De warme, maar verder redelijk comfortabele bus van Yungay Express vanuit Caraz via Huaraz naar Casma en het noordelijker gelegen Chimbote, beide aan de Stille Oceaan, vertrok ruim een half uur te laat. Na Huaraz, waar ik nog even snel en bij wijze van uitzondering een Inca Kolita, dat smaakt naar ouderwetse gomballen, en een Coca Colita (klein flesje cola) kocht, gingen we over de majestueuze cordillera Negra via een bergpas op ca. 4250 meter hoogte. Het kostte de bus ruim tweeënhalf uur om naar Casma op zeeniveau af te dalen. De weg werd steeds rechter en de gemiddelde snelheid van de bus nam langzaam toe. Gedurende het laatste stuk werd grofweg Rio Casma gevolgd. Het gebied tussen de uitlopers van de bergen en de zee is een onherbergzaam woestijngebied, behalve daar waar er een rivier uit de bergen stroomt. Het laatste stuk ging snel met meer dan 100 km/u over de “Pan America” (Pan-Amerikaanse weg) grofweg langs de kust naar Chimbote. We genoten nog een poosje van de prachtige zonsondergang in dit bijzondere, duinachtige gebied, met af en toe zicht op de oceaan. Met ruim zes uur was dit onze langste busrit tijdens deze reis tot nog toe. We betaalden slechts 25 soles, ongeveer 7 euro, per persoon voor deze busrit.
De reisgidsen zijn vrij negatief over Chimbote, vanwege de geur die de vele visverwerkende fabrieken aan de kust verspreiden. Maar zoals wel vaker lopen de reisgidsen achter de feiten aan, want we hebben maar slechts even onderweg naar de stad een niet heel onaangename geur geroken. Het centrum van de stad is verrassend gezellig en volgens de vriendelijke taxichauffeur voor ons veilig, omdat “nada pasa aqui” (hier gebeurt niets). Eerder werden we wel door iemand gewaarschuwd voor de omgeving van het busstation. In het donker aankomen in een nieuwe plaats geeft vaak een vals gevoel van onveiligheid. In het daglicht ziet alles er vaak veel vriendelijker uit. Van een indringende visgeur is in het centrum geen enkele sprake.
We sliepen in hostal Libertad (vrijheid), waar we ontvangen werden door een wat oudere, behulpzame man. Het hostal leek door de donkere vloeren (zwart graniet met witte stukjes) en de donkergroene/witte muren een onaangename plaats, maar was dat in feite niet. Het bed was, behalve het hier vaker voorkomende plastic om de matras, helemaal niet slecht, net zoals de heerlijk warme, ietwat verkalkte, douche. Alles was ook schoner dan het op het eerste gezicht leek (behalve de schakelaars voor het licht dan). Op de muur in de kamer hing een briefje met “NO escupir en el piso” (niet op de grond spugen).
’s Ochtends liepen we over de lange “malecón” (letterlijk “steiger”, hier in de betekenis van boulevard). In de haven lagen honderden vissersboten die mooi afstaken tegen Isla (eiland) Blanca (wit), dat zijn kleur dankt aan alle vogelpoep. We zagen veel vogels, o.a. pelikanen, jan-van-genten, diverse soorten meeuwen, aalscholvers, zwaluwen en de “Oyster Catcher” (zwart met rood hoofd). We zagen ook de nodige “borrachos” hun roes uitslapen.
’s Middags ontdekte H. dat er een lelijke scheur in het achterblad van de in Lima gekochte gitaar zat. De gitaar was de avond ervoor bij de chinees gevallen. In eerste instantie dachten we dat er niets aan de hand was, maar helaas. We gingen er dus op uit om iemand te vinden die gitaren kan repareren. We vroegen waar de gitaarwinkels waren (winkels van dezelfde soort zitten in Peru vaak in dezelfde straat) en na enig zoeken vonden we die op een net iets andere plaats dan aangeduid. De eerste winkel waar we naar een reparateur vroegen, verwees ons naar een winkel schuin aan de overkant. Een zorgzame dame stond ons te woord en belde de reparateur, die binnen een kwartier naar de winkel kwam. Hij nam ons na een praatje mee naar zijn kleine werkplaats, in de hoger gelegen wijk San Pedro, waar we nog wat verder praatten. De evangelische man beloofde de gitaar weer als nieuw de volgende dag af te leveren. De volgende dag was er van de grote scheur inderdaad niets meer te zien! Zijn naam is Edgar Alva en hij repareert en bouwt al 40 jaar gitaren. Hij vertelde ons ook dat de gitaar gebouwd was in Cajamarca, waar we toch al heen wilden. Misschien vinden we de anonieme bouwer, die heel goed werk heeft afgeleverd.
Omdat we toch moesten wachten op de reparatie van de gitaar, ging ik naar een betere “peluquería” (kapper) voor slechts 10 soles (ca. 2,75 euro). Als je wilt, kan dit nog veel goedkoper op de markt, met wisselende kwaliteit. (Het is maar net hoe ijdel je bent.) Ik werd in ieder geval heel zorgvuldig geknipt en voor de haren in mijn nek en achter mijn oren werd een nieuw, ontsmet scheermesje gebruikt.
We kochten twee mooie Chakanas (Inca-kruizen) van goede kwaliteit, die hier niet gemaakt worden voor de toeristen, want dankzij de reisgidsen komen die hier gelukkig niet. We kregen er een heel verhaal bij.
Het voordeel van een grote stad is dat de voorzieningen goed zijn. We aten heerlijk bij Chifa (chinees) Chen, misschien wel de beste chinees tot nog toe. In het algemeen is het eten in Chimbote van goede kwaliteit en bovendien goedkoop. We dronken hier de lekkerste Chicha Morada, met een vleugje kruidnagel, tot nog toe. Ook aten voor het eerst tijdens deze reis een heerlijke ceviche (rauwe vis met citroen, ui, koriander en een beetje verse rode peper), mijn favoriete gerecht in Peru. En heb ik het al gehad over de vers gevangen en gebakken vis, met gefrituurde yucca (cactus), rauwe rode ui, een beetje verse rode peper, “chicla” (gepofte en gezouten grote maïskorrels) en een heerlijk bolletje rijst? Tongstrelend!
Twee blokken verderop is er een Plaza Vea (een grotere, hier bekend supermarktketen), waar we vrijwel alles kunnen kopen wat we willen. In kleinere stadjes en dorpjes zijn we afhankelijk van het vaak beperkte assortiment van “comerciales” (kleine winkeltjes).
Aan de kust is er een ander type mens met een andere, wat modernere cultuur. In de bergen leven vooral Indianen, aan de kust vooral “Meztizos” (letterlijk rassenvermenging), een mengeling van Indianen en Spanjaarden.
Toen we in de avond aankwamen was het “friorito” (kouwetjes; Peruanen zijn dol op verkleinwoorden). Overdag is het hier echter lekker warm en zonnig (ca. 25 graden), zodra de ochtendmist door de zon opgelost is. In dit woestijngebied valt vrijwel nooit regen.
We verbleven drie nachten en twee dagen in Chimbote en we zijn nu tweeënhalve week in Peru, hetgeen wel een eeuwigheid lijkt.
In Peru toeteren auto’s vaak. Soms uit ongeduld, maar meestal om schapen, koeien, honden en vooral mensen te waarschuwen of om passagiers op te pikken. Het vee is dit blijkbaar gewend, want het gaat vanzelf aan de kant.
Peruanen zijn praktisch en simpel:
– Taller Rio Santa (een garage langs de heilige rivier)
– Hostal Casma (een hotelletje in Casma)
– Radio Pan Americana (een radiostation langs de Pan-Amerikaanse weg)
– Restaurante El Viajero (restaurant de reiziger langs de weg)
Voor andere reizigers: een eenvoudig, redelijk comfortabel hotelletje (“hostal” of “alojemiento”) kost ongeveer 7-15 euro voor twee personen, afhankelijk van de grootte van de plaats en de ontwikkeling van het toerisme in de plaats. Een middagmaaltijd (‘almuerzo”) kost ongeveer 1,50-2 euro per persoon. Wij geven de voorkeur aan een keuzemenu, omdat dit altijd vers gemaakt is. Een avondmaaltijd (“cena”) kost ongeveer 5-7 euro per persoon. Omdat wij meestal geen zin hebben in een warm ontbijt (“desayuno”, meestal rijst met …), zorgen we vrijwel altijd zelf voor een ontbijt (ca. 1-1,50 euro per persoon). “Pan” (brood) met “palta” (avocado) en tomaten en/of kaas is heel geschikt. We hebben een dompelaar bij ons om zelf koffie of thee te zetten, wat we meestal met kraanwater doen (op grotere hoogte of in het geval van gechloreerd water in grote steden kun je dit beter een poosje laten doorkoken). We kopen elke dag minstens één fles water van 2,5 liter (ca. 80 cent), waarmee we onze 1 literflessen, die we meenemen in een flessendrager, bijvullen. Af en toe kopen we een stukje chocola van het merk Triangula (rode verpakking, driehoekig) of Sublime (witte chocolade met kleine stukjes pinda), ca. 30 cent. Per dag geven we samen ongeveer 35-40 euro uit. We proberen om de afstanden die we reizen te beperken, want er is overal wat te zien of te beleven. (We reizen bewust niet van bezienswaardigheid naar bezienswaardigheid. Peru is het twintigste grootste land van de wereld.) Wanneer je grotere afstanden reist, zullen de kosten per dag hoger uitvallen. We kiezen er wel vaak voor om een wat duurdere “carros” (collectieve taxi) te gebruiken om de reistijd te beperken. Dit is ook wat comfortabeler, tenzij een medepassagier toevallig een “borracho” (dronkaard) is en het voortdurend over “plata” (geld) heeft. Je kunt op deze wijze vaak ook wat meer van de omgeving zien. Als je een aardige, niet al te haastige chauffeur treft, hetgeen vaak het geval is, dan is hij ook bereid om even te stoppen om je een mooie foto te laten nemen. Soms gaat hij dan ook zelf foto’s nemen, omdat hij ziet hoe mooi zijn land eigenlijk is!
Zowel in Casma als Chimbote was er snel 4G (LTE) mobiel internet. (Hiervoor moet je smartphone dan wel de juiste frequentieband kunnen gebruiken, anders wordt het het iets langzamere HSDPA+.) Voor informatie over (prepaid) mobiel internet voor reizigers wereldwijd, zie hier.
De foto’s zijn weer bijgewerkt.