Lago de Patzcuaro

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Lago de Patzcuaro
dec 072016
 

Ik betaalde stadsbus 27 naar “central de camionera” (busstation) met gepast geld. Op de bus naar het stadje Patzcuaro (2140 meter, 80.000 inwoners) hoefden we maar vijf minuten te wachten. De bus reed niet al te snel, gemiddeld zo’n 60 km/u, over een bochtige weg door een prachtig gebied met veel bomen en af en toe een mooi uitzicht. We zagen diverse adelaars vliegen, die meestal met zijn tweeën zijn. Nabij de dorpjes waren er grote gebieden met avocadobomen. We stapten uit aan de rand van de stad, waar de meeste mensen uitstapten. Een aardige mevrouw wees ons de combi naar het centrum aan. In de krappe combi werden de centjes handje voor handje doorgeven aan de chauffeur en kwam het wisselgeld netjes terug. Als er iemand instapt, dan klinkt er steevast “buenos días”, “buenas tardes” of “buenas noches” (goedemorgen, -middag of -avond). We hebben Mexicanen niet anders gezien dan vriendelijk en hulpvaardig.

Het stadje heeft een “plaza grande” (groot plein) en een “plaza chica” (klein plein). Aan en op het kleine plein is er een gezellige, grote markt, waar dagelijks van alles verkocht wordt en waar je van alles kunt eten. Er werden ook mos en diverse andere artikelen voor kerststalletjes verkocht. De stad wordt verlicht met natriumlampen, wat ’s avonds en spookachtige sfeer geeft.

De volgende ochtend bezochten we de Pirámides de Ihuatzio van de Tarasca cultuur. We hadden erg geluk, want we hoefden de ruim een kilometer lange toegangsweg niet heen te lopen, want een aardige man bood ons spontaan een gratis lift aan, net nadat we uit de combi naar het dorpje waren uitgestapt. In de omgeving woonden mensen vanaf de 10e eeuw na Christus. Er zijn twee piramides, een grote “plaza de armas” (plein), nu een netjes gemaaid, droog grasveld, en diverse andere constructies, waaronder een observatorium. Er zijn nog nauwelijks opgravingen gedaan. We waren de enige bezoekers. Het was heerlijk stil, maar ook behoorlijk warm. We begrepen wel waarom veel mannen hier een sombrero dragen (sombra = schaduw) en sommige vrouwen een hoed. Wij beschermden onszelf tegen verbranding, of erger tegen een zonnesteek, met een (reis)hoofddoek.

Later in de middag gingen we met een combi naar “muelle general” (de algemeen pier) en daarna met een “barco” (boot) over Lago de Patzcuaro, dat bruin/rood gekleurd is, naar het bewoonde eiland Janitzio (1910 inwoners). De meeste mensen gingen rechtstreeks naar boven, naar een monument, maar wij liepen het eiland eerst op ons gemak rond, genietend van het mooie licht. Eerst aan de zonzijde en later aan de schaduwzijde (de zon stond al laag). Hoewel de indianen die op het eiland leven exclusief van toerisme leven, hadden wij een goede ervaring. Niettemin is de hoofdtrap naar het monument gewoon een toeristenfuik, want bovenop kun je namelijk geen kant meer op. De meeste constructies zijn gebaseerd op beton en hout, dus weinig authentiek. We roken op veel plekken de geur van een houtvuur, waarschijnlijk de goedkoopste en/of meest praktische manier van koken en verwarmen. Goederen worden net als mensen met motorboten vervoerd.

We aten heerlijk bij restaurante Eclipse. Vooraf hadden we sopa Tarasca, een heerlijke, lokale bonensoep. Het hoofdgerecht was niet alleen mooi, maar ook lekker. De volgende ochtend ontbeten we heerlijk in een restaurantje van een katholiek echtpaar om de hoek bij het kleine plein. Uiteraard onze favoriet: “huevos rancheros”. In het algemeen hebben we weinig te klagen over het eten in Mexico, integendeel. De Mexicanen zijn overigens gek op “dulces” (zoetigheden) getuige de vele winkeltjes en kraampjes die dit exclusief verkopen.

We sliepen in de eenvoudige Posada Las Rosas, waar we als familie werden ontvangen, een groot verschil met het viersterrenhotel dat we eerder bekeken, waar ons een ongezellige kamer zonder buitenlicht werd aangeboden, die niet veel groter was dan in de posada, maar wel drie keer zoveel kostte. De bedden waren echter harder dan we gedacht hadden en de kamer was ’s nachts koud, omdat de ramen niet goed afgekit waren, dus verplaatsten we de volgende dag naar de betere, meer centraal gelegen Posada de San Agustin aan het kleine plein, om de hoek bij de markt en het kleine plein. Daar was alles heel schoon en er waren extra dekens, zodat we het niet koud hadden. Anders was er wel de heerlijke warme douche met ruim water.

https://goo.gl/photos/TbuYLqfDoPPTz8YK8

https://goo.gl/photos/dsytPXZaEtg7zFC16

https://goo.gl/photos/PY7eVXyQhsVfbHiTA

We hoorden vaak “pase usted” (komt u binnen), gek genoeg ook bij marktkraampjes.

Patzcuaro was een prettige stad, niet te klein, zodat er weinig voorzieningen zijn en niet te groot, zodat het niet te druk is.

Het mobiele internet van Movistar schakelde voortdurend heen en weer tussen een niet werkende 2G EDGE en een goed werkende 3G HSDPA verbinding. Er is echter een truc om een 3G-verbinding te forceren op Nexus- en sommige andere toestellen: kies *#*#4636#*#* in de telefoonapplicatie, selecteer “Telefooninformatie” en selecteer “WCDMA only” bij “Voorkeursnetwerktype”. Van de andere instellingen kun je beter afblijven! Met deze applicatie kan het servicemenu eenvoudiger worden opgeroepen.

Wij betaalden voor een overnachtingsplek van ca. 10 euro (posada) tot ca. 40 euro (viersterrenhotel). Een goed ontbijt kost minder dan 3,50 euro. Als je ontbijt met vaak uitstekende, niet heel zoete, behoorlijke grote haver(pecannoten)koeken en een koffie, dan minder dan een euro. Een goede middagmaaltijd kost minder dan 5 euro. Een avondmaaltijd vinden, is vaak lastig gebleken, tenminste als je geen pizza’s wilt eten. Quesadillas zijn vrijwel altijd te krijgen voor ca. 75 cent per stuk. Kleine pizza’s, die naar onze gewoonte groot zijn, kosten in een restaurant rond de 5 euro. Een fles water van 1,5 liter kost rond de 50 cent.

Uruapán

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Uruapán
dec 062016
 

We kochten om 9:20 uur kaartjes voor de bus naar de stad Uruapán (1620 meter, 315.000 inwoners, uitgesproken als oerwapàn) en we kregen kaartjes voor de bus van 9:15 uur, die om 9:30 langskwam. Na drie kwartier stapten we aan de rand van de stad uit, een heel stuk voor het busstation. Met een stadsbus vervolgden we onze weg naar het centrum.

Na het eten van een heerlijke quesadilla bezochten we het aardige Museo de los Cuatro Pueblos Indios (het museum voor de vier indianendorpen), dat gevestigd is in een mooi gerenoveerd gebouw met authentieke “murals” (muurschilderingen). Daarna bezochten we Fábrica San Pedro, een oude textielfabriek uit 1896, die nog op kleine schaal in gebruik is. Twee wat oudere mannen waren bezig met handmatig weven (zie filmpjes). In de kelder van het gebouw was een gigantische verzameling van voorwerpen, onderdelen en machines die in de lange geschiedenis van de fabriek gebruikt werden. Heel urbex en heel fotogeniek!

Ik dronk thee van Árbol de Víbora of Raíz Azteca, een boom met een mooie tekening binnenin (zie foto’s). Het schijnt o.a. goed voor de nieren te zijn. De stopcontacten in een restaurantje waar we wat dronken, waren afgeplakt. Blijkbaar was het opladen van telefoons ongewenst.

De volgende dag bezochten we Barranca del Cupatitzio, een klein nationaal park, dicht bij de stad. De hoofdingang begint bij een mooie blauwgekleurde  bron, die het begin is van Rio Uruapán. Vele stroompjes komen samen met de hoofdstroom. Er zijn diverse grotere en kleinere watervallen. Het rustige (sub)tropische park verschilt erg van de drukke stad. Heen, naar boven,  gingen we met een stadsbus, terug te voet.

We sliepen in Posada Morelos, een paar blokken van en wat lager dan het centrum, waar we heel vriendelijk werden ontvangen en geen vraag teveel was. Op de vloer lagen roze marmeren tegeltjes met witte adertjes. Het plafond was van houten balken en planken. Zoals in bijna alle hotels bestond het beddengoed uit een sprei, wollen dekens en lakens. De kussens zijn van wisselende kwaliteit, maar in deze posada waren ze heel stevig, stevig genoeg voor platte oren. Ook opmerkelijk is dat veel hotels een dekseltje op het putje in de douche hebben tegen vieze luchtjes. In dit hotel was een “seccion amarilla” (gouden gids) aanwezig.

https://goo.gl/photos/6RJ5mSFEsDpKPGZc8

https://goo.gl/photos/LcHhmEYotm5sXqiY9

https://goo.gl/photos/AgUsDARWt43z53TS6

https://goo.gl/photos/7BTDyNM3jTy1nADu9

Uruapán was een prettige stad om te verblijven met veel bezienswaardigheden in de nabijheid. De mensen waren wat minder dik dan in andere steden. De automobilisten reden meestal heel rustig en waren zeer hoffelijk.

Er was een betrouwbare 3G HSDPA mobiele internetverbinding van Movistar en een goede Wi-Fi internetverbinding in de posada.

Paracho – 500 gitaarbouwers

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Paracho – 500 gitaarbouwers
dec 042016
 

Met wat druppels regen en met volle zon (we zagen helaas geen regenboog), liepen we naar de “parada” (halte) van een combi naar “central” (het busstation). Al snel reisden we in een voorbijkomende combi naar het busstation, waar we kaartjes voor de bus naar Paracho de Verduzco (2228 meter, 17.000 inwoners) in de staat Michoacán kochten. De bus vertrok al snel. Onderweg waren er veel “topes” (verkeersdrempels). De bus stopte regelmatig om mensen in en uit te laten stappen. Er was een beetje regen, maar het gebruiken van de ruitenwissers was niet nodig. Het laatste deel van de reis gingen we geleidelijk over een niet al te bochtige weg omhoog. We zaten achter de chauffeur dus we konden meegenieten van de gezellige Mexicaanse muziek waar hij naar luisterde. Ruim anderhalf uur later werden we afgezet bij de “parada” van het dorpje Paracho. Het plaatsje is te klein voor een busstation en bovendien kun je alleen maar naar rechts en links op highway 37.

Aan de typische rotsblokken, langs weilanden gegooid of gebruikt voor muurtjes, zag ik dat we steeds dichter bij één of meer vulkanen kwamen. Ik moest denken aan onze reis in Costa Rica, daar zijn de weilanden in sommige streken bezaaid met dezelfde soort rotsblokken, groter nabij een vulkaan. In het vlakke landschap waren ook karakteristieke bergjes, een soort pukkels, meestal begroeid met boompjes en struiken en door de mensen met rust gelaten, want er is toch ruimte genoeg. Wellicht waren deze bergen ook vulkanen.

Toen we aankwamen, op een zondag, was er een “mercado” (markt), waar voornamelijk groenten, fruit en huishoudelijke artikelen werden verkocht. ’s Ochtends komen verkopers op de fiets met reuze sombrero’s met daarin versgebakken, soms nog warme broodjes en koekjes, die ze op een hoek van de “plaza” (plein) verkopen. De haverkoeken (groter dan gevulde koeken) waren lekker als ontbijt!

In het dorp waren op diverse plekken taxi’s waarvan de chauffeurs voortdurend probeerden mensen te werven door te roepen en op de auto te kloppen. Waarschijnlijk brachten ze groepjes mensen van en naar omliggende dorpjes.

De reden dat we naar Paracho gingen, was dat er ongeveer 500 (!) gitaarbouwers zijn. Overal op straat roken we de geur van hout. Hanneke probeerde een reeks gitaren van wisselende kwaliteit. De gemiddelde kwaliteit was echter hoog, zeker gezien de prijs. Niettemin is het kopen van een gitaar hier niet zonder risico’s, want de gemiddelde temperatuur en luchtdruk zijn laag en de gemiddelde vochtigheid hoger. Er is dus een risico op barsten en scheuren in Nederland. De traditionele gitaarbouwers worden ook bedreigd door goedkope import uit China. Opvallend was dat we in het dorpje geen enkel gitaarmuziekje hoorden en er geen enkele winkel was die bladmuziek verkocht.

We aten bij het familierestaurantje D’gribet, drie deuren verder dan het hotel. Aan de keuken was te zien, dat het restaurantje er al heel lang zat. Oma maakte alles op haar gemak vers klaar, wat het aantrekkelijke van het restaurantje was. Opa paste op de kleinkinderen en stak af en toe een handje toe. Verse sla, verse gesneden “papas a la francesa” (Franse frietjes, die meer op de friet van Bram Ladage leek, maar dan echt helemaal vers en zeker zo lekker!). We lieten een hamburger “ombouwen” tot een vegetarische hamburger met avocado.

We sliepen in een kamer met een balkon die uitkwam op een niet al te drukke zijstraat in hotel Melinda. Voor de verandering waren de muren vrolijk oranje en bruin geverfd en hadden de gordijnen een bijpassende kleur. De bedden waren net zoals de douche OK.

https://goo.gl/photos/pfb3Td9rg4hjXUMH7

https://goo.gl/photos/GhBLR9EaNzPy6Sju9

Het was aanzienlijk koeler dan voorheen. Vroeger en later op de dag hadden we een vest nodig. In de zon was het wel warm, maar de wind was vaak fris.

Er was een signaal van Movistar, maar de 2G EDGE internetverbinding werkte niet. Bij één van de winkeltjes was er een bord waaruit bleek dat Telcel wel mobiel internet bood. De Wi-Fi-verbinding van het hotel was in orde.

Zamora de Hidalgo

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Zamora de Hidalgo
dec 042016
 

Met twee kleine rugzakjes (8 kilo, 35 liter) hadden we snel alles weer ingepakt. Het fijne restaurantje waar we de dag tevoren lunchten, bevond zich op weg naar het busstation, dus we vertrokken met onze rugzakjes naar hetzelfde restaurantje voor het ontbijt, dat zeker niet tegenviel! We zetten overigens onze rugzakjes nooit op de grond, want op den duur wordt er veel vuil verzameld. In een restaurant zetten we onze rugzakjes op een stoel. Bij een korte busreis leggen we de rugzakjes op onze schoot of in het bagagerek als dat groot genoeg en schoon is. Bij een langere busreis kijken we altijd eerst hoe schoon het laadruim is. In Mexico wordt er bij de betere busmaatschappijen met genummerde kaartjes in twee delen gewerkt, zodat niet iemand anders jouw bagage kan meenemen.

Het plan om heen en weer te reizen naar de Stille Oceaan lieten we varen. Met nog maar twee weken te gaan, zou dat een te grote tijdsdruk geven of ons verplichten om lange busreizen te maken. Maximaal een paar uur per dag in de bus vinden we wel genoeg.

Ik had al eerder gevraagd hoe we naar Ocotlán konden reizen. We moesten een stukje terug richting Guadalajara naar het dorpje Santa Rosa, omdat er geen weg is langs het meer. We kochten een kaartje voor de juiste bus. Het nummer van de bus werd nog even snel veranderd, zodat we gelijk konden instappen. We zagen onderweg de smog boven Guadalajara in de verte hangen. Binnen een half uur werden we afgezet bij de splitsing van de snelweg. Een man die stond te vegen, vertelde ons ongevraagd hoe we het veiligst naar de “parada” (halte, in dit geval een afdakje tegen de zon of regen) aan de juiste weghelft konden komen. Na een kwartiertje stopte er al een bus naar Ocotlán. Gelukkig waren er zitplaatsen. De bus deed er ongeveer een uur over.

Het centrum van stadje Ocotlán is maar vier blokken van het busstation, dus liepen we daar rustig naartoe. We aten een grote salade en een “chica” (kinder/klein, althans naar Mexicaanse maatstaven) vegetarische pizza. De bodem leek wel een gebakje! We dronken horchata (in Mexico een zoete rijstdrank) uit grote keramische mokken. Soms zien we op een markt grote emmers vol met vanillestokjes, een belangrijk ingrediënt van horchata.

In Ocotlán was er niet zoveel te beleven en aangezien ons was verteld dat het stadje La Barca niet veel anders was, besloten we door te reizen naar de grotere stad Zamora. Ik had een foto genomen van de dienstregeling, dus we wisten dat we binnen een half uur konden vertrekken met een bus van de maatschappij Cienega.

De busreis van ongeveer twee uur voerde door een prachtige vallei met bergen aan alle kanten op de achtergrond. Net als de eerdere bus, stopte de bus in diverse dorpjes en stadjes om mensen in en uit te laten stappen. Fel rood haar was bij de meisjes in de mode.

Zamora de Hidalgo (1580 meter, ca. 150.000 inwoners) is een grote, ruime stad met een opvallende kathedraal, met twee spitse torens. In een groot gebied rond de stad worden in plastic tunnels “fresas” (aardbeien) verbouwd. Er zijn diverse moderne, luxe hotels in de stad. We houden echter niet zo van de steriele, ongezellige uitstraling van dit soort hotels, hoewel we wel het gebrek aan kakkerlakken op prijs stellen. We waren blij dat we het gezellig ingerichte en goede hotel Ram-Val vonden, hoewel het warme water wat tegenviel.

Zamora is een prettige stad, behalve voor automobilisten. We hebben het verkeer meerdere malen vast zien staan. Op het plein bij de kleinere kathedraal stond een grote kerststal. Daar wordt in Mexico in beetje steden veel werk van gemaakt. ’s Avonds ziet dat er met lichtjes gezellig uit, maar overdag met zomers weer ervaar je dat toch anders. ’s Ochtends en ’s avonds hoorden we (knal)vuurwerk.

’s Nachts regende het behoorlijk. ’s Ochtends stonden er grote plassen in de straten. Overdag was het aangenaam warm en zonnig 

Bij de kathedraal kochten we verse pecannoten-haverkoeken bij een kraampje van twee nonnen. Ze waren heerlijk als ontbijt met een zelf gezet bakje koffie!

We horen regelmatig “con permiso” (= met toestemming, oftewel: pardon, mag ik?).

https://goo.gl/photos/LzRzWwtr3ay31JR87

https://goo.gl/photos/2ePKGQqny1nU21eV6

Er was 3G HSDPA mobiel internet van Movistar in het centrum beschikbaar en stabiel Wi-Fi in het hotel.

Lago de Chapala

 2016 Mexico, Reizen  Reacties uitgeschakeld voor Lago de Chapala
dec 022016
 

Na twee dagen waren we wel uitgekeken in Guadalajara, dus na een klein ontbijt met een quesadilla namen we een stadsbus naar “central vieja” (het oude busstation, niet ver van het centrum) en kochten we kaartjes voor de bus van 10 uur naar het stadje Chapala (1582 meter, 21.500 inwoners) aan het grootste zoetwatermeer van Mexico, Lago de Chapala (ca. 80 x 18 km op zijn breedst). Ruim een uur later, met wat vertraging door een file, waren we op het bescheiden busstation van Chapala, niet ver van het centrum.

In het midden van de hoofdweg van het stadje staat een lange rij grote bomen, gecombineerd met frisse lucht en ruimte gaf dit gelijk een prettig, ruim gevoel. Rond het centrum waren er leuke straatjes met kinderhoofdjes.

We aten in het kleine restaurantje “la comederia” een uitstekende vegetarische hamburger, die we voor het eerst op een menu aantroffen, met lekker gekruide aardappelwedges. “Aguacate” (avocado) gebruiken voor een vegetarische hamburger is een goed idee. Zoals wel vaker was het lastiger om een geschikte plek voor het avondeten te vinden dan voor het middageten. Uiteindelijk kochten we verse, witte broodjes op straat en een zakje bonenpuree in een kleine supermarkt, die ik in de hotelkamer au bain-marie opwarmde in mijn kampeerpannetje. Het smaakte ons prima!

We liepen over de aangename “malecón” (boulevard) langs het water van het enorme meer, dat zich langzaam aan het herstellen is van een ecologische ramp, waarin de waterhyacint een rol speelt. Op de achtergrond van het meer zijn donkere, hoge bergen. ’s Avonds genoten we van een prachtige zonsondergang (zie foto’s).

We sliepen in het eenvoudige hotel Palmitas (palmharten), vlakbij de “mercado municipal” (gemeentemarkt) en “el centro” (het centrum). Er was geen warm water zoals beloofd. Er werd nog wel een poging gedaan om de oude warmwaterboiler aan te zetten, maar dat hielp niet veel.

https://goo.gl/photos/E7rvrq3HqvjBGW9c9

Toen we tegen de middag aankwamen was het zonnig en warm. Aan de boulevard was het minder warm door een koele wind vanaf het meer. Langzaam kwam er meer bewolking en werd de lucht dreigender, mooi voor de foto’s. Toen we weer terug waren in het hotel voor een bakje koffie en thee met een bij Oxxo gekocht chocoladekoekje regende het een paar druppels.

Er was een goede 3G HSDPA mobiele internetverbinding van Movistar en stabiele, maar niet zo snelle Wi-Fi-verbinding in het hotel.