Zitácuaro, Valle de Bravo

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Zitácuaro, Valle de Bravo
dec 132016
 

We konden gelijk in de bus naar Zitácuaro (1942 meter, 175.000 inwoners) stappen en na ongeveer een uur en een kwartier stapten we een paar blokken voor het centrum uit.

We sliepen in het goede en betaalbare hotel Lorentz.

Zitácuaro was niet erg interessant, maar we hadden al teveel gereisd om nog verder te willen reizen. In en naar de stad werd een nieuwe (hoofd)weg aangelegd. Gezien de staat van de oude weg was dat geen overbodige luxe.

De volgende dag gingen we na het ontbijt op weg naar Valle de Bravo (1825 meter, 25.000 inwoners). Eerst met een combi naar het busstation en daarna met een bus richting Toluca naar “El Monumento”, een “cruce” (kruispunt) met een monument. De bus nam de bochtige “libre” (vrije) weg door sparrenbossen en met mooie uitzichten in plaats van de rechte “cuota” (betaalde) weg. Nadat een ambulante verkoper de bus was rondgegaan, kreeg de chauffeur een gratis zakje pinda’s. Langs de weg zagen we “árboles de Navidad” (kerstbomen) en rendieren van hout en mos te koop aangeboden. Hier en daar zagen we een schaapsherder(in). Met een taxi (chauffeur en vijf passagiers) vervolgden we onze weg, wederom over een bochtige weg door sparrenbossen, naar Valle de Bravo. Hanneke zat ongemakkelijk voorin tussen de chauffeur en een medepassagiere. Het leek erop dat de mensen zich een beetje schaamden dat we zo ongemakkelijk moesten zitten. Het laatste stuk was langs een groot stuwmeer, waar ook het stadje aan ligt.

We sliepen in posada familiar Mary, gevestigd in een mooi koloniaal gebouw, waar alles prima in orde was. We hadden een mooi uitzicht op het levendige centrale plein. De muren waren vrolijk geel/oranje geverfd. Ik had iets verkeerds gegeten, dus een vrolijke noot kwam wel goed uit.

Valle de Bravo is een gezellig stadje, met straten van kinderhoofdjes, met een leuke markt, met als bonus dat het aan een groot stuwmeer ligt.

https://goo.gl/photos/pTh96s8SpbNiWmFm7

https://goo.gl/photos/ignvY8sCnEssbAZz6

In Valle de Bravo was het zonnig en warm en zelfs ’s ochtends en ’s avonds konden we in een T-shirt naar buiten. In Zitácuaro was een vest wel nodig.

In zowel Zitácuaro als Valle de Bravo was er een stabiele 3G HSDPA mobiele internetverbinding. In hotel Lorentz was er bij de receptie Wi-Fi beschikbaar, in de kamer helaas niet. In de posada familiar Mary was er geen Wi-Fi beschikbaar.

Mariposa Monarca

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Mariposa Monarca
dec 112016
 

De combi, die voor de deur van het hostal langskwam, worstelde de lange weg (ca. 4 km) door het drukke verkeer van de stad naar “central” aan de rand van de Patzcuaro, waar we een bus naar Ciudad Hidalgo (2060 meter, 110.000 inwoners) namen. De reis kostte ruim twee uur. Een stuk ging over een bochtige weg door een heerlijk geurend sparrenbos naar beneden. Aangezien het zonnig warm was, was de koele lucht van het bos welkom. De groene staat Michoacán beviel ons goed!

We kochten een onsje “arándano” (blauwe bosbes) met bruine en witte chocolade (vergelijkbaar met chocoladerozijnen). We aten een aangepaste “hamburguesa vegetariana” en een “ordén de papas” (een portie verse friet) en dronken “raspado tamarindo” (schaafijs met tamarinde).

Tamarinde

We sliepen heerlijk in het uitstekende driesterrenhotel Morenita, een paar blokken van het centrum. Het was het beste bed tot dan toe. We kozen er bewust voor om niet in het vijfsterrenhotel een paar deuren verder te slapen, ook al was de prijs vergelijkbaar. Behalve dat het een hoog gebouw was, houden we niet zo van de onpersoonlijke sfeer in zulke hotels.

Ik liet mijn haar knippen, wat inmiddels wel nodig was, door een oudere man die al 44 jaar in het vak zat. Voor de prijs die ik in Nederland betaal, kan ik mijn haar in Mexico zeven keer laten knippen.

De volgende dag reisden we met een lokale bus, die op zijn gemak een niet al te beste weg volgde, naar het dorpje Aporo, waar we in het begin van de middag quesadillas en sopa de Tarasco aten. Met een combi reisden we door naar het mijnwerkersdorpje Angangueo (2560 meter, 10.000 inwoners), waar we sliepen in het eenvoudige maar functionele casa de huespedes (gastenhuis) El Paso de la Monarca. De betonnen trap naar boven was drie keer met verschillende kleuren betonverf geverfd en door slijtage waren alle drie de kleuren inmiddels zichtbaar geworden. Het warme water, slechts één temperatuur, voor de douche was op aanvraag, want er moest een geiser aangestoken worden. Zeker gezien de prijs van het hotel, meer een posada, was alles prima in orde.

Hoewel er veel moeite was gestoken in de levensgrote beelden van flessen, doppen en melkpakken (zie foto’s) stelde het feest van het dorp op de zondag dat wij er waren niet zoveel voor.

Ik had verwacht dat Angangueo toeristisch zou zijn, maar dat was het eigenlijk helemaal niet.

Mariposa Monarca

Na een goede nacht slapen en een goed ontbijt, gingen we al vroeg met een bus richting Tlalpujahua en stapten we na ongeveer een kwartier uit nabij het natuurreservaat voor de mariposa (vlinder) Monarca. Het gras langs de weg was wit bevroren. We liepen een minuut of twintig omhoog naar de ingang van het park, waar we paarden huurden voor de laatste honderden meters omhoog (3350-3400 meter). In de bomen zagen we duizenden, misschien wel miljoenen, Monarchvlinders. Door de warmte van de zon gingen ze vliegen. Later werd het bewolkt en werd het weer stil.

Zo’n 150 miljoen vlinders vliegen in vier à vijf weken vanuit de VS en Canada naar Mexico en overwinteren in de bomen van het natuurreservaat, waarschijnlijk vanwege de temperatuur en de vochtigheid. In januari en februari produceren zij hun nageslacht, dat terug vliegt. De vlinders hebben een korte levensduur, dus de klein-klein-kleinkinderen vliegen weer terug om te overwinteren. Waarom de vlinders dit precies doen en hoe zij navigeren is tot op de dag van vandaag een mysterie.

Op de terugweg hadden we helaas een discussie over de prijs van de paarden, ondanks dat de prijs vooraf duidelijk afgesproken was. Ik betaalde de afgesproken prijs gepast en liep gewoon weg, terug naar de weg. We hoefden niet lang te wachten op transport terug naar het dorpje, waar we onze rugzakjes ophaalden en nog wat aten.

https://goo.gl/photos/W4oebe3MpPH23cG6A

https://goo.gl/photos/BDosPs46MNuWwQng9

https://goo.gl/photos/XsS138kPGCrWFQWZ8

https://goo.gl/photos/VnmnNuZ3BweozQHL8

De route die wij volgden vanaf Ciudad Hidalgo naar de Monarchvlinders zoals boven beschreven is veel sneller, goedkoper en eenvoudiger dan die in de reisgidsen staat. Het vereist wel enige beheersing van de Spaanse taal, want je moet vragen waar en wanneer de bussen en combi’s precies vertrekken.

In het Cuidad Hidalgo was er een stabiele 3G HSDPA internetverbinding van Movistar. In het hotel was er een zwakke Wi-Fi-verbinding.

In Angangueo was er geen signaal van Movistar. In het hotel was er een prima Wi-Fi-verbinding.

Ik gebruik op reis gemiddeld ongeveer 20 MB per dag aan mobiel internet.

Morelia

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Morelia
dec 092016
 

​Ik deed de deur open van een combi naar “central”, het busstation,  die op het kleine plein van Patzcuaro in de rij stond. Even later werd de combi door een agent aangehouden, omdat hij op het plein gestopt was. Ik heb snel gezegd dat het “mi culpa” (mijn schuld) was en gelukkig kreeg de chauffeur daarom geen “multa” (boete). Normaal gesproken stopt een combi op een willekeurige plaats, hetgeen ook vaak aangegeven wordt met de tekst “paradas continuas” (continue stops), maar blijkbaar was er een regel dat er niet op het plein gestopt mocht worden. Op “central” konden we binnen vijf minuten weg met een “económico” bus naar de stad Morelia (1920 meter, 785.000 inwoners). Na een minuut of vijf, op het kruispunt bij highway 14, moesten we onverwacht overstappen op een andere bus. We stapten, net als de meeste mensen, ruim voor het busstation aan de rand van de stad uit. Hanneke droeg de etenswaren voor een oudere dame en kreeg daarvoor een zakje gesuikerde pinda’s aangeboden. Een aardige (christelijke?) jongedame wees ons de combi naar “el centro” en stond erop om deze voor ons te betalen.

De stad Morelia is genoemd naar José María Morelos. Dit is zijn handtekening:

We bezochten el acueducto, een aquaduct bestaande uit 253 bogen met een lengte van meer dan 1700 meter. Het aquaduct eindigt bij Fuente de las Tarascas (een bekend fontein) en is het grootste en belangrijkste aquaduct van Mexico. We liepen door het aangrenzende Bosque Cuauhtemoc, een groot stadspark. Voor het kinderziekenhuis was er een provisorisch tentenkamp van plastic zeilen waar ouders van zieke kinderen verbleven.

De volgende ochtend bezochten we Museo Regional Michoacano. Beneden in het koloniale gebouw was een prachtige archeologische collectie van de oude Tarascocultuur (vanaf 1500 voor Christus). Boven waren er voorwerpen van de Spaanse overheersers, die deze cultuur vernietigden. Het was een schril contrast in sfeer: beneden prachtige keramieke beeldjes, boven schilderijen van lelijke, soms pafferige overheersers. Helaas was het Museo del Estado (het museum van de staat Michoacán) gesloten voor een verbouwing.

Net als in sommige andere grote steden kwamen we mensen met draaiorgels tegen. De orgels worden letterlijk met de hand aangedreven en zijn vaak oorkwetsend vals. De kerstdagen waren in aantocht, dus er was veel versiering en verlichting en er waren levensgrote kerststallen, vooral op de pleinen.

We aten bij restaurante “Vegetalia” van een vegetarisch buffet. Enigszins tot onze verbazing was er een drankje en een toetje voor het weinige geld inbegrepen. De volgende dag aten we uitstekend in het restaurant Pozole een paar deuren verder dan het hotel, dat al bestond sinds 1970.

We sliepen in het eenvoudige, maar gezellige Hostal San Fransiskuni, waar we het moesten doen met een gedeelde badkamer (gedeeld met maar weinig mensen). De douche was klein, maar lekker warm. De kamer, met de naam “Tzintzuntzán” (“plaats van de kolibrie”, wat de naam van de laatste grote hoofdstad van de Tarasco’s was), was niet groot, maar we hadden een ruim dakterras met een mooi uitzicht recht voor de kamer. De hulp ontving ons en was duidelijk wat zenuwachtig dat ze het zonder “la jefa” (het hoofd, de bazin) moest doen. We spraken hier voor het eerst wat langer met andere toeristen, o.a. met een jongen uit Zwitserland, die meedeed aan een studie-uitwisselingsproject in Colombia. Er was een mooie wasbak, dus het was een mooie gelegenheid om de was te doen.

https://goo.gl/photos/tfayqmTh5SZ2GWE47

https://goo.gl/photos/XEN6Nf4bcUjARkdZ9

Het was heerlijk zonnig weer. De temperatuur was 22-23 graden.

Er was een betrouwbare HSDPA mobiele internetverbinding van Movistar en een goede Wi-Fi internetverbinding in de hostal. De Wi-Fi-verbinding wordt automatisch gebruikt om nieuwe foto’s te uploaden. Later plaats ik die dan in albums per plaats en/of bezienswaardigheid.

Het ziet er naar uit dat we zonder problemen naar huis kunnen over een dag of tien. Misschien wel jammer …

Lago de Patzcuaro

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Lago de Patzcuaro
dec 072016
 

Ik betaalde stadsbus 27 naar “central de camionera” (busstation) met gepast geld. Op de bus naar het stadje Patzcuaro (2140 meter, 80.000 inwoners) hoefden we maar vijf minuten te wachten. De bus reed niet al te snel, gemiddeld zo’n 60 km/u, over een bochtige weg door een prachtig gebied met veel bomen en af en toe een mooi uitzicht. We zagen diverse adelaars vliegen, die meestal met zijn tweeën zijn. Nabij de dorpjes waren er grote gebieden met avocadobomen. We stapten uit aan de rand van de stad, waar de meeste mensen uitstapten. Een aardige mevrouw wees ons de combi naar het centrum aan. In de krappe combi werden de centjes handje voor handje doorgeven aan de chauffeur en kwam het wisselgeld netjes terug. Als er iemand instapt, dan klinkt er steevast “buenos días”, “buenas tardes” of “buenas noches” (goedemorgen, -middag of -avond). We hebben Mexicanen niet anders gezien dan vriendelijk en hulpvaardig.

Het stadje heeft een “plaza grande” (groot plein) en een “plaza chica” (klein plein). Aan en op het kleine plein is er een gezellige, grote markt, waar dagelijks van alles verkocht wordt en waar je van alles kunt eten. Er werden ook mos en diverse andere artikelen voor kerststalletjes verkocht. De stad wordt verlicht met natriumlampen, wat ’s avonds en spookachtige sfeer geeft.

De volgende ochtend bezochten we de Pirámides de Ihuatzio van de Tarasca cultuur. We hadden erg geluk, want we hoefden de ruim een kilometer lange toegangsweg niet heen te lopen, want een aardige man bood ons spontaan een gratis lift aan, net nadat we uit de combi naar het dorpje waren uitgestapt. In de omgeving woonden mensen vanaf de 10e eeuw na Christus. Er zijn twee piramides, een grote “plaza de armas” (plein), nu een netjes gemaaid, droog grasveld, en diverse andere constructies, waaronder een observatorium. Er zijn nog nauwelijks opgravingen gedaan. We waren de enige bezoekers. Het was heerlijk stil, maar ook behoorlijk warm. We begrepen wel waarom veel mannen hier een sombrero dragen (sombra = schaduw) en sommige vrouwen een hoed. Wij beschermden onszelf tegen verbranding, of erger tegen een zonnesteek, met een (reis)hoofddoek.

Later in de middag gingen we met een combi naar “muelle general” (de algemeen pier) en daarna met een “barco” (boot) over Lago de Patzcuaro, dat bruin/rood gekleurd is, naar het bewoonde eiland Janitzio (1910 inwoners). De meeste mensen gingen rechtstreeks naar boven, naar een monument, maar wij liepen het eiland eerst op ons gemak rond, genietend van het mooie licht. Eerst aan de zonzijde en later aan de schaduwzijde (de zon stond al laag). Hoewel de indianen die op het eiland leven exclusief van toerisme leven, hadden wij een goede ervaring. Niettemin is de hoofdtrap naar het monument gewoon een toeristenfuik, want bovenop kun je namelijk geen kant meer op. De meeste constructies zijn gebaseerd op beton en hout, dus weinig authentiek. We roken op veel plekken de geur van een houtvuur, waarschijnlijk de goedkoopste en/of meest praktische manier van koken en verwarmen. Goederen worden net als mensen met motorboten vervoerd.

We aten heerlijk bij restaurante Eclipse. Vooraf hadden we sopa Tarasca, een heerlijke, lokale bonensoep. Het hoofdgerecht was niet alleen mooi, maar ook lekker. De volgende ochtend ontbeten we heerlijk in een restaurantje van een katholiek echtpaar om de hoek bij het kleine plein. Uiteraard onze favoriet: “huevos rancheros”. In het algemeen hebben we weinig te klagen over het eten in Mexico, integendeel. De Mexicanen zijn overigens gek op “dulces” (zoetigheden) getuige de vele winkeltjes en kraampjes die dit exclusief verkopen.

We sliepen in de eenvoudige Posada Las Rosas, waar we als familie werden ontvangen, een groot verschil met het viersterrenhotel dat we eerder bekeken, waar ons een ongezellige kamer zonder buitenlicht werd aangeboden, die niet veel groter was dan in de posada, maar wel drie keer zoveel kostte. De bedden waren echter harder dan we gedacht hadden en de kamer was ’s nachts koud, omdat de ramen niet goed afgekit waren, dus verplaatsten we de volgende dag naar de betere, meer centraal gelegen Posada de San Agustin aan het kleine plein, om de hoek bij de markt en het kleine plein. Daar was alles heel schoon en er waren extra dekens, zodat we het niet koud hadden. Anders was er wel de heerlijke warme douche met ruim water.

https://goo.gl/photos/TbuYLqfDoPPTz8YK8

https://goo.gl/photos/dsytPXZaEtg7zFC16

https://goo.gl/photos/PY7eVXyQhsVfbHiTA

We hoorden vaak “pase usted” (komt u binnen), gek genoeg ook bij marktkraampjes.

Patzcuaro was een prettige stad, niet te klein, zodat er weinig voorzieningen zijn en niet te groot, zodat het niet te druk is.

Het mobiele internet van Movistar schakelde voortdurend heen en weer tussen een niet werkende 2G EDGE en een goed werkende 3G HSDPA verbinding. Er is echter een truc om een 3G-verbinding te forceren op Nexus- en sommige andere toestellen: kies *#*#4636#*#* in de telefoonapplicatie, selecteer “Telefooninformatie” en selecteer “WCDMA only” bij “Voorkeursnetwerktype”. Van de andere instellingen kun je beter afblijven! Met deze applicatie kan het servicemenu eenvoudiger worden opgeroepen.

Wij betaalden voor een overnachtingsplek van ca. 10 euro (posada) tot ca. 40 euro (viersterrenhotel). Een goed ontbijt kost minder dan 3,50 euro. Als je ontbijt met vaak uitstekende, niet heel zoete, behoorlijke grote haver(pecannoten)koeken en een koffie, dan minder dan een euro. Een goede middagmaaltijd kost minder dan 5 euro. Een avondmaaltijd vinden, is vaak lastig gebleken, tenminste als je geen pizza’s wilt eten. Quesadillas zijn vrijwel altijd te krijgen voor ca. 75 cent per stuk. Kleine pizza’s, die naar onze gewoonte groot zijn, kosten in een restaurant rond de 5 euro. Een fles water van 1,5 liter kost rond de 50 cent.

Uruapán

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Uruapán
dec 062016
 

We kochten om 9:20 uur kaartjes voor de bus naar de stad Uruapán (1620 meter, 315.000 inwoners, uitgesproken als oerwapàn) en we kregen kaartjes voor de bus van 9:15 uur, die om 9:30 langskwam. Na drie kwartier stapten we aan de rand van de stad uit, een heel stuk voor het busstation. Met een stadsbus vervolgden we onze weg naar het centrum.

Na het eten van een heerlijke quesadilla bezochten we het aardige Museo de los Cuatro Pueblos Indios (het museum voor de vier indianendorpen), dat gevestigd is in een mooi gerenoveerd gebouw met authentieke “murals” (muurschilderingen). Daarna bezochten we Fábrica San Pedro, een oude textielfabriek uit 1896, die nog op kleine schaal in gebruik is. Twee wat oudere mannen waren bezig met handmatig weven (zie filmpjes). In de kelder van het gebouw was een gigantische verzameling van voorwerpen, onderdelen en machines die in de lange geschiedenis van de fabriek gebruikt werden. Heel urbex en heel fotogeniek!

Ik dronk thee van Árbol de Víbora of Raíz Azteca, een boom met een mooie tekening binnenin (zie foto’s). Het schijnt o.a. goed voor de nieren te zijn. De stopcontacten in een restaurantje waar we wat dronken, waren afgeplakt. Blijkbaar was het opladen van telefoons ongewenst.

De volgende dag bezochten we Barranca del Cupatitzio, een klein nationaal park, dicht bij de stad. De hoofdingang begint bij een mooie blauwgekleurde  bron, die het begin is van Rio Uruapán. Vele stroompjes komen samen met de hoofdstroom. Er zijn diverse grotere en kleinere watervallen. Het rustige (sub)tropische park verschilt erg van de drukke stad. Heen, naar boven,  gingen we met een stadsbus, terug te voet.

We sliepen in Posada Morelos, een paar blokken van en wat lager dan het centrum, waar we heel vriendelijk werden ontvangen en geen vraag teveel was. Op de vloer lagen roze marmeren tegeltjes met witte adertjes. Het plafond was van houten balken en planken. Zoals in bijna alle hotels bestond het beddengoed uit een sprei, wollen dekens en lakens. De kussens zijn van wisselende kwaliteit, maar in deze posada waren ze heel stevig, stevig genoeg voor platte oren. Ook opmerkelijk is dat veel hotels een dekseltje op het putje in de douche hebben tegen vieze luchtjes. In dit hotel was een “seccion amarilla” (gouden gids) aanwezig.

https://goo.gl/photos/6RJ5mSFEsDpKPGZc8

https://goo.gl/photos/LcHhmEYotm5sXqiY9

https://goo.gl/photos/AgUsDARWt43z53TS6

https://goo.gl/photos/7BTDyNM3jTy1nADu9

Uruapán was een prettige stad om te verblijven met veel bezienswaardigheden in de nabijheid. De mensen waren wat minder dik dan in andere steden. De automobilisten reden meestal heel rustig en waren zeer hoffelijk.

Er was een betrouwbare 3G HSDPA mobiele internetverbinding van Movistar en een goede Wi-Fi internetverbinding in de posada.