Casma – Sechín

 2011 Noord-Peru, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Casma – Sechín
sep 262011
 

Op de  Mercado (markt) aten we al vroeg een klein broodje ei en dronken we thee, canela y clavo (kaneel en kruidnagel), zoals hier gebruikelijk is.

Met ons favoriete transportmiddel, een mototaxi, gingen we van Casma naar Sechín, één van de belangrijkste ruïnes langs de noordelijke kust. Het is een grote vierkante tempel en het bijzondere is, dat de grote stenen rondom gegraveerd zijn met de figuren van zo’n 500 strijders. Tussen de strijders zijn afbeeldingen van afgehakte hoofden, armen, rompen, oren, ogen, etc, waar het bloed afdruipt (geen kleuren). De functie is, zoals zo vaak, onbekend. De binnenste adobe delen dateren van 1600 voor onze jaartelling.

Aardig is dat er rondom een pad met trappen is gemaakt, zodat je de ruïnes van bovenaf vanuit diverse hoeken kunt zien. Het bijbehorende museum heeft maar een kleine collectie, die echter wel de moeite waard is. De wat oudere meneer van het museum gaf met enthousiasme uitleg. Buiten waren er drie hondjes van de soort die nauwelijks haren heeft en met een lichaamstemperatuur van 40 graden (viringo). Om deze soort te beschermen zijn bepaalde soorten musea in Peru verplicht enkele van deze honden te hebben.

Terug in Casma aten we weer een groenteschotel met lekkere rijst in hetzelfde familierestaurantje. Ik had broccoli en Hanneke Sicua (we weten nog niet precies wat het is). Uiteraard was er een groot bord voedzame soep vooraf. We kregen ook weer refreco de cebada, die nog lekkerder dan gisteren was!

Met een colectivo gingen we over een stuk van de Pan Américana naar Chimbote (45 min). Gelukkig zaten we voorin, want het uitzicht op de half met zand bedekte kale, grijze bergen was bijzonder mooi. Chimbote is de ‘geurigste’ stad van het land, want hier worden grote hoeveelheden vis verwerkt. Op dit moment zitten we in de bus naar Trujillo (ca. 2,5 uur). Hanneke kijkt film (gebruikelijk in de lange afstandbussen en altijd beter dan steeds dezelfde veel te luide muziek).

La Fortaleza de Paramonga

 2011 Noord-Peru, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor La Fortaleza de Paramonga
sep 262011
 

Nadat we bij de panaderia (bakker) wat gegeten hadden, gingen we in 10 minuten met een mototaxi naar La Fortaleza de Paramonga, het fort. Onze rugzakjes lieten we bij de bakker achter (!). We roken de geur van bruine suiker van het suikerriet dat bij de enige, grote, stomende fabriek lag te drogen.

La Fortaleza ziet eruit als een fort, maar het is een tempel gebouwd op een hele grote zandheuvel. Het is gemaakt van adobe en het is nog in goede staat, omdat het hier nauwelijks regent. Op sommige plekken is nog de rode kleur van muurschilderingen te zien. Van bovenaf heeft het de vorm van een llama. De tempel is ca. 800 na Christus gebouwd door hetzelfde volk dat Chan Chan nabij Trujillo bouwde (Chimú). Er is een mooi uitzicht op de ruwe zee en het stadje Paramonga. Bijzonder was dat er een aantal adelaars dichtbij overvloog. Geen massa-toerisme hier, we waren de enigen.

We aten nog een keer de beste ceviche van de stad, samen met Gisela. Na het afscheid gingen we met een colectivo naar Pativilca (van hieruit is het mogelijk om met een colectivo in drie uur naar Huaraz te reizen). Een aardige, extraverte man hielp ons met de bus naar Casma (ca. 2,5 uur over de Pan-Américana).

We slapen in het prima hostel Monte Carlo. Ik at Caigua, een fruitsoort die als groente wordt gebruikt en allerlei genezende eigenschappen zou hebben. We dronken refresco cebada, een soort frisdrank gemaakt van gerst, lekker!

Paramonga

 2011 Noord-Peru, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Paramonga
sep 252011
 

Met een colectivo gingen we naar het nabijgelegen stadje Barranca om de bus naar Casma te nemen. Ondanks herhaaldelijk vragen om de kaartjes kregen we die niet. In de bus bleek waarom: we moesten in een smal, donker gangetje op een smal richeltje gaan zitten. Ik vond dat vanwege de duur van de reis en het bedrag dat we betaalt hadden onacceptabel. Met steeds luidere stem vroeg ik in het Spaans ons geld terug, bewust boven, waar de mensen zaten (beneden was het slaapgedeelte). Nadat het schreeuwen geworden was, kregen we snel ons geld terug. We stapten uit een nog half rijdende bus. Al snel stopte er een colectivo met twee vrouwen, die ons vertelden dat er in Paramonga een feest was. We hebben geen vast plan, dus gingen we naar Paramonga.

In de markthal, werden we aangesproken door een verbaasde Engelse jongen (Chris), die hier woont. Hier komen namelijk geen toeristen. Hij is getrouwd met een Peruaanse en was aan het werk. Na een kort gesprek, waarin al snel duidelijk werd dat hij huwelijksproblemen had, gingen we thee drinken met een empanada de queso (bladerdeeg met kaas) van de bakker. De Peruaanse vrouw naast ons sprak ons aan (Gisela; 37). Ze bleek ooit in Duitsland te hebben gewoond. Een paar jaar geleden was ze gescheiden, iets wat hier zeer ongebruikelijk is. Ze nodigde ons uit om in haar huis te slapen, erg aardig!

Terug in de markthal aten we ceviche met papas de Huancaina (grote plakken gekookte aardappel met lekkere gele saus) en dronken we Chicha de Mora met Chris. Daarna namen foto’s van de kleurrijke dansers op straat. Later liepen we samen met Gisela mee met de processie. Het jaarlijkse feest is vanwege de katholieke heilige La Virgen de las Mercedes. Er was muziek, een klein kinderkoor, vuurwerk, eten, drinken, een kermis en uiteraard veel mensen. Tanden laten trekken was in de aanbieding voor twee euro …

‘s-Avonds gingen we met Gisela mee naar een feest in een grote hal. Er werd gedanst op de muziek van een bigband (veel blazers en slagwerk). Er werd heel veel bier gedronken, ook door de vrouwen. We kregen een stuk schaap in een plastic bakje te eten.

Het was een mooie dag met veel unieke belevenissen en aardige mensen.

Caral

 2011 Noord-Peru, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Caral
sep 252011
 

Met een mooie mototaxi en een bus gingen we in drie kwartier naar het kleine plaatsje Supe. We gaan slapen in hotel Caral. De kamer is prima en zeker naar onze normen gemeten goedkoop (ca. 10 euro).

‘s-Middags at ik mijn favoriete gerecht, cevice. In feite is dit rauwe vis bereid met limoensap, meestal met veel koriander of in dit geval met rode ui. Ik heb dit gerecht tijdens een eerdere reis al heel vaak gegeten en ik ben er nog nooit ziek van geworden.

Met een colectivo (gedeelde taxi) gingen we in een half uur met ruim 80 km/u over een onverharde weg langs Rio Supe naar Caral. Langs de rivier is een groene oase met o.a. suikerriet, maïs en rode pepers, die in grote hoeveelheden lagen te drogen in de zon. Buiten de oase zijn er alleen zand en rotsen. Na het dorpje werden we afgezet en moesten we te voet verder. Eerst over een nieuwe stenen brug over de nu droge rivier, daarna een stukje langs de rivier terug en tenslotte wat omhoog. We werden omringd door verre, kale bergen. Al snel konden we de platte piramides zien, waarvoor de geschiedenis van Zuid-Amerika herschreven moet worden. De oudste delen van deze stad zijn maar liefst 4600 jaar oud! Het is veruit de oudste stad van Zuid-Amerika. De stad is pas in 1994 ontdekt en wordt nog maar weinig bezocht door buitenlandse toeristen.

Er zijn acht piramiden, waarvan er nu zes opgegraven zijn. De grootste piramide is 153,5 x 110 x 28 m. De piramides zijn in lagen in verschillende tijdsperiodes opgebouwd. De restauratie, voor een deel reconstructie, is zorgvuldig gedaan. Vanwege de kwetsbaarheid mag je alleen met een gids op de paden om de piramides heenlopen. Alle piramides hebben een trap, omdat het bovenste platte deel als tempel werd gebruikt. Er zijn skeletten van geofferde kinderen gevonden. Tussen de piramiden zijn ook huizen gevonden voor de welgestelde mensen. Uit andere vondsten blijkt dat er gehandeld werd met mensen in het oerwoud en met mensen in Ecuador, beide niet bepaald naast de deur.

Voor vervoer terug zijn we richting het dorpje Caral gelopen. Na een kwartiertje kwam een taxi ons tegemoet, die we deelden met nog twee andere mensen die ook laat terugkwamen.

Lima

 2011 Noord-Peru, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Lima
sep 232011
 

Nadat we in Leiden gegeten hadden, gingen we met de trein door naar Schiphol. Yotel was gemakkelijk te vinden. De kamer, meer een cabine, was klein maar comfortabel. Een soort caravan. Niettemin konden we op deze manier vroeg vliegen zonder veel nachtrust in te leveren. ‘s-Ochtends schrokken we wel, omdat we nog een keer door de douane moesten en omdat er lange rijen stonden! Gelukkig mochten we van een douanebeambte in een speciale korte rij.

De vlucht naar Madrid was netjes op tijd (2,5 uur), maar de vlucht naar Lima was vertraagd. De gate wijzigde twee keer, wat lastig was, omdat die daar niet omgeroepen worden en de borden met nummers ver weg in een centrale hal staan. Na zo’n 12 uur vliegen kwamen we ca. 2 uur vertraagd om 20:00 aan. We moesten even wachten op onze taxichauffeur, maar na ongeveer 10 minuten zagen we een bordje met onze naam verschijnen. De rit naar onze hostel koste drie kwartier door het drukke verkeer. Hoewel de taxichauffeur probeerde te weinig wisselgeld terug te geven, werden we verder netjes ontvangen in het goed bekend staande Pirwa hostel. De kamer was netjes en schoon. We aten nog een kleine falafel schotel (!) en toen hadden we de extra lange dag wel gezien.

Ondanks het tijdsverschil hebben we redelijk goed geslapen. Het continentale ontbijt stelde niet veel voor, maar was wel gezellig, omdat er ook twee Nederlandse meisjes waren die de dag tevoren aan waren gekomen en drie maanden op reis gingen.

We besloten niet nog een dag door te brengen in Lima, tenslotte zijn we beiden daar al eens geweest. We aten nog wat meer en regelden mobiel internet (Movistar) voor onze smartphones en omdat dat even duurde, hebben we daarna eerst geluncht in een familierestaurantje, waar we nog een leuk gesprekje hadden met een stel wat oudere Peruanen van het tafeltje naast ons. Weer naar Zuid-Amerika gaan, is haast een soort thuiskomen en Spaans spreken is bijna vanzelfsprekend.

Door tegenstrijdige aanwijzingen kostte het wat tijd en moeite om de bus naar het Noordelijker gelegen Huacho te vinden. Uiteindelijk vertrokken we om 16:00 om om 19:00 aan te komen. Een gedeelte van de reis was langs de kust over hoge duinen. Met een torito (mototaxi ofwel tuk-tuk) gingen we naar het centrum, leuk! Omdat we niet gelijk wilden kiezen waar we gingen slapen, gingen we eerst eten. En zoals wel vaker gebeurt, vonden we daarna een nog betere plaats (Hostal Terrazas).

Het leven is hier heel echt. Er is geen bijstandsuitkering, dus vrijwel iedereen onderneemt wat, anders heb je simpelweg niets te eten. De armsten verkopen bijvoorbeeld zelfgemaakte ijsjes in de bus. Het is opvallend hoe begripvol de mensen zijn. Net na het betalen van tol stopt de chauffeur van de bus op een plaats waar dat absoluut niet mag om een man al rennend met een klein kind op de schouder een plasje te laten doen …