Het kostte een stadsbus ongeveer een half uur om ons door het drukke verkeer naar de busterminal van Toluca te brengen, waar we binnen vijf minuten wegreden naar Mexico-Stad. We kwamen na ongeveer een uur en een kwartier aan op bus- en metrostation Observatorio (= Poniente, hoewel alleen de reisgidsen dit blijkbaar nog zo noemen). Met de metro, twee keer overstappen, reisden we naar de ruime en groene wijk Santa Maria La Ribera, waar we een ietswat donkere kamer regelden in het driesterrenhotel Santa Maria, met ruim warm water. Deze wijk wordt verder niet in de reisgidsen genoemd, wat wij verder wel prima vinden. 😉
We bezochten Museo de la Caricatura, waar het licht was uitgevallen en de collectie karikaturen voornamelijk politiek georiënteerd was en dus wat mij betreft minder interessant. Daarna bezochten we Museo Archivo de la Fotografía, waar voornamelijk oorlogsfoto’s te zien waren en dat dus ook wat mij betreft minder interessant was. Tenslotte bezochten we een museum met een welluidende naam: Museo de la Secretaría de Hacienda y Crédito Público, maar de meeste werken, van veelal onbekende kunstenaars, spraken ons niet erg aan. Dit is reizen: soms valt het tegen een soms zie je geweldige dingen.
In restaurant d’Alfredo, vier blokken van het hotel en twee blokken van de metro, aten we nog een “consome” (bouillon, ditmaal van groenten, maar vaker van kip, bijvoorbeeld van de nek), “enfrijoladas” (voorgerechtje van bonen, tortilla en geraspte jonge kaas) en een grote “filet de pescado” (vers gebakken, gepaneerde visfilet), waarbij we een heerlijke “agua de horchata” (in Mexico een gezoete rijstdrank) dronken. (Dit alles voor 60 pesos, ongeveer 3 euro, per persoon.) Aan tafel hadden we nog een eenmans “mariachi”, die voor de verandering eens niet vals gitaar speelde en niet vals zong en dus een fooi kreeg. De ober sloeg een kruisje nadat hij van twee vrouwen en flinke fooi had gehad (20 pesos).
De metro, waar je goed moet uitkijken voor zakkenrollers, rijdt, in tegenstelling tot wat je zou verwachten, op banden. De linker en rechter zijrails voorzien de metro van stroom en door middel van dwarse banden wordt de metro op zijn plaats gehouden (zie foto’s). In sommige gedeeltes van de metrotunnels is het behoorlijk warm. Overstappen van de ene naar de andere lijn betekent meestal een flink stuk lopen over trappen en door tunnels.
Van het laatste geld kocht ik nog een trui bij Walmart.
Met de metro, met een tussenstop voor een beker koffie bij het station waar we over moesten stappen, reisden we naar de luchthaven van Mexico-Stad. Ik had de dag ervoor al met de Lufthansa-applicatie ingecheckt, maar voor ons gemak haalden we instapkaarten bij de incheck-balie. Zowel de vlucht naar Frankfurt als naar Brussel was netjes op schema. Er werd tijdens de intercontinentale vlucht net gedaan alsof het nacht was, terwijl het in Europa al ochtend was. Makkelijk voor het personeel, makkelijk voor de passagiers, maar niet handig om de gevolgen van een jetlag te beperken. Ik bleef echter de hele nacht op. Tijdens het wachten in Frankfurt kocht ik elektronische treintickets met de NS International App voor de internationale trein naar huis. De treinen lieten ons gelukkig niet in de steek, dus we waren snel weer thuis, waar het koud was 🙁
https://goo.gl/photos/SV7KshYek7Q21iR78
https://goo.gl/photos/Zn1rXDC7uvSBgGXf6
https://goo.gl/photos/zakqEaNAueUdxJtG6
Een kapper heet in Mexico meestal “estética” (vooral de vrouwenkapper), in plaats van het elders in Latijns-Amerika gebruikelijke “peluquería” (kapper).
Uiteraard was er in Mexico-Stad een goede 4G LTE-verbinding van Movistar. De matige Wi-Fi-verbinding in het hotel werkte maar af en toe naar behoren.