt van elke Egypte-reis.

[swfobj src=”//www.youtube.com/v/7VPfp_xh5cE?hl=nl&fs=1″]

Mut – Dakhla Oasis

 2010 Egypte, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Mut – Dakhla Oasis
dec 282010
 

De bus van Bahariya Oase naar Dakhla Oase (95.000 inwoners) was laat en deed er erg lang over, zo’n zeven i.p.v. de normale vijf uur (480 km). De man naast mij aan de overzijde van het gangpad had wat verkeerds gegeten of gedronken en moest overgeven. Dit deed hij middenin het gangpad. De conducteur liet boos de bus stoppen en verplichtte de man om de bus schoon te maken, want hij had moeten vragen om een stop.

In de avond van de eerste kerstdag kwamen we aan in de belangrijkste stad van de Oase, Mut. Omdat we hongerig waren en omdat we alle ‘gidsen’ kwijt wilden, gingen we eerst lekker eten. Bijzonder was dat we ook grote bladeren rucola (ghargheer) kregen. We sliepen in het uitstekende el-Negoom hotel.

Khaled en Jannie deden de volgende dag rustig aan en wij gingen met een minibusje naar al-Qasr (30 km). Dit is een mooi gelegen, vervallen middeleeuws, Ottomaans stadje met authentieke adobe huisjes. Veel huisjes zijn vervallen, maar sommigen worden nog bewoond, haast zoals 1000 jaar geleden. Opvallend was dat sommige deuren van het metaal van oude olievaten gemaakt waren. We kwamen langs een grote pottenbakkerij. Overal lagen potten en stonden houtgestookte klei-ovens. Een man gaf ons een kleine demonstratie en een andere man een kleine rondleiding.

Bawiti – Bahariya Oasis

 2010 Egypte, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Bawiti – Bahariya Oasis
dec 282010
 

Met de metro gingen we naar de aan Caïro grenzende stad Giza om van daaruit de bus te nemen naar de westelijke Bahariya Oase. Dit was een goede keus, want later hoorden we van andere toeristen dat de bus er alleen al anderhalf uur over doet om Caïro uit te komen. Wij arriveerden na bijna 3,5 uur en 370 km aan het begin van de avond in Bawiti (ca. 35.000 inwoners).

De stad is een mengsel van oud een nieuw. Een splinternieuwe jeep met getinte ruiten kan hier een oud wagentje met een ezeltje ervoor passeren. Overdag is het hier heerlijk zonnig bij een temperatuur van 20-25 graden.

De zoon van de eigenaar van Desert Safari Home, Mohammed, was op zoek naar toeristen in de bus en hoorde ons de naam van het verblijf noemen. We moesten snel de bus uit, waardoor Khaled een zakje met zijn Nederlandse SIM-kaart vergat. Dit ontdekte hij de volgende dag, zodat we in het belhuis van de staat naar Nederland moesten bellen om de kaart te laten blokkeren. Dit is overigens de enige plaats in de Oase waar internationale telefoontjes gepleegd kunnen worden. Het politiebureau was vlakbij, dus deden we meteen aangifte, wat een heel gedoe was. Uiteindelijk gingen we met een handgeschreven aangifte weg, nadat Jannie en Hanneke het paspoort van Khaled hadden gebracht. Lees ook hier over deze zaak.

’s-Avonds zaten we bij het kampvuur en kregen we van de 42-jarige eigenaar, Badry Khozam, een niet alledaagse, pittige thee gemaakt van taugee-zaadjes. We grapten dat de thee hallucinerend zou werken, maar er waren geen (nadelige) effecten.

De volgende dag gingen we op safari. We bezochten eerst de zwarte woestijn, waar we één van de zwarte bergen (ca. 70 m) voor het mooie uitzicht beklommen. Het uitgestrekte landschap is hier bedekt met een laagje van stukjes zwart basalt van vulkanische oorsprong. Daarna gingen we naar de witte woestijn een flink stuk verderop. Dit is een grote woestijn zonder basalt. Er werd stoer met de Toyota Landcruiser gereden. Ook hier is het landschap heel bijzonder, vooral door de vreemd gevormde zandstenen rotsen, in de vorm van paddenstoelen, waar je ook een eend, een konijn of een zittend mannetje in kunt zien.

We sliepen in een primitief kamp, dat werd opgezet met de spullen die meegebracht waren in en bovenop de jeeps. De kou viel gelukkig mee, maar erg comfortabel was het uiteraard niet. Khaled zei de volgende morgen dan ook: Waarom doen jullie dit? Leuk was dat we een woestijnvos zagen, die afkwam op onze etensresten. Er waren veel sterren te zien, totdat de nog bijna volle maan al vroeg opkwam.

De volgende ochtend kregen we een eenvoudig ontbijt. Daarna bezochten we de kristalberg, die niet meer zo mooi is door de vele toeristen die ons in de loop van de jaren zijn voorgegaan. Onderweg werden de metalen borden en kommetjes gewassen in het water van een warmwaterbron. Het stromende water werd met een grote pomp opgepompt.

Op kerstavond aten we lekkere falafel en foul bij een eenvoudige winkeltje in het centrum van het stadje, omdat het eten in het hotel naar ons idee wat eentonig was. Later zette Jannie nog thee voor ons met een dompelaar.

Het mobiele internet werkt nu eindelijk. De klantenservice van Mobinil, die gelukkig ook wat Engels spreekt, heeft Engelse configuratieberichten laten sturen en daarna was het gelijk goed.