We reisden in een drukke bus van Pisac terug naar Cusco (ca. een uur). De luidsprekerboxjes waren van inmiddels ingevallen kartonnen doosjes gemaakt.
De bus van Cusco naar Abancay (2378 m) ging later weg dan beloofd en deed er ook langer over dan beloofd: 5 uur. Het was een onaangename bus, want het was veel te warm, de muziek was veel te hard en eindeloos en bovendien slingerde de bus erg. Op de bochtige wegen door het centrale Andes-gebergte is dat dan ook vragen om reisziekte. De plastic zakken hingen al klaar …
We overnachtten in het wat luxere en brandschone hotel Imperial. ’s Avonds aten we een heerlijke pizza, wederom uit een houtgestookte steenoven. In eerste instantie bij kaarslicht, want de stroom was uitgevallen.
De volgende dag reisden we met een vrijwel nieuw minibusje naar Andahuaylas (2926 m). De competitie tussen de verschillende maatschappijen in het busstation was groot. Het is goed opletten of er niet gelogen wordt over de vertrektijden en reisduur. We reisden met Eco tour. De busjes van de andere maatschappijen vertrokken ‘later’, vanwege een ingestorte weg. Eco tour was blijkbaar de enige maatschappij die een omweg, via een klein, onverhard bergweggetje, wist te vinden. Voor ons leuk, want er waren mooie uitzichten en kleine dorpjes. Overal hing de geur van eucalyptusbomen en aangezien hier het voorjaar begonnen is, waren er ook veel bloesems.
In Andahuaylas vonden we al snel een fijn hotel met de naam Delicias. Opvallend is hoe vriendelijk de mensen hier zijn, vergeleken met Abancay. We aten later in de middag een ’tortilla’ met groenten in een restaurant dat gevestigd is op een overdekte binnenplaats. Het ging hard regenen, maar de zon bleef lange tijd schijnen, wat een mooi plaatje van de plaza de Armas opleverde. We zagen een mooie optocht met leuk geïmproviseerde draken. We bezochten de kleurrijke marktbuurt, waar we veel foto’s namen.
De volgende dag reisden we door naar Ayacucho. We gingen over meerdere bergpassen van meer dan 4000 meter hoog, over een nieuw aangelegde weg, soms door de wolken. We zaten voorin een goed minibusje, dus we hadden een geweldig uitzicht. Respect voor de ingenieurs die deze weg ontwierpen en respect voor de duizenden arbeiders die dag in dag uit aan deze weg hebben gewerkt en nog steeds werken.
Ayacucho (2761 m) viel ten opzichte van de herinnering die we hadden van twaalf jaar geleden behoorlijk tegen. De romantische stad is veranderd in een hectische stad, waar meer telefoonwinkeltjes dan andere winkeltjes lijken te zijn. Alleen in de hogere delen van de stad kun je nog ontsnappen aan de uitlaatgassen. De winkeltjes met ‘retablos’ (miniatuur kijkdoosjes met christelijke taferelen) konden we haast niet meer terugvinden. Het lijkt erop dat dit stuk cultuur aan het verdwijnen is.
We sliepen twee nachten in het goede hotel Samary in een kamer achterin het hotel, zodat we niet zo’n last hadden van het lawaai van de straat.
De markt was gelukkig nog wel leuk om te bezoeken en we genoten ook erg van het luxere eten in restaurant Via Via, met ’s avonds een prachtig uitzicht op de plaza Mayor. Extra sfeervol door een onweersbui.