Eergisteren en gisteren zijn we via drie grote en drukke steden, Guanare, Valencia en Maracay, terug richting Caracas (klemtoon op de tweede lettergreep) gereisd. De vele oude amerikaanse auto´s en micro-, mini- en gewone bussen braken grote roetwolken, dus echt prettig is het daar niet altijd. De stad waar we vannacht hebben geslapen, Maracay, is nog de aardigste van de drie. In het algemeen kan je de steden hier beter mijden, maar i.v.m. het transport kan je er helaas niet omheen.
Vandaag gaan we naar het kustplaatsje Puerto Columbia in het oudste (1937) beschermde natuurgebied van Venezuela, Parque Nacional Henri Pittier, genoemd naar een zwitserse botanist. Het park beslaat 1078 km² en omvat een stuk kustlijn en bergen (tot 2436 meter: Pico El Cenizo). De natuur varieert van half droge bossen tot dicht, nat regenwoud. Bij de kust zijn er mangroves. In het park leven volgens de reisgids zo´n 580 vogelsoorten (zo´n 7 % van de wereld!) en diverse soorten zoogdieren, inclusief puma´s. Waarschijnlijk blijven we daar enige dagen.