Leugens in Chiclayo

 2016 Perú, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Leugens in Chiclayo
jun 142016
 

Om tien over half tien kochten we “boletos” (tickets) voor de bus van half tien naar Chiclayo, die pas tegen tienen langskwam. De busrit duurde ongeveer twee uur. Een gedeelte van de reis ging door een desolaat woestijngebied, met hier en daar een grote duin/berg en een afgelegen (gevaarlijke?) fabriek met een kleine nederzetting. Een stuk werd gebruikt om afval te deponeren, wellicht van Chiclayo (ruim 500.000 inwoners). Dichtbij Chiclayo was er “puertas del sol” (deuren van de zon), een ommuurd en bewaakt dorp.

We aten wat bij een “chifa” (chinees), waar ik een geel drankje met tartrazine en cafeïne bij dronk, dat Inca Kola wordt genoemd. Gelukkig ben ik een vrij rustig persoon anders had ik van deze slecht bekend staande kleurstof en algemeen bekende opwekkende stof, die veel van de Nederlandse kantoormedewerkers op de been houdt, hyperactief in Peru rondgelopen. Zou er een verband zijn tussen dit verdachte drankje en de gewelddadige natuur van de Inca’s, die, tot de Spanjaarden kwamen, een groot deel van Zuid-Amerika overheersten?

Ik was helaas wat ziek, waarschijnlijk van het eten van een dag eerder, maar H. at ’s avonds een uitstekende lasagne bij een goede pizzeria. Betere restaurants is één van de voordelen van in een grote stad verblijven. De nadelen zijn o.a. luchtverontreiniging en verkeerslawaai. Gelukkig is er steeds wind van zee om de luchtverontreiniging te verzachten en remmen de straten met kinderhoofdjes de snelheid van het verkeer wat. ’s Avonds en ’s nachts is er weinig verkeer, zodat je met slapen minder last van het lawaai hebt.

We sliepen in hostal Pirámide Real in een schone maar niet erg ruime kamer. De ontvangst was nogal laconiek. Met de arbeidsproductiviteit zal het hier niet zo snel wat worden. Het Wi-Fi netwerk werkte niet (wel verbinding, geen internet). “El clave” (de sleutel = het wachtwoord) stond op een bordje dat op de muur was geplakt. Ik schreef erbij “No functiona!” (Werkt niet!). Logisch, want de access points, één op elke verdieping, waren nergens op aangesloten. H. schreef erbij “mentiras” (leugens). Het mobiele internet werkt echter uitstekend met een LTE verbinding. Na enig aandringen kregen we het Wi-Fi wachtwoord van de buren. Dat het Wi-Fi netwerk gewoon helemaal niet werkte, was natuurlijk wel bekend. Typisch Peru.

De volgende dag voelde ik mij gelukkig een stuk beter!

De schietpartij in Orlando interesseert mij niet zo, want in de VS gebeurt dit zo ongeveer elke paar maanden. Wapens verbieden/reguleren zou in ieder geval een gedeeltelijke oplossing zijn en deze gebeurtenis zwengelt de discussie hierover gelukkig weer aan, maar ik ben bang dat er nog een lange weg met onschuldige slachtoffers te gaan is voor het zover is. Wat mij meer interesseert, is wat de definitie van een terrorist is. Iemand die terrorist wordt genoemd, verliest namelijk al snel fundamentele rechten waarop onze maatschappij mede gebaseerd is.

Terug naar Pacasmayo

 2016 Perú, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Terug naar Pacasmayo
jun 132016
 

Na een licht ontbijt, een broodje met een gebakken ei, pakten we onze weinige spullen in en reisden we in een half uurtje met een “combi” terug naar Trujillo. We lieten ons twee blokken van het grote station van de busmaatschappij Emtrafesa afzetten, waar we bij één van de vele loketten een ticket naar Pacasmayo, halverwege naar het noordelijker gelegen Chiclayo, kochten. Een kwartiertje later waren we al door het woestijngebied langs de kust op weg in een redelijk comfortabele bus. De stoelen konden ver achterover, zodat je de passagier voor je zo’n beetje op je schoot had. Aan de horizon zagen we draaiende windmolens. We kwamen weer langs de plaats van het eerdere busongeluk. Voor de zekerheid had ik mijn veiligheidsgordel maar goed vastgemaakt. Na ongeveer twee uur kwam de bus aan op de kleine terminal van Emtrafesa in Pacasmayo, ca. vijf minuten lopen van het centrum.

’s Avonds liepen we in het halfdonker langs het strand en door het met natriumlampen verlichte stadje. Er zijn nog veel oude, koloniale gebouwen in meer of minder vervallen staat, die in het donker soms op spookhuizen lijken. Vooral het verlaten theater, dat gezien de tekst op de muur ook als “Iglesias” (kerk) heeft dienstgedaan, ziet er erg spannend uit in het donker. We lopen er maar niet onderdoor om te voorkomen dat kwade krachten brokken naar beneden laten vallen.

De volgende ochtend werden we gelukkig zonder nachtmerries wakker. We kookten de eitjes die we de dag tevoren in een winkeltje gekocht hadden en aten deze op een “chavata” (ciabatta) broodje met een vers gezet kopje Peruaanse koffie en “manzanilla” (kamille) thee met een uitgeknepen limoentje en een beetje bruine rietsuiker.

We sliepen weer in hostal Duke Kahanamoku, ook om weer een keer zelf te kunnen koken. We deden inkopen bij de grote, goed gesorteerde Tottus supermarkt en maakten een heerlijk eenpansgerecht van penne, verse Italiaanse tomaten, flink wat oregano, een grote ui, tonijn uit blik, ei en wat zout en peper. Hmmm!

De foto’s zijn weer bijgewerkt.

De grafrover van Huanchaco

 2016 Perú, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor De grafrover van Huanchaco
jun 122016
 

We zagen dat de bus van Huamachuco naar Trujillo grondig met water werd schoongemaakt. De bagage werd van genummerde “boletos” (tickets) voorzien, zodat niemand jouw i.p.v. zijn bagage kon meenemen, en ingeladen, samen met de te transporteren goederen. De bus verliet pas na drie kwartier het stadje, omdat overal nog passagiers opgepikt moesten worden. We reisden een poos over een hoogvlakte van ruim 4200 meter via een bochtige, redelijk goede weg. De chauffeur reed echter niet heel subtiel en na een poosje werden plastic zakjes uitgedeeld voor de wagenzieke passagiers. Omdat er ook nog een lunchpauze van ruim 15 minuten was, tegen de zin van veel passagiers in, kwam de bus ruim een uur te laat in een buitenwijk van Trujillo aan. Mede omdat we al een lange reis van vijf uur achter de rug hadden, maakten we het ons gemakkelijk en lieten we ons met een taxi naar het nabije kustplaatsje Huanchaco brengen. De taxichauffeur probeerde een bekend trucje: net doen of hij geen wisselgeld had. Jammer genoeg voor hem spaar ik altijd wisselgeld op.

Huanchaco is een vrij toeristisch plaatsje, voornamelijk voor de inwoners van het nabije Trujillo, maar ook voor enige westerse toeristen op zoek naar een plaats om te surfen op lange golven. H. merkte op dat westerse meisjes die ze zag niet erg gelukkig keken. Misschien vond hun vriendje surfen belangrijker? Wij vonden Huanchaco in ieder geval ook niet erg aantrekkelijk, zeker niet in vergelijking met het meer authentieke Pacasmayo, waar we eerder waren en waar we op de terugweg van Chiclayo wellicht weer naartoe terug zullen gaan. Op straat rook het op veel plaatsen onprettig en het toeristische karakter maakt de sfeer ook meer afstandelijk. Je zou het plaatsje zelfs verloederd kunnen noemen, hoewel dat een relatief begrip in Peru is. Niettemin hadden we op straat een leuk gesprek met een inwoner, die vertelde over zijn jeugdige avonturen als “huaquero” (grafrover) in de heuvels van Huanchaco. De archeologische vindplaats Chan-Chan, die we in een ander jaar bezochten, is nabij, maar eigenlijk is de hele omgeving vol met zulke vindplaatsen.

We kozen voor deze kustplaats omdat we geen zin in de drukte van Trujillo hadden (>700.000 inwoners) en omdat we van de oceaan wilden genieten.

We aten een matige, vegetarische pizza, waarvan één van de ingrediënten “Zapatilla Italiana” (Italiaanse schoen) genoemd werd: courgette. Ik vroeg naar een Cusqueña Negra (donker bier) en mij werd verteld dat ze dat niet hadden, maar dat het geen probleem was om die te kopen in de “bodega” (klein winkeltje, hier bijna allemaal met verkoop door tralies) aan de overkant. Toen ik terugkwam, stonden de glazen al klaar. Overigens waren er veel drankwinkels, wat ook iets zegt over de algemene sfeer.

We sliepen in de gezellige en gastvrije hospedaje Giovi, dat gevestigd is in hetzelfde gebouw als een internetcafé. Door één van de jongens in het internetcafé werd “profesora”, de eigenaresse van het gebouw, geroepen om ons te woord te staan. De muren van de kamer waren in de kleur gebrande siena geverfd. De volgorde in oplopende prijs/luxe is in Peru in het algemeen: hospedaje, hostal, hotel.

Het is nu wetenschappelijk bewezen dat als je veel fotografeert tijdens een reis, en waarschijnlijk ook wel als je veel schrijft over je reis, je meer geniet van je reis.

Internet: LTE en zwak Wi-Fi (ver van het access point). De foto’s zijn in de nacht maar gedeeltelijk bijgewerkt.

Wiracochapampa en Marcahuamachuco

 2016 Perú, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Wiracochapampa en Marcahuamachuco
jun 102016
 

Op de “mercado” (markt; in grotere plaatsen meestal gevestigd in een groot gebouw) van Cajabamba aten we een broodje gebakken ei als ontbijt. De Peruanen eten ’s ochtends warm, of eigenlijk worden alle maaltijden warm gegeten, hier o.a. “cabeza” (kop), in dit geval schapenkop die afgekloven werd. Eet smakelijk!

Met één van de “carros” (gedeelde taxi), die naast het politiebureau vertrekken, reisden we in minder dan anderhalf uur naar Huamachuco (3180 meter) door een prachtig groen berglandschap. We passeerden vele bruggetjes, waaronder een aantal oude houten bruggetjes met loszittende planken, waar ook “gewoon” een bus overheen gaat. We werden bij een autovrije hoofdstraat afgezet, die eindigt op het centrale plein. In deze straat verzorgt de “municipalidad” (gemeente) gezellige muziek met grote boxen die om de zoveel meter boven de straat hangen.

We vulden onze voorraad limoenen en bruine rietsuiker aan, die we gebruiken voor zelfbereide “té de manzanilla” (kamillethee). Zo krijgen we ook wat extra vitamine C binnen. We aten bij een leuk, christelijk vegetarisch restaurantje, wat goed is voor de afwisseling (het eten dan).

In de voormiddag bezochten we het gratis gemeentemuseum, waar met name keramiek, maar ook enige mummies, van de archeologische vindplaatsen in de buurt worden tentoongesteld. Het museum is niet groot, maar was zeker de moeite waard. Ik kon geen buitenlanders in het gastenboek vinden.

In de namiddag bezochten we de nabije archeologische vindplaats Wiracochapampa (ca. 800 na Christus) met een mototaxi. De vindplaats ligt in een vallei op ongeveer 3030 meter hoogte. Het weer was dreigend, wat enige mooie foto’s opleverde. We waren de enige bezoekers. Een bezoek aan deze vindplaats was zeer zeker de moeite waard. Een bezoek van een half uur, zoals het bureau voor toerisme aanraadde, is veel te kort, vooral als je buiten de aangelegde paden gaat. 😉 Op de terugweg in de mototaxi regende het hard, het water gutste over de hellende straten, maar daar hadden we gelukkig geen last van. We lieten ons dichtbij de deur van het hostal afzetten. De regen was inmiddels gestopt.

We kochten ruim van tevoren “boletos” (tickets) voor de Tunesa bus zondag om negen uur naar Trujillo, zodat we gunstige plaatsen voorin hadden.

We overnachtten in het uitstekende, zeer betaalbare hostal Plaza aan de rand van het centrale plein (waar anders?). Er was zelfs een Daewoo “frigobar”, die hebben we in Peru in goedkopere hotelletjes nog nooit eerder gezien. Andere details: spaarlampen, wc-rol houder, keramische wastafelkraan, intercom, geen verkalkte douchekop. (Het water in de bergen is mineraalrijk, getuige onze verkalkte dompelaars.) De vriendelijkheid en kwaliteit van de toeristische informatie liet echter wel te wensen over.

We hadden een mooi uitzicht op het plein, dat het grootste/mooiste van Peru schijnt te zijn. Er zijn in diverse vormen gesnoeide buxus struikjes en zorgvuldig onderhouden bloemperken. Het plein wordt verbouwd, want het moet natuurlijk wel het mooiste van Peru blijven.

’s Avonds deelden we een pizza mediterranea “mediana” (acht punten). Een pizza is veilig eten, want alles is goed verwarmd geweest. In het algemeen is de hygiëne in Peru in de loop van de tijd verbeterd, maar het blijft oppassen wat en waar je eet.

De volgende dag zochten we naar een “combi” naar de archeologische vindplaats Marcahuamachuco. We werden geholpen door een aantal vriendelijke agenten die zelfs een mototaxi voor ons regelden naar de juiste “parada” (halte). Er waren nog maar erg weinig passagiers bij de combi en het was onduidelijk of de combi naar de juiste plek ging en wat de kosten waren. We besloten terug te lopen naar de brug over de rivier, waar de weg naar de vindplaats afsplitst. We kwamen te weten dat het mogelijk was om met een mototaxi naar de vindplaats te gaan en wat dat ongeveer zou moeten kosten. We onderhandelden met een naar zweet ruikende mototaxichauffeur. Hij bracht ons in ca. 20 minuten naar het voetpad omhoog naar de vindplaats. Het was een aardige klim naar zo’n 3580 meter over een rotsachtig pad, dat steeds de veel langere weg naar boven kruiste. Ongeveer een uur later waren we boven. We schreven ons in het gastenboek in. Volgens het gastenboek komen hier maar heel weinig toeristen. De meeste bezoekers zijn Peruaanse jongeren. We volgden het “circuito”, zodat we de belangrijkste ruïnes zagen. We namen vele foto’s met grote wolkenpartijen en vergezichten. Het circuit, dat niet echt rondliep, eindigde bij het voetpad omhoog. We daalden af in de hoop een auto of mototaxi tegen te komen. We liepen al een stuk over het lager gelegen geasfalteerde deel toen we een lift van een SUV met een open achterbak kregen. De jongeren die voor ons liepen kregen ook een lift. Het was ongemakkelijk achterin, maar beter dan vier kilometer over asfalt lopen. Na een minuut of tien werden we bij de rivier beneden afgezet. Over een voetgangersbrug waren we weer snel op de plaza en gereed voor een wat late lunch.

Het resultaat van de verkiezingen is dat Pedro Pablo Kuczynski (PPK) met een zeer kleine meerderheid (50,1%) gewonnen heeft en dat de partij van Keiko Fujimori de meeste zetels in het Congres heeft. Veel armere Peruanen hopen op “progreso” (vooruitgang) en “cambio” (verandering). De wat meer ontwikkelde Peruanen weten dat het allemaal niet zo snel zal gaan en dat niet alle beloftes ingewisseld zullen/kunnen worden.

De snelst groeiende economieën van dit moment zijn China, India, Mexico en Peru. Peru telt ruim 30 miljoen inwoners, waarvan 78% (!) in een stad woont. 15% is blank, 37% is mestizo (gemengd), 3% is Aziatisch en 45% is “indígena”, hetgeen het hoogste percentage in Zuid-Amerika is. De bevolkingsdichtheid is ongeveer 24 mensen per vierkante kilometer. (Nederland heeft ruim een 16x hogere bevolkingsdichtheid.)

Internet: HSDPA, langzame, instabiele Wi-Fi verbinding. (De foto’s konden niet bijgewerkt worden.)

Hopelijk hebben we later geen last van de Air France stakingen. Een interessant achtergrondartikel.

De gitaarbouwers van Namora

 2016 Perú, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor De gitaarbouwers van Namora
jun 092016
 

Na een fruitontbijt met een graan-sojadrank zocht ik een taxichauffeur die wist waar “combis” (minibusjes) naar het dorpje Namora vertrokken. Het personeel van het hostal wist het niet / was niet erg duidelijk, maar misschien hadden ze daar belang bij, want ze verkochten ook tours naar o.a. Namora. We houden niet zo van tours, want het komt er meestal op neer dat je in te korte tijd naar teveel plaatsen wordt gesleept en er dus niet echt van kunt genieten. Ook kun je vaak niet de plaats waar je wilt eten vrij kiezen. Ik vond snel een taxi en we waren snel bij de combis. Ik denk dat we in een goed ritme zaten, want we vulden weer de laatste twee plaatsen van een combi op. (Eén van de plaatsen was afgezegd, want de naam was doorgestreept.) Onderweg stapte een vrouw met een jong kindje uit, dat ze moeiteloos op haar rug slingerde en vastzette met een doek.

Ongeveer een uur later waren we in Namora (2730 meter), een klein stadje dat de hoofdstad van een district is (de kleinste onderverdeling van Peru). Met wat hulp hadden we snel een gitaarbouwer met de naam Wilmer Cortez gevonden. Hij bestudeerde onze in Lima gekochte gitaar zorgvuldig en zei dat één van zijn drie broers hem gebouwd had. We stelden vragen en kregen uitleg en voorbeelden en leerden zo wat over het bouwen van een gitaar. Hij bouwt ongeveer één gitaar per week die aan “Lima” verkocht wordt voor ongeveer 300 sol (ca. 80 euro). We wandelden nog wat verder door het dorpje dat in Peru bekend staat om zijn kundige gitaarbouwers. We bezochten nog een andere “taller” (werkplaats), waar een wat oudere man met een ijzerzaag stukjes van een bot van een koe aan het zagen was voor de brug (bij de kop) van een gitaar. Bij weer een andere werkplaats zat een man buiten gitaren te lakken met sterk geurende “laca cristal” (kristallak). Veel van de huisjes in het dorp zijn nog (gedeeltelijk) gemaakt van adobe (gedroogde, gecraqueleerde aarde met stro).

Nadat we wat gegeten hadden, wachtten we op het belangrijkste kruispunt van het dorpje op een passerende combi naar het stadje San Marcos. Er stond een vrouw wol te spinnen. We hoefden niet heel lang te wachten, want al vrij snel kwam er een combi langs waar twee mensen uitstapten, zodat wij konden instappen. De combi reed door een vriendelijk groen berglandschap met veel landbouw. De aarde is hier rood van kleur. Ongeveer een uur later kwamen we in de hoofdstad van de provincie (een stap groter dan een district) aan. Omdat het stadje niet echt interessant was, besloten we om door te reizen naar de wat grotere stad Cajabamba. De familie van een winkeltje hielp ons met het vervoer en bood ons ook een plaats aan om te wachten. We genoten van “Musica Criolla Peruana”, oude Peruaanse walsen. Een passerende combi was helaas vol, maar ongeveer een uur later passeerde er een kleine bus (29 zitplaatsen) met plaatsen achterin voor ons. Er werd teveel geld gevraagd, maar dat kwam goed met een kleine onderhandeling. De man naast mij had oude, versleten kleren aan en stonk naar vlees. De warme bus stopte af en toe om mensen in en uit te laten stappen. Nu en dan werd er een kleine ijzeren ladder tevoorschijn gehaald om spullen van het dak te halen. Na bijna twee uur en enige spannende, smalle bruggen kwamen we in het grotere, maar niet heel drukke Cajabamba (2600 meter) aan.

We sliepen in een schone, ruime kamer met voldoende meubilair in het comfortabele hotel La Casona, waar we vriendelijk werden ontvangen. De douche had zelfs een goed werkende schuifdeur. Meestal spettert het water maar alle kanten op. Het warme water werd verzorgd met een “sistema solar” (zonneboiler) dat goed werkt. Ook was er voor de verandering een wc-bril aanwezig, die ook nog eens netjes vastzat.

’s Ochtends kookten we eitjes met onze dompelaar. Ik kocht er de avond ervoor drie voor een sol (iets meer dan 25 cent). Ik vroeg ook naar de prijs van twee eitjes en dat was 60 centimos, duidelijk afgerond in ons voordeel (1 sol = 100 centimos). Alles is hier overigens goedkoper dan elders. De grote vruchtbare Condebamba vallei met vele “campesinos” (landbouwers) zal hier wel wat mee te maken hebben.

’s Middags liepen we op ons gemak door de hoofdstraat, een winkelstraat zonder verkeer. H. liet haar haar knippen. We vulden onze koffievoorraad aan, ditmaal van het merk Cafetal. Achterop staat “café arábico peruano”. In kleine plaatsjes is gemalen, gebrande koffie nauwelijks te krijgen. De meeste mensen gebruiken hier oploskoffie. We zagen een “viringo” (Peruaanse naakthond) spelen met een andere hond. We aten op de markt, die gevestigd was in een gebouw met een mooi vormgegeven dak. De soepgroenten werden op heel aparte wijze gepresenteerd. Later in de middag verkenden we een lager deel van het stadje. We kwamen langs een “cementerio” (begraafplaats) en langs een recent geopende kunstgalerij met lokaal gemaakte schilderijen. De huizen in dit stadje zijn soms van moderne materialen gemaakt en soms van adobe of een combinatie van beide.

We kochten voldoende beltegoed voor de rest van de reis in een kledingwinkel. Internet kost bij de provider Claro 1 sol per dag (iets meer dan een kwartje per dag), als je iedere drie dagen een bundel van 50MB voor drie sol koopt. Je kunt een aantal bundels vooruit kopen, zodat je er niet te vaak naar om hoeft te kijken. De “chip” (SIM-kaart) kochten we in Lima voor slechts 6 sol (~1,75 euro). In Cajabamba is er HSDPA beschikbaar. De Wi-Fi verbinding van het hotel was matig. Het bijwerken van de foto’s is niet volledig gelukt.

Deze dorpjes en stadjes op deze route worden nauwelijks door toeristen bezocht. Door de vallei ligt de temperatuur hier wat hoger dan in Cajamarca en is het heel aangenaam.