Een amateur-archeoloog in Tabasco

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Een amateur-archeoloog in Tabasco
nov 282016
 

Met een bus van Omnibus Mexicanos reisden we in ongeveer een uur door naar het dorpje Tabasco (1500 meter, 20.000 inwoners). De gelijknamige saus dankt zijn naam aan de staat Tabasco, niet aan het dorpje dat in de staat Zacatecas ligt. De reis ging eerst door een bergachtig landschap met mooie vergezichten, wat bergachtiger en groener dan voorheen. We passeerden een groot, onregelmatig gevormd bergmeer. We zagen diverse adelaars die op jacht waren, soms dichtbij de bus.

We overnachtten in het zeer betaalbare tweesterrenhotel Los Arcos in een ruime kamer met daglicht in een kingsize bed. Het plafond was hemelsblauw geverfd en de muren zandkleurig geel. De meubelen en deuren waren van donker, gelakt hout. Alles was goed verzorgd en schoon. Alleen de verlichting en de staat van de kast lieten wat te wensen over. Hoewel de douche ruim was, gold dit niet voor het warme water. Het hotel is aan een drukke straat, maar we weten uit ervaring dat het verkeer na een uur of tien ’s avonds nagenoeg stilvalt en pas later op de ochtend weer begint.

Er was een zonnig balkon, dus het was een goede gelegenheid om onze kleren te wassen. Het wasgoed was in de warme zon snel droog. De truc met wassen onderweg is het gebruiken van (hand)zeep i.p.v. een wasmiddel. Zeep maakt net zo goed schoon als een wasmiddel, maar is veel makkelijker uit te spoelen. In de meeste hotels ligt er bij de handdoeken ook al een stukje zeep klaar.

Veel goede eetgelegenheden waren er niet in het dorpje, maar bij toeval vonden we een prima restaurant waar al het eten dat je bestelt vers wordt gemaakt. Een kleine aanpassing aan een gerecht op het menu om het vegetarisch te maken was geen enkel probleem. Voor het eerst dronken we een biertje, een Corona Extra (“La cerveza mas fina”, het fijnste bier, “hecho en Mexico”, gemaakt in Mexico). ’s Avonds aten we in een klein restaurantje onder een golfplatendak een paar blokken van het centrum twee lekkere quesadillas met wat ui en een pikante saus. Ze waren met liefde door een aardig echtpaar vers gemaakt. ’s Ochtends aten we in het marktgebouw een gordita nopales, een soort cactus die enigszins smaakt als snijbonen. We dronken er een warme “avena” (haver) -drank bij.

Aan het einde van de middag liepen we willekeurig door wat straten aan de rand van het dorpje. Een jongeman op een motor dreef een aantal koeien op, wat een aardig gezicht was. Hij stopte, zette zijn motor uit en vroeg of we zijn archeologische collectie wilden zien. De lokale bevolking is daar niet echt in geïnteresseerd, maar wij natuurlijk wel! In vijf jaar tijd had hij honderden voorwerpen “en el campo” (op het platteland) gevonden. Van “petrificado” (versteende) (dinosaurus?)botten tot ceremoniële Aztek voorwerpen en beeldjes (zie foto’s). Alles lag wat rommelig in en op een vitrinekast in de slaapkamer van zijn dochter. Hij zocht de mooiste stukken voor ons uit en legde ze op een witte en roze jurk van zijn dochter zodat we ze goed konden fotograferen. Hij wil er geen tentoonstelling van of een website voor maken, want hij is bang dat de overheid dan alles in beslag gaat nemen.

Ook in dit dorp zijn er diverse prominent aanwezige “farmacias” (apotheken). Zoals in meer Latijns-Amerikaanse landen worden er net zoals bij onze drogisten ook allerlei andere zaken verkocht. Sommige apotheken lijken meer op een supermarkt.

https://goo.gl/photos/PEEk84xd7FFBSS1i7

https://goo.gl/photos/w9Jbk4wS53C6qYa58

In Tabasco was er wel een Movistar-signaal, maar geen mobiel internet. In het hotel was er een redelijk goede Wi-Fi-verbinding.

Villanueva – weg uit de stad

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Villanueva – weg uit de stad
nov 272016
 

We zochten een combi (klein busje) naar het plaatsje Jerez, maar vonden een combi naar het dorpje Villanueva, nabij plaza Bicentinario (het tweehonderdjaar plein). Aangezien er twee wegen door de bergen naar het zuidelijker gelegen Guadalajara lopen, veranderden we gewoon onze bestemming.

In ongeveer een uur bracht de combi ons over een vrij rechte, golvende snelweg naar het busstation van Villanueva. (Nueva = nieuw, maar dat is relatief, want het dorpje werd in 1692 gesticht.) Het landschap was prachtig met lage struiken, enorme cactussen, die vaak meer op bomen leken, en op de achtergrond bergen. Er stapten vooral jonge gezinnetjes in en uit de combi, die zonder uitzondering allemaal even vriendelijk waren.

Op een busstation keken we eerst naar mogelijke bussen voor de volgende dag. Je kunt hier niet verwachten dat er elk kwartier een bus vertrekt. Overdag gaat er elke twee uur een bus van Omnibus naar Jalpa, ongeveer halverwege naar Guadalajara, dus dat viel mee.

We verkenden het authentieke dorpje (1900 meter, 32.000 inwoners), waar vele mannen en sommige vrouwen met hoeden lopen. De mensen zijn nieuwsgierig en keken ons soms na. Blijkbaar komen hier weinig toeristen. Het plaatsje staat dan ook niet in de reisgidsen. Een praatje is gauw gemaakt en de mensen zijn onveranderlijk vriendelijk en hulpvaardig. We liepen langs de rivier waarin weinig water stond, maar gezien de stenen verstevigingen is dat wel eens anders. Een doorgaande weg, die niet altijd doorgaand zal zijn, liep dwars door de rivier. Aan een oever was een kleine groenten- en fruitmarkt. Er is een marktgebouw, waar diverse dingen, waaronder lokale zoetigheden, zoals gekonfijte kalabas, werden verkocht. Het centrum is levendig en ’s avonds sfeervol verlicht met energiezuinige ledverlichting. Veel huizen waren nog gebouwd met adobe. We bezochten de kerk, waar een prettige sfeer heerste en aparte afbeeldingen van Jezus en Maria te zien waren (zie foto’s). Op plaza Principal (het hoofdplein) speelde een band niet heel erg zuiver. We genoten van een prachtige zonsondergang en maakten vele mooie foto’s. Leuk was het elektronische carillon, dat elk uur een andere melodie speelde.

Tot nog toe verbleven we in vrij moderne steden. Het uiterlijk en de sfeer in een dorpje is uiteraard heel anders. De lucht is schoner, want er is minder verkeer. De mensen zijn minder afstandelijk en hoewel ze wat afwachtend zijn, zijn ze bijzonder aardig als je contact met ze maakt. We zijn ook dichterbij de natuur. Tegen zonsondergang zagen we grote zwermen zwarte vogels, die mooi oplichtten in het gelige licht. Ook zagen we een paar adelaars.

We kochten koffie en heerlijke, versgebakken koekjes bij een warme bakker. Je krijgt een metalen schaal en een tang waarmee je de koekjes naar keuze uit goed afgesloten vitrinekasten kunt pakken. Bij de kassa worden ze ingepakt. De koffie tap je zelf in een schuimrubberen isoleerbeker.

We sliepen in hotel Fina, één van de weinige hotels in het dorpje. De kamer was ruim, maar had geen buitenramen, alleen een raam dat uitkeek op een gesloten patio. De muren en het plafond waren gepleisterd met cement en crème geverfd. Het bed was van cement en bruin geverfd. De wc, wastafel, zeepbakjes en handdoekhaken waren eveneens bevestigd met cement. Er stond een ouderwetse, grote tv, die we niet hebben gebruikt. We keken onze favoriete series op onze telefoontjes die ik eerder gedownload had. De elektriciteit werd verzorgd door provisorisch aan de muur opgehangen witte twee-aderige kabels die op diverse plekken met zwarte plakbandjes aan elkaar waren gezet. Ik durfde de eerder aangeschafte dompelaar (2000 watt / 127 volt = 15,75 ampère) niet te gebruiken (en de bakker was dichtbij). Alles was netjes schoon en verzorgd en zoals beloofd was er warm water. In de patio stond “agua purificado” (gezuiverd water) voor algemeen gebruik.

Het was heerlijk weer met een strak blauwe hemel en weinig wind. Overdag was het ongeveer 25 graden en ’s nachts ongeveer 5 graden.

We hadden het hier erg naar ons zin.

https://goo.gl/photos/JqwdUH6dKZ5UkGnVA

Het mobiele internet van Movistar werkte, maar met een langzamere 2G EDGE verbinding (minder dan 1 KB/s). Het restaurantje naast het hotel had echter een redelijk goede Wi-Fi verbinding.

Koloniaal Zacatecas

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Koloniaal Zacatecas
nov 252016
 

Met een luxe bus, dit maal van de maatschappij Omnibus, reisden we over een goede snelweg in ruim twee uur van Aguascalientes naar Zacatecas (2430 meter, 140.000 inwoners). Onderweg zagen we veel landbouw, waaronder maïsteelt, die nu vanwege het seizoen, net als bij ons herfst, stilligt. Links en rechts was er een lange bergketen te zien. Aan het eind stegen we een stuk door een mooi landschap met lage struiken en enorme cactussen. De bus werd na een tolpoort door het leger gecontroleerd, waarschijnlijk bij een staatsgrens.

Met ruta 8 (bus 8) gingen we vanaf “central de camiones” (camion = vrachtauto, waar de stadsbussen wel iets van weg hebben) naar Jardín Independencia, dat gezien wordt als het centrum van de stad. Stadsbussen worden hier simpelweg met een paar munten aan de chauffeur betaald.

We aten bij de drukke comida (eetgelegenheid) Doña Julia prima gorditas met mole (cacao, maar dan niet gezoet), frigoles (bonen) en huavo (ei). We dronken horchata. Ook de koffie was goed, want het was “Café de olla” (koffie van pot).

We vonden een mooie overnachtingsplek in Posada del Carmen, waar de fijne, betaalbare kamers geen nummers maar namen hebben. Onze kamer heette “Perpetuo Socorro” (eeuwigdurende hulp). Er waren enige gezellige white wash meubelen. De douche was heerlijk warm, maar heel erg schoon was de kamer niet. De envelopjes voor de “propina” (fooi) hebben we bij de vieste plekken achtergelaten.

We gingen naar de “teleférico” (kabelbaan) die over de stad naar Cero de la Bufa, een rotspartij, loopt. De kabelbaan werd gerenoveerd, dus we moesten het met het mooie uitzicht vanaf het station van de kabelbaan doen.

Een stukje verderop is “Mina el Edén“, één van de rijkste zilvermijnen van Mexico, die in bedrijf was van 1586 tot in de zestiger jaren. De lokale bevolking, inclusief de kinderen, werd lange tijd vreselijk uitgebuit. Aangezien we al in Bolivia een primitieve zilvermijn hebben gezien, waren we niet echt geïnteresseerd in een rondleiding. Waarschijnlijk zouden we daarmee ook alleen maar de rijke eigenaar hebben gesponsord.

We liepen door kleine straatjes aan het einde van de dag met mooi licht om foto’s te maken. De kathedraal is aan de buitenkant meer bewerkt dan ik ooit gezien heb. De binnenkant is heel wat soberder. Zacatecas staat terecht op de werelderfgoedlijst. Er zijn heel veel indrukwekkende koloniale gebouwen en enorme, imposante kerken. De stad is rijk (geweest), dus alles is (nog) in goede staat.

We aten een overheerlijk Mexicaans buffet. Het is een goede manier om wat meer groenten te eten en kennis te maken met (lokale) Mexicaanse gerechten. We dronken jamaica.

We bezochten Museo Pedro Coronel, dat gevestigd is in een zeventiende eeuwse school, een prachtig koloniaal gebouw. Er is een grote collectie met werken, onder andere van Picasso, Kandinsky, Dalí en Goya. Helaas mochten we maar van een klein deel van de collectie foto’s maken. Grappig was de tekst bij de wc: “urinaire” anonimo exposicíon temporal” (urinoir, anoniem, tijdelijke tentoonstelling).

We ontdekten nog net op tijd dat het Nederlandse Wikipedia artikel over Manuel M. Ponce onjuist is. Het museum is niet in Fresnillo, maar in Zacatecas. Het museum besteedt ook aandacht aan zijn leerling Carlos Vásquez. Bij toeval ontdekten we ook nog een levensgroot Manuel M. Ponce bronzen beeld op een metalen bankje in een park.

We hoorden weer het fluiten van een trein, maar we hebben tot nog toe nog geen trein gezien. Zeer waarschijnlijk vervoeren de treinen etsen van de mijnen.

We vonden Zacatecas een aangename en mooie stad, meer dan het drukkere en krappere Guanajuato. De stad wordt vooral bezocht door Mexicaanse toeristen. Slechts heel af en toe komen we buitenlandse toeristen tegen.

De hemel was strakblauw, maar de wind was soms fris. In de zon was het warm, maar aan het begin en einde van de dag hadden we onze fleecevesten nodig. Overdag was het 20-22 graden, ’s nachts 4-5 graden.

https://goo.gl/photos/FuaNSzLimggc5fEj6

https://goo.gl/photos/ZDAH5Xoq7L5MG9XZ7

https://goo.gl/photos/mRsJ5Fnmkp7EAEJR7

Sommige straten/streken van Mexico kunnen we beter niet bezoeken.

Aguascalientes – Museo de la Muerte

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Aguascalientes – Museo de la Muerte
nov 232016
 

In ruim een uur reisden we, met een kleine vertraging door een vrachtauto waarvan de motor in brand was gevlogen op highway 45, naar de stad León, beroemd om zijn leer (schoenen, tassen, etc).

We aten een lekkere groentencrèmesoep en “enchiladas de quesos” (een bepaalde vorm van een tortilla, in dit geval gevuld met kaas) als lunch, die prima smaakte. Voor lekker eten kun je rustig naar Mexico gaan! Als je geen maïs lust, is Mexico minder ideaal. Als je last hebt van coeliakie dan juist weer wel. In wat betere restaurants kun je vaak kiezen tussen maïs en “harina” (tarwemeel).

Omdat we niet echt geïnteresseerd waren in lederen producten en er verder in León niet zoveel te beleven is, besloten we door te reizen naar de stad Aguascalientes (letterlijk: warm water, naar de warmwaterbronnen). We kochten kaartjes voor een eersteklas Primera Plus bus, met luxe stoelen met veel beenruimte, stroom, Wi-Fi, een wc en een persoonlijk entertainmentsysteem, bijna zoals in een vliegtuig voor een intercontinentale vlucht. Na ruim twee uur had de bus de 130 kilometer afgelegd. Met een stadsbus reisden we van het busstation naar het centrum.

We verkenden het centrum en aten heerlijke pannenkoeken met vier kazen en pittige chimichurri als avondeten. We sliepen prima in het wat luxere hotel Alborada, waar we vriendelijk door de eigenaar Sergio werden ontvangen.

’s Ochtends aten we weer een “ranchero“, onze favoriet. In het restaurant Las Antorchas stond, zoals in meer restaurants staat, “Espacio 100% libre de Humo” (ruimte 100% vrij van rook). De koffiebroodjes waren ondanks dat dat gevraagd was niet inbegrepen.

We bezochten “Monumento a Manuel M. Ponce” op het centrale plein, een monument met een fontein en een borstbeeld gewijd aan de componist Manuel M. Ponce. Ook bezochten we, via de mooie Jardín de San Marcos (jardín = tuin, oftewel een park, waar we mooie, grote vlinders zagen vliegen), de Manuel M. Ponce straat. Helaas was het onduidelijk welk huis van de componist was.

We verhuisden naar het eenvoudiger en oudere hotel Asis (geen spelfout), vlakbij Jardín Zaragoza (een park) en Mercado Juarez en Teran (marktgebouwen), waar we een rustige, koele kamer achterin het gebouw hadden (en slechte Wi-Fi ontvangst). De douche was helaas koud in tegenstelling tot wat was beloofd. Mexicanen zijn dus niet altijd eerlijk.

’s Middags bezochten we het “Museo de la Muerte” (het museum van de dood). De Mexicanen lijken een fascinatie voor de dood te hebben. Groepen met (jonge) scholieren bezoeken het museum ook. In het museum is één van de twee Azteken kristallen schedels. Het meeste van de grote collectie vonden we niet zo mooi, m.u.v. de zaal met archeologische vondsten.

’s Avonds bezochten we het mooi verlichte, grote Palacio Municipal (gemeentehuis) aan het ruime Plaza Patria (centrale plein), waar binnen diverse enorme muurschilderingen te zien zijn, die de geschiedenis van de stad uitbeelden.

Helaas was het Museo del Juguete Tradicional Mexicana (traditionele speelgoedmuseum) gesloten.

Hoe verder we noordelijk gaan, des te beter lijkt het weer te worden. Misschien komt dat doordat we steeds verder bajío op reizen. Dit is een grote, vruchtbare hoogvlakte op zo’n 2000 meter hoogte. Het was overdag half bewolkt en 25 graden.

De muziek in Mexico is heel beschaafd, bijna romantisch. Zelden is de muziek op straat of in restaurants te hard. Er is op bepaalde momenten veel verkeer in de stad, maar gelukkig zijn de Mexicanen in het algemeen hoffelijk en rijden ze je niet voor de voeten.

Met een stadsbus, hier “camion” genoemd vanwege hun vrachtwagenvorm, reisden we terug naar het busstation (7,5 pesos per persoon, minder dan 40 cent).

https://goo.gl/photos/8RnN2MgFeaVVDRn77

https://goo.gl/photos/12wayQ2niE5vymZH7

Las Momias de Guanajuato

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Las Momias de Guanajuato
nov 222016
 

Na een heerlijke “rancheros” als ontbijt en een “Andatti” (100% arabica, verbouwd in Mexico) van Oxxo (een keten van winkeltjes die je overal vindt) verlieten we het hotel en liepen we naar het winkelcentrum naast het busstation. Vanwege onze rugzakjes werden we geweigerd. (We wilden onze rugzakjes ook niet afgeven, want we hadden geen dringende noodzaak om te winkelen.) Niet veel later vertrokken we met een “economico” (gewone) bus naar het stadje Guanajuato (2000 meter, ca. 170.000 inwoners, ca. 170 inwoners/km2), dat op de werelderfgoedlijst staat. Eindelijk een bus met goede bagagerekken! Voor het eerst was er een keurig geklede verkoper in de bus, die een heel verhaal over een gezondheidsproduct hield.

Met een grommende stadsbus, meer een ingebouwde vrachtauto, reisden we van het busstation aan de rand van de stad naar het centrum van de stad. We stapten ondergronds uit. Eigenlijk is er maar één doorgaande weg voor auto’s. De ene richting is bovengronds en de andere richting is ondergronds (= goot en tunnels). Het stadje ligt tegen/tussen de twee hellingen van een steil ravijn. Er zijn veel smalle, kronkelige straatjes met kleurrijke, koloniale gebouwen. Overal zijn pleintjes met kerken. De stad is van oorsprong een mijnwerkersstad. De meeste buurten zijn genoemd naar de oorspronkelijke mijnen. 30% van het zilver in de wereld is hier gewonnen.

We bezochten diverse hostals en hotels op zoek naar een overnachtingsplek. De eigenaar van hotel Embajador deed ons een aanbod dat we niet konden weigeren. Voor de prijs van een hostal mochten we in het aangename driesterrenhotel met een mooie, groene patio overnachten. De prijs was minder dan de helft van de prijs op booking.com (dat we alleen maar gebruiken om te kijken waar er hotels zijn).

Met een bus gingen we naar de andere kant van de stad, waar we het Museo de las Momias de Guanajuato bezochten. Er zijn 111 mummies in het museum, waarvan er 59 tentoon worden gesteld. De mensen, meest vrouwen, zijn tussen 1850 en 1950 begraven. Slechts één op de honderd is waarschijnlijk door het droge klimaat en misschien door de mineralen in de grond op natuurlijke wijze gemummificeerd.

We liepen langs de drukke hoofdstraat terug naar de andere kant van de stad, zodat we gelijk een goede indruk van de stad kregen. We bezochten Mercado Hidalgo, een markt in een grote ijzeren hal uit 1910.

We sliepen goed, het water van de douche was lekker warm en de zelfgemaakte Andatti koffie smaakte goed. We aten  “tlacoyo” (gebakken maïs en bonenpuree met zachte, brokkelige, witte kaas) buiten bij de markt als ontbijt. Er stonden flacons “gel antibacterial” om de handen te ontsmetten.

We bezochten het Museo Iconográfico del Quijote (Don Quichot), volgens de Lonely Planet maar een halfuurtje waard, volgens ons een paar uur waard. Er is een grote diversiteit aan prachtige werken uit verschillende tijdsperiodes en diverse kunstvormen. Het museum heeft meer dan duizend stukken in bezit, hoewel daar maar een gedeelte van tentoongesteld wordt.

Het was heerlijk halfbewolkt weer, alleen in het begin van de ochtend en later op de avond hadden we een vest nodig.

Mexico is een redelijk modern land met schone straten en redelijk goede wegen. Wij verblijven meestal in het historische centrum van een stad met mooie, oude gebouwen en imposante kerken uit de tijd van de Spaanse overheersing. Aangezien we al veel in Zuid-Amerika hebben gereisd, voelt dit voor ons vertrouwd aan.

Bussen, het voornaamste openbaar vervoer, zijn niet heel goedkoop, maar zijn van goede kwaliteit en rijden frequent. De bus tussen Irapuato en Guanajuato, een traject van ruim een uur, rijdt bijvoorbeeld overdag elke 20 minuten. ’s Ochtends zijn de straten verlaten, want de Mexicanen zijn niet echt vroege vogels.

We kochten een grote “calentador de inmersión” (dompelaar) voor 127 volt / 50 hertz / 2000 watt. De pan die ik bij mij had was te klein, dus gebruiken we een leeg, opengeknipt pak sinaasappelsap, een creatief idee van Hanneke, om water te koken voor havermout, thee en koffie.

Mobiel internet van Movistar blijkt prima te werken. In de steden is er tot nu toe altijd 4G (LTE) dekking met goede snelheden. De meeste toeristen kiezen voor het duurdere Telcel met in theorie een betere dekking. Het nadeel is dat het netwerk van Telcel vooral in de grotere steden vaak overbelast is. Overigens hebben we sinds Mexico-stad alleen maar wat toeristen in Guanajuato gezien.

https://goo.gl/photos/JWLzQ7qNNvwJBphk7

Let op
: de foto’s in het onderstaande album zijn luguber!

https://goo.gl/photos/Zbgf9tTE3GUoGudMA

https://goo.gl/photos/2EBB3kwwfJmDxPdU6
Misschien komen we wel later terug dan gepland …